Einde inhoudsopgave
Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Artikel 46ka [Ontslag bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte; weigering passende arbeid]
Geldend
Geldend vanaf 30-05-2013. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 29-12-2005
- Bronpublicatie:
14-05-2013, Stb. 2013, 182 (uitgifte: 29-05-2013, kamerstukken: 33570)
- Inwerkingtreding
30-05-2013, terugwerkend tot: 29-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2013, Stb. 2013, 182 (uitgifte: 29-05-2013, kamerstukken: 33570)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De rechterlijk ambtenaar, die wegens ziekte ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid, kan, in afwijking van artikel 46i, eerste lid, door de Hoge Raad worden ontslagen indien hij zonder deugdelijke grond weigert:
- a.
gevolg te geven aan door de functionele autoriteit of een door de functionele autoriteit aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of mee te werken aan door de functionele autoriteit of een door de functionele autoriteit aangewezen deskundige getroffen maatregelen om hem in staat te stellen de eigen of andere passende arbeid te verrichten;
- b.
passende arbeid te verrichten waartoe hij in de gelegenheid wordt gesteld; of
- c.
zijn medewerking te verlenen aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dan wel artikel 71a, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
2.
Om te beoordelen of sprake is van een situatie als bedoeld in het eerste lid, kan de uitslag worden betrokken van de beoordeling door het in artikel 46j, eerste lid, bedoelde Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen van de aanvraag op grond van artikel 64 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Indien de beoordeling in de vorige volzin niet of langer dan een jaar geleden heeft plaatsgevonden, dan wel indien de rechterlijk ambtenaar en de functionele autoriteit het oneens zijn over het ontslag, kan door de functionele autoriteit aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een oordeel als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen worden gevraagd en betrekt de Hoge Raad dit bij de beoordeling.