Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/749
Bijstandsfraude. Uit de bewijsvoering kan niet worden afgeleid dat verdachte ‘tezamen en in vereniging met een ander’ opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken.
HR 20-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1129
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 juni 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/03504
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Sociale zekerheid
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1129, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:508, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑05‑2017
Essentie
Bijstandsfraude. Uit de bewijsvoering kan niet worden afgeleid dat verdachte ‘tezamen en in vereniging met een ander’ opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 29 januari 2016, nummer 23/001990-14, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. B.A.F. van Drimmelen, te Hilversum.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
Het gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 29 januari 2016 het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 15 mei 2014, waarbij de verdachte is veroordeeld wegens “medeplegen van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.