Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2008
- Bronpublicatie:
22-03-2007, Stb. 2007, 153 (uitgifte: 01-05-2007, kamerstukken: 30656)
- Inwerkingtreding
01-07-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2008, Stb. 2008, 242 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Deze wet verstaat onder:
- a.
‘het Verdrag’: het op 1 juni 1967 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de uitoefening van de visserij op de Noordatlantische Oceaan, met Bijlagen en Aanhangsel (Trb. 1968, 54);
- b.
‘vissersvaartuig’: elk vaartuig dat bedrijfsmatig wordt gebruikt voor de visserij op die delen van de Atlantische Oceaan en de Noordelijke IJszee, en de daarmede in verbinding staande zeeën, waarop het Verdrag van toepassing is;
- c.
‘vaartuig’: elk vissersvaartuig en elk vaartuig dat bedrijfsmatig wordt gebruikt voor de verwerking van vis, het bevoorraden van, of het verlenen van diensten aan vissersvaartuigen;
- d.
‘schipper’: elke gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.
2.
Een vaartuig geldt als Nederlands indien het in overwegende mate vanuit Nederland wordt geëxploiteerd, in de regel in Nederland havent en voor ten minste twee derde gedeelte toebehoort aan:
- a.
één of meer natuurlijke personen die de nationaliteit van een der lid-staten van de Europese Gemeenschappen dan wel van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte bezitten of
- b.
één of meer rechtspersonen die in overeenstemming met de wetgeving van een lid-staat van de Europese Gemeenschappen dan wel van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn opgericht en die hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Europese Gemeenschappen dan wel binnen een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte hebben.
- 3.
Het exploiteren van een vaartuig bedoeld in het tweede lid, kan mede plaatsvinden door middel van een nevenvestiging als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Handelsregisterwet 2007.