JWB 2017/81
Belastingrecht
HR 24-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:310
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 februari 2017
- Zaaknummer
15/02182
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:310, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1171, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑04‑2015
- Wetingang
Art. 47 en 52a lid 4 Awr; 611b Rv; 5:32b lid 2 Awb
Essentie
Belastingrecht
Samenvatting
Casus
In dit kort geding gaat het om een vordering van de Staat op grond van art. 47 AWR tot het verstrekken van inlichtingen aan de Belastingdienst door een belastingplichtige over zijn bankrekeningen in het buitenland. De klachten in cassatie betreffen onder meer: de bewijslastverdeling, zelfincriminatie, de vraag wat ‘wilsafhankelijk materiaal’ is en het opleggen van een dwangsomsanctie per tijdseenheid zonder vaststelling van het bedrag dat ten hoogste kan worden verbeurd.
Rechtsvraag
Heeft het hof miskend dat een veroordeling met een dwangsom per tijdseenheid, zonder dat daaraan een maximum is verbonden, in strijd is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.