Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967
Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967:Artikel 3
Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967
Artikel 3
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 26-09-1976
- Bronpublicatie:
07-09-1973, Stb. 1973, 476 (uitgifte: 11-10-1973, kamerstukken: 11386 )
- Inwerkingtreding
26-09-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-08-1976, Trb. 1976, 120 (uitgifte: 01-01-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De schipper van een Nederlands vissersvaartuig zorgt dat aan boord een zich in goede staat bevindende Nederlandse vlag aanwezig is, en dat deze op vordering van de daartoe bevoegde autoriteiten wordt gehesen. Hij onthoudt zich van alle handelingen waardoor twijfel zou kunnen ontstaan over de nationaliteit van zijn vaartuig.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.