Einde inhoudsopgave
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
Artikel 10a [Begripsbepaling uiteindelijk belanghebbende]
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2022
- Bronpublicatie:
24-11-2021, Stb. 2021, 610 (uitgifte: 16-12-2021, kamerstukken: 35819)
- Inwerkingtreding
01-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2022, Stb. 2022, 405 (uitgifte: 24-10-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Belastingadviseur
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
In afwijking van artikel 1, eerste lid, wordt in deze paragraaf onder uiteindelijk belanghebbende verstaan: de natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een vennootschap of andere juridische entiteit dan wel over een trust of een soortgelijke juridische constructie als bedoeld in artikel 2, derde lid, en artikel 3 van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies.
2.
In deze paragraaf wordt onder vennootschap of andere juridische entiteit verstaan: een in Nederland opgerichte vennootschap of andere juridische entiteit die een van de volgende rechtsvormen heeft:
- a.
een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een naamloze vennootschap, niet zijnde een vennootschap die als uitgevende instelling is onderworpen aan openbaarmakingsvereisten als bedoeld in Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PbEU 2004, L 390), dan wel aan vergelijkbare internationale standaarden met inbegrip van een 100 procent dochtermaatschappij van een dergelijke vennootschap, een Europese naamloze vennootschap met de statutaire zetel in Nederland en een Europese coöperatieve vennootschap met de statutaire zetel in Nederland;
- b.
een kerkgenootschap;
- c.
een vereniging, een vereniging van eigenaars, een onderlinge waarborgmaatschappij, een coöperatie of een stichting;
- d.
een maatschap, een commanditaire vennootschap, een vennootschap onder firma, een rederij of een Europese economisch samenwerkingsverband;
- e.
overige privaatrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007.
3.
In deze paragraaf wordt onder een trust of soortgelijke juridische constructie verstaan: een trust of soortgelijke juridische constructie als bedoeld in artikel 2, derde lid, en artikel 3 van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies.
4.
In deze paragraaf wordt een soortgelijke juridische constructie gelijkgesteld aan een trust en wordt onder een trustee mede verstaan degene die in een soortgelijke juridische constructie een vergelijkbare positie heeft als een trustee in een trust.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur worden de categorieën natuurlijke personen aangewezen die in elk geval moeten worden aangemerkt als uiteindelijk belanghebbende als bedoeld in het eerste lid.