NJ 2013/403
Grenzen van strafbare virtuele kinderporno.
HR 12-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY9719, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 maart 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma, J. Wortel, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/04168
- Conclusie
A-G mr. W. H. Vellinga
- Noot
M.J. Borgers
- LJN
BY9719
- JCDI
JCDI:ADS127671:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BY9719, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY9719, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2012
- Wetingang
Essentie
Virtuele kinderporno.
1. Het oordeel dat het bestanddeel ‘schijnbaar betrokken’ cfm art. 240b Sr meebrengt dat onder deze strafbepaling ook begrepen is een realistische afbeelding van een niet-bestaand kind in de zin dat de afbeelding niet van echt is te onderscheiden, is juist.
2. Het oordeel dat de bedoelde in de tenlastelegging omschreven afbeeldingen niet als realistisch in deze zin zijn aan te merken, is feitelijk van aard. Gelet ook op de — niet door het middel bestreden — vaststellingen dat de afgebeelde personen ‘geen echte kinderen’ zijn en dat voor ‘de gemiddelde kijker (en ook kinderen) (...) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.