De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/13.4.1:13.4.1 Herleven van de dwangsomveroordeling
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/13.4.1
13.4.1 Herleven van de dwangsomveroordeling
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS379147:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Of herleving zonder bekrachtiging plaatsvindt, als de Hoge Raad verwijst ter verdere behandeling, is de vraag. Van Nispen 'denkt van niet', zie Van Nispen 1985, p. 228: 'de uitspraak in appel is weliswaar onjuist bevonden maar de juistheid van het eerste vonnis staat niet vast; de Hoge Raad acht verder onderzoek nodig.'
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ook met het oog op een andere vraag dan die naar het moment van de vernietiging, zijn voorts de in de vorige paragraaf besproken arresten Staat/B. en S.P. interessant. De Hoge Raad heeft in deze arresten namelijk eveneens een indicatie gegeven voor hetgeen te gelden heeft in het geval waarin een vernietigende appelbeslissing op haar beurt wordt vernietigd in cassatie. De Hoge Raad overweegt in beide arresten dat de oorspronkelijke veroordeling als gevolg van de vernietiging in appel geacht moet worden haar werking te hebben verloren, maar clausuleert dit door te overwegen dat dit het geval is 'zolang de appelbeslissing zelf niet is vernietigd'. Kennelijk moet dus worden aangenomen dat de oorspronkelijke veroordeling na vernietiging van de appelbeslissing herleeft.
Heemskerk gaat in zijn annotatie onder Staat/B. op deze vraag specifiek in en stelt dat het van de uitspraak in cassatie afhangt hoe de toestand na het arrest in cassatie is. Heemskerk schrijft dat de werking van het oorspronkelijke vonnis herleeft, wanneer de cassatierechter het vonnis dat in eerste aanleg is gewezen, bekrachtigt en dat dit herleven met terugwerkende kracht plaatsvindt.1
Wanneer het oorspronkelijke vonnis een dwangsomveroordeling behelst, is het herleven van dit vonnis na vernietiging van de appelbeslissing niet zonder problemen. De oorspronkelijke veroordeelde zal zich in de periode na de appelbeslissing immers over het algemeen ontslagen hebben geacht van naleving van de verplichting die in het oorspronkelijke vonnis was vervat. Desalniettemin zou het met terugwerkende kracht herleven van dit vonnis meebrengen dat ook de dwangsomveroordeling geacht zou worden met terugwerkende kracht te herleven. Dat de oorspronkelijke veroordeelde als gevolg daarvan met terugwerkende kracht dwangsommen zou verbeuren, is echter klaarblijkelijk niet rechtvaardig.