AB 2018/37
Bevolkingskrimp, leidend tot beperking van nieuwbouwplannen. Onvoorziene omstandigheden? Onvoldoende rechtvaardiging om verplichtingen uit overeenkomst niet na te komen.
HR 13-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2615, m.nt. G.A. van der Veen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/04026
- Noot
G.A. van der Veen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS172859:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2615, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:484, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2017
- Wetingang
Art. 6 EVRM; art. 3:2 lid 1 Awb; art. 40, 42, 45 Gnw; art. 6:258 BW
Essentie
Bevolkingskrimp en noodzaak tot bijstelling van nieuwbouwplannen zijn geen onvoorziene omstandigheden. Indien nieuwe, niet in de overeenkomst verdisconteerde inzichten tot een beleidswijziging hebben genoopt, leveren zij in dit geval onvoldoende rechtvaardiging voor niet-nakoming op.
Samenvatting
Het hof heeft zijn oordeel dat geen sprake is van een toekomstige omstandigheid, daarop gebaseerd dat tijdens het bestuurlijk overleg op 20 mei 2009 naar voren is gekomen dat KWP3 met 5.900 woningen een aanzienlijk lagere behoefte in de regio Achterhoek liet zien dan KWP2 met 10.000 woningen voor de periode 2005–2014, en dat met een woningbouwprogramma van de gezamenlijke gemeenten van 15.000 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.