Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenbesluit
Artikel 9.5a Verplichtingen van degenen bij wie vrijwilligers werkzaam zijn
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2022
- Redactionele toelichting
Iwtr. voorheen: 01-03-2021, vastgesteld bij de wet van 28-10-2010, Stb. 441; 01-06-2021, vastgesteld bij het KB van 18-02-2021, Stb. 93; 01-09-2021, vastgesteld bij het KB van 17-05-2021, Stb. 232; 01-12-2021, vastgesteld bij het KB van 16-08-2021, Stb. 393; 01-03-2022, vastgesteld bij het KB van 22-11-2021, Stb. 549.
- Bronpublicatie:
25-11-2020, Stb. 2020, 483 (uitgifte: 01-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-02-2022, Stb. 2022, 76 (uitgifte: 22-02-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met het vervallen van art. 28, lid 7, van de Arbeidsomstandighedenwet (26-11-2020, Stb. 441).
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Algemene Zaken
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Degene bij wie vrijwilligers werkzaam zijn is verplicht tot naleving ten aanzien van die vrijwilligers van de voorschriften en verboden die zijn opgenomen in de volgende artikelen:
- a.
van de wet: de artikelen 3, 4, 5, 6 tot en met 11, 16 tot en met 44;
- b.
van hoofdstuk 3: de artikelen 3.2, eerste lid, 3.3, 3.4, 3.5, 3.5d, eerste lid, 3.5g, 3.5h, 3.6, eerste lid, 3.16 en 3.17;
- c.
van hoofdstuk 4: de artikelen 4.1b tot en met 4.10d, 4.13 tot en met 4.21, 4.23, 4.44 tot en met 4.54d, 4.58 tot en met 4.61, 4.61a, 4.61b, 4.62b, 4.84 tot en met 4.102, 4.108 en 4.109;
- d.
van hoofdstuk 5: de artikelen 5.2, 5.3, aanhef en onder a, en 5.13a;
- e.
van hoofdstuk 6: de artikelen 6.8, eerste tot en met derde, zevende, negende, tiende en elfde lid, 6.11c, tweede lid, 6.12e, eerste, tweede en vierde lid, 6.12j, eerste lid, 6.12l, eerste, tweede en negende lid, 6.13, 6.14, 6.14a, 6.14b, 6.15, 6.16, 6.17, 6.18, 6.19 en 6.20;
- f.
van hoofdstuk 7: de artikelen 7.3, tweede tot en met vierde lid, 7.4, 7.5, tweede, derde en vijfde lid, 7.7, eerste lid, 7.9, 7.11, tweede lid, 7.16, 7.17a, eerste, tweede en vijfde lid, 7.17b, eerste en tweede lid, 7.17c, eerste en tweede lid, 7.18, tweede, derde, vierde, zesde en zevende lid, 7.18a, derde en dertiende lid, 7.18b, eerste lid, 7.23, 7.23a tot en met 7.23d, en 7.32 tot en met 7.35;
- g.
van hoofdstuk 8: de artikelen 8.1, tweede, zevende en achtste lid, en 8.4.
2.
De persoon, bedoeld in het eerste lid, is ten aanzien van vrijwilligers die jonger zijn dan 18 jaar tevens verplicht tot naleving ten aanzien van die vrijwilligers van de voorschriften en verboden die zijn opgenomen in de artikelen 1.37, eerste lid, eerste zin, en tweede lid, 3.46, 6.27 en 7.39.