Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Curaçao]
Artikel 8D
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Indien in enig jaar ter zake van een immaterieel activum dat met toepassing van artikel 8A, eerste lid, onderdeel a, aanhef en onder 1°, als kwalificerend immaterieel activum is aangemerkt en waarop artikel 8B toepassing heeft gevonden, komt vast te staan dat de aanvraag voor het octrooi of kwekersrecht niet wordt toegewezen:
- a.
worden met ingang van dat boekjaar de voordelen niet langer aangemerkt als kwalificerende voordelen;
- b.
wordt in dat boekjaar bij de belastingplichtige als winst in aanmerking genomen de kwalificerende voordelen uit hoofde van dat immaterieel activum dat in de aan dat jaar voorafgaande jaren bij de toepassing van artikel 8B in aanmerking zijn genomen.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ter zake van een immaterieel activum dat ingevolge artikel 8A, eerste lid, onderdeel a, onder 6°, samenhangt met een immaterieel activum als bedoeld in het eerste lid en dat met toepassing van artikel 8A, eerste lid, onderdeel a, onder 6°, als kwalificerend immaterieel activum is aangemerkt.
3.
Het eerste lid vindt geen toepassing voor zover de belastingplichtige doet blijken dat het immaterieel activum, bedoeld in dat lid, in de jaren, bedoeld in dat lid, onderdeel b, met toepassing van artikel 8A, eerste lid, onderdeel a, aanhef en onder 2°, 3°, 4°, 5° of 6°, of onderdeel b als kwalificerend immaterieel activum wordt aangemerkt.
4.
Indien de belastingplichtige kiest voor toepassing van artikel 8A neemt hij, in aanvulling op de bij te houden administratie, bedoeld in artikel 43, vierde lid, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen, in zijn administratie gegevens op waaruit blijkt:
- a.
dat hij een of meer kwalificerende immateriële activa bezit die door hem zelf zijn voortgebracht;
- b.
tot welk bedrag hij kwalificerende voordelen geniet uit hoofde van kwalificerende immateriële activa;
- c.
op welke wijze de voordelen, bedoeld in onderdeel a, worden bepaald op de meest passende wijze;
- d.
ingeval van een belastingplichtige als bedoeld in artikel 8A, eerste lid, onderdeel b, dat aan de vereisten bedoeld in dat onderdeel wordt voldaan.
5.
Indien de voordelen, de drempel, en de breuk, bedoeld in artikel 8B, worden bepaald per groep van samenhangende kwalificerende immateriële activa, neemt de belastingplichtige in zijn administratie gegevens op waaruit blijkt dat het redelijkerwijs niet mogelijk is om de voordelen uit hoofde van elk kwalificerend immaterieel activum afzonderlijk te bepalen.
6.
Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere regels, waaronder nadere voorwaarden, worden gesteld voor de toepassing van de artikelen 8A tot en met 8D. Daarbij kunnen tevens nadere regels worden gesteld voor de bepaling van de kwalificerende voordelen uit hoofde van een kwalificerend immaterieel activum en voor de bepaling van welk deel van de door een andere Staat geheven belasting over kwalificerende voordelen die onder artikel 8B vallen, op basis van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting, kan worden verrekend met de verschuldigde winstbelasting.