NJ 2014/303
Witwassen; verschil in benadering ten aanzien van overdragen, gebruik maken en omzetten ten opzichte van verwerven en/of voorhanden hebben.
HR 25-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:714, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 maart 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/04981
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
N. Keijzer
- JCDI
JCDI:ADS161868:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:714, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2483, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑08‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2013
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
De in 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2001 weergegeven regels zien uitsluitend op gevallen waarin slechts het verwerven en/of voorhanden hebben van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen is bewezenverklaard. Zij hebben in beginsel geen betrekking op een geval als het onderhavige waarin is bewezenverklaard het ‘overdragen’ en het ‘gebruik maken’ — een en ander in de betekenis die ingevolge art. 420bis, eerste lid onder b, Sr aan die begrippen toekomt — van zulke voorwerpen, en evenmin op het daarin voorkomende begrip ‘omzetten’. In het vorenstaande wordt gesproken over ‘in beginsel’, omdat niet valt uit te sluiten dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.