Einde inhoudsopgave
Handelsregisterwet 2007
Artikel 1 [Begripsbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 27-09-2020
- Bronpublicatie:
24-06-2020, Stb. 2020, 231 (uitgifte: 07-07-2020, kamerstukken: 35179)
- Inwerkingtreding
27-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2020, Stb. 2020, 232 (uitgifte: 07-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;
- b.
onderneming: een onderneming als bedoeld in artikel 5;
- c.
rechtspersoon: een rechtspersoon als bedoeld in artikel 6;
- d.
publiekrechtelijke rechtspersoon: een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
- e.
kerkgenootschap: een kerkgenootschap als bedoeld in artikel 2 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
- f.
basisregister: een verzameling gegevens waarvan bij wet is bepaald dat deze authentieke gegevens bevat;
- g.
authentiek gegeven: een in een basisregister opgenomen gegeven dat bij of krachtens wet als authentiek wordt aangemerkt;
- h.
handelsregister: het register, bedoeld in artikel 2;
- i.
Kamer: de Kamer van Koophandel, genoemd in artikel 2 van de Wet op de Kamer van Koophandel;
- j.
vestiging: een gebouw of complex van gebouwen waar duurzame uitoefening van de activiteiten van een onderneming of rechtspersoon plaatsvindt;
- k.
hoofdvestiging: een door een onderneming of een rechtspersoon als zodanig aangemerkte vestiging;
- l.
nevenvestiging: een vestiging niet zijnde de hoofdvestiging;
- m.
hoofdnederzetting: een in Nederland gelegen nevenvestiging van een buiten Nederland gevestigde onderneming of rechtspersoon of, indien er meer nevenvestigingen zijn, de door een onderneming of rechtspersoon als hoofdnederzetting aangemerkte nevenvestiging;
- n.
verordening 2137/85: verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV) (PbEG L 199);
- o.
verordening 2157/2001: verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294);
- p.
uiteindelijk belanghebbende: uiteindelijk belanghebbende als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;
- q.
Financiële inlichtingen eenheid: de Financiële inlichtingen eenheid, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.
2.
Onder publiekrechtelijke rechtspersoon wordt mede verstaan een Europese groepering voor territoriale samenwerking als bedoeld in artikel 1 van verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) (PbEU L 210).