Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 260/2012 vaststelling technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro
Bijlage Technische vereisten (artikel 5)
Geldend
Geldend vanaf 31-03-2012
- Bronpublicatie:
14-03-2012, PbEU 2012, L 94 (uitgifte: 30-03-2012, regelingnummer: 260/2012)
- Inwerkingtreding
31-03-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-03-2012, PbEU 2012, L 94 (uitgifte: 30-03-2012, regelingnummer: 260/2012)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
1
Naast de essentiële voorschriften in artikel 5 zijn de volgende technische vereisten van toepassing op overmakings- en automatischeafschrijvingstransacties:
- a)
De identificator van de betaalrekening als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a) en c), moet IBAN zijn.
- b)
De norm voor berichtenformaten als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b) en d), moet de norm ISO 20022 XML zijn.
- c)
Het veld voor de transactiemededeling moet ruimte bieden voor 140 karakters. Betalingsschema's mogen ruimte voor meer karakters toestaan, behalve als de apparatuur die gebruikt wordt voor het overdragen van de informatie, technisch beperkt is wat het aantal karakters betreft, in welk geval dit technische maximum van de apparatuur geldt.
- d)
De informatie in de transactiemededeling en alle andere gegevenselementen die overeenkomstig de punten 2 en 3 van deze bijlage worden verstrekt, moeten volledig en ongewijzigd door de hele betalingsketen van de ene betalingsdienstaanbieder aan de andere worden doorgegeven.
- e)
Zodra de vereiste gegevens in elektronische vorm beschikbaar zijn, moeten de betalingstransacties een volautomatische, elektronische verwerking in alle procesfasen van de hele betalingsketen mogelijk maken (‘straight through processing’ van begin tot einde), waardoor het hele betalingsproces elektronisch kan verlopen zonder dat gegevens opnieuw hoeven te worden ingevoerd of dat manuele interventie nodig is. Dit moet ook gelden, voor zover mogelijk, voor de uitzonderlijke behandeling van overmakings- en automatischeafschrijvingstransacties.
- f)
Betalingsregelingen moeten geen minimumwaarde vastleggen voor het bedrag van de betalingstransactie vanaf hetwelk overmakingen en automatische afschrijvingen mogelijk zijn, maar er geldt geen verplichting betalingstransacties te verwerken met een nulbedrag.
- g)
Betalingsschema's worden niet verplicht overmakingen en automatische afschrijvingen ten bedrage van meer dan 999 999 999,99 EUR uit te voeren.
2
Naast de in punt 1 genoemde vereisten zijn de volgende vereisten van toepassing op overmakingstransacties.
- a)
De in artikel 5, lid 2, onder a), bedoelde gegevenselementen zijn de volgende:
- i)
de naam van de betaler en/of het IBAN van de betaalrekening van de betaler;
- ii)
het bedrag van de overmaking;
- iii)
het IBAN van de betaalrekening van de begunstigde;
- iv)
indien beschikbaar, de naam van de begunstigde;
- v)
de eventuele informatie in de transactiemededeling.
- b)
De in artikel 5, lid 2, onder b), bedoelde gegevenselementen zijn de volgende:
- i)
de naam van de betaler;
- ii)
het IBAN van de betaalrekening van de betaler;
- iii)
het bedrag van de overmaking;
- iv)
het IBAN van de betaalrekening van de begunstigde;
- v)
de eventuele informatie in de transactiemededeling;
- vi)
de identificator van de begunstigde;
- vii)
eventueel de naam van de referentie van de begunstigde;
- viii)
het eventuele doel van de overmaking;
- ix)
de eventuele categorie van het doel van de overmaking.
- c)
Voorts moeten de volgende verplichte gegevenselementen worden verstrekt door de betalingsdienstaanbieder van de betaler aan de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde:
- i)
de BIC van de betalingsdienstaanbieder van de betaler (tenzij anders overeengekomen door de bij de betalingstransactie betrokken betalingsdienstaanbieders);
- ii)
de BIC van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde (tenzij anders overeengekomen door de bij de betalingstransactie betrokken betalingsdienstaanbieders);
- iii)
de identificator van het betalingsschema;
- iv)
de afwikkelingsdatum van de overmaking;
- v)
het door de betalingsdienstaanbieder van de betaler opgegeven referentienummer van het overmakingsbericht.
- d)
De in artikel 5, lid 2, onder c), bedoelde gegevenselementen zijn de volgende:
- i)
de naam van de betaler;
- ii)
het bedrag van de overmaking;
- iii)
de eventuele informatie in de transactiemededeling.
3
Naast de in punt 1 genoemde vereisten zijn de volgende vereisten van toepassing op automatischeafschrijvingstransacties.
- a)
De in artikel 5, lid 3, onder a), i), bedoelde gegevenselementen zijn de volgende:
- i)
het soort automatische afschrijving (terugkerende, eenmalige, eerste, laatste of herroeping);
- ii)
de naam van de begunstigde;
- iii)
het IBAN van de betaalrekening van de begunstigde die voor de inning moet worden gecrediteerd;
- iv)
indien beschikbaar, de naam van de betaler;
- v)
het IBAN van de betaalrekening van de betaler die voor de inning moet worden gedebiteerd;
- vi)
de unieke referentie van het mandaat;
- vii)
de datum van ondertekening van het mandaat, indien het mandaat van de betaler is verleend na 31 maart 2012;
- viii)
het bedrag van de inning;
- ix)
de unieke referentie van het mandaat zoals deze is vermeld door de oorspronkelijke begunstigde die het mandaat heeft gegeven, indien het mandaat door een andere begunstigde is overgenomen dan de begunstigde die het mandaat heeft gegeven;
- x)
de identificator van de begunstigde;
- xi)
de identificator van de oorspronkelijke begunstigde die het mandaat heeft gegeven, indien het mandaat door een andere begunstigde is overgenomen dan de begunstigde die het mandaat heeft gegeven;
- xii)
de eventuele informatie in de transactiemededeling van de begunstigde aan de betaler;
- xiii)
het eventuele doel van de inning;
- xiv)
de eventuele categorie van het doel van de inning.
- b)
De in artikel 5, lid 3, onder b), bedoelde gegevenselementen zijn de volgende:
- i)
de BIC van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde (tenzij anders overeengekomen door de bij de betalingstransactie betrokken betalingsdienstaanbieders);
- ii)
de BIC van de betalingsdienstaanbieder van de betaler (tenzij anders overeengekomen door de bij de betalingstransactie betrokken betalingsdienstaanbieders);
- iii)
de naam van de referentie van de betaler (als deze voorkomt in het gedematerialiseerde mandaat);
- iv)
de identificator van de referentie van de betaler (als deze voorkomt in het gedematerialiseerde mandaat);
- v)
de naam van de referentie van de begunstigde (als deze voorkomt in het gedematerialiseerde mandaat);
- vi)
de identificator van de referentie van de begunstigde (als deze voorkomt in het gedematerialiseerde mandaat);
- vii)
de identificator van het betalingsschema;
- viii)
de afwikkelingsdatum van de inning;
- ix)
de door de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde opgegeven referentie van de inning;
- x)
het soort mandaat;
- xi)
het soort automatische afschrijving (terugkerende, eenmalige, eerste, laatste of herroeping);
- xii)
de naam van de begunstigde;
- xiii)
het IBAN van de betaalrekening van de begunstigde die voor de inning moet worden gecrediteerd;
- xiv)
indien beschikbaar, de naam van de betaler;
- xv)
het IBAN van de betaalrekening van de betaler die voor de inning moet worden gedebiteerd;
- xvi)
de unieke referentie van het mandaat;
- xvii)
de datum van ondertekening van het mandaat, indien het mandaat door de betaler is verleend na 31 maart 2012;
- xviii)
het bedrag van de inning;
- xix)
de unieke referentie van het mandaat zoals deze is vermeld door de oorspronkelijke begunstigde die het mandaat heeft verleend (als het mandaat door een andere begunstigde is overgenomen dan de begunstigde die het mandaat heeft verleend);
- xx)
de identificator van de begunstigde;
- xxi)
de identificator van de oorspronkelijke begunstigde die het mandaat heeft verleend (als het mandaat door een andere begunstigde is overgenomen dan de begunstigde die het mandaat heeft verleend);
- xxii)
de eventuele informatie in de transactiemededeling van de begunstigde aan de betaler.
- c)
De in artikel 5, lid 3, onder c), bedoelde gegevenselementen zijn de volgende:
- i)
de unieke referentie van het mandaat;
- ii)
de identificator van de begunstigde;
- iii)
de naam van de begunstigde;
- iv)
het bedrag van de inning;
- v)
de eventuele informatie in de transactiemededeling; vi) de identificatiecode van het betalingsschema.