Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.6.8 Rangschikkingscriteria
Geldend
Geldend van 24-10-2024 tot 24-10-2029
- Bronpublicatie:
21-10-2024, Stcrt. 2024, 33784 (uitgifte: 22-10-2024, regelingnummer: WJZ/88699910)
- Inwerkingtreding
24-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-10-2024, Stcrt. 2024, 33784 (uitgifte: 22-10-2024, regelingnummer: WJZ/88699910)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De minister kent aan een aanvraag om subsidie betreffende een maritiem innovatieproject een hoger aantal punten toe naarmate:
- a.
het project meer bijdraagt aan de doelen, bedoeld in artikel 3.6.2, eerste lid;
- b.
de kwaliteit van het projectplan en begroting van het maritiem innovatieproject beter is, blijkend uit:
- 1°
de uitwerking van de aanpak, methodiek en te behalen resultaten en onderbouwing hiervan;
- 2°
de wijze waarop zal worden omgegaan met risico’s voor de succesvolle uitvoering van het project;
- 3°
de mate van uitvoerbaarheid;
- 4°
de mate waarin de beschikbare middelen effectiever en efficiënter worden ingezet;
- c.
het samenwerkingsverband dat het maritiem innovatieproject uitvoert meer geschikt is om een innovatieproject uit te voeren, blijkend uit:
- 1°
de mate waarin de daarvoor benodigde competenties en ervaring aanwezig zijn binnen het samenwerkingsverband;
- 2°
de kwaliteit van de inrichting van de projectorganisatie binnen het samenwerkingsverband, waaronder mede begrepen de structuur van de projectorganisatie en de taakverdeling;
- 3°
een grotere mate van samenwerking van de deelnemers binnen het samenwerkingsverband, waaronder mede begrepen een adequate verdeling en verbinding van de werkpakketten;
- d.
de commerciële haalbaarheid van in dit maritiem innovatieproject behaalde resultaten naar verwachting groter is, blijkend uit ten minste de toepassingsmogelijkheden en slaagkans van de met het project te ontwikkelen producten of diensten op de Nederlandse en internationale markt voor de maritieme maakindustrie.
2.
De minister kent per onderdeel van het eerste lid ten minste één en ten hoogste vijfentwintig punten toe.
3.
De minister rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist hoger naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.