Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/2.4.2.1
2.4.2.1 Verstoringen van de vennootschapsbelasting
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS588661:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Vergelijk De Mooij, R.A.; Heeft de vennootschapsbelasting een toekomst?, Rotterdam, 2003, blz. 10.
Vergelijk De Mooij, R.A.; Heeft de vennootschapsbelasting een toekomst?, Rotterdam, 2003, blz. 11-20.
Een behandeling van de overige verstoringen valt buiten het bestek van deze studie. Ik verwijs hiervoor naar De Mooij, R.A.; Heeft de vennootschapsbelasting een toekomst?, Rotterdam, 2003, blz. 11-20 en de daarin aangehaalde literatuur.
Een van de redenen voor het bestaan van de vennootschapsbelasting is het bewaren van het globale evenwicht, vergelijk paragraaf 2.2.2. Anders geformuleerd, de vennootschapsbelasting beoogt neutraliteit te bewerkstelligen in de ondernemingsvorm. De Mooij wijst er op dat de vennootschapsbelasting in een aantal andere dimensies niet neutraal uitwerkt en dat dit fiscaal gedreven gedragsveranderingen uitlokt.1 De Mooij onderscheidt de volgende verstoringen:
verstoring van de financieringsbeslissing;
internationale arbitrage in de financieringsstructuur;
verstoring van de investeringen;
verstoring van de locatiekeuze; en
internationale arbitrage bij het vaststellen van interne verrekenprijzen.2
Voor dit onderzoek is met name de eerste verstoring relevant, de verstoring tussen financiering met eigen vermogen en de financiering met vreemd vermogen. Op deze verstoring ga ik hierna nader in.3