Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 346/2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen
Artikel 20
Geldend
Geldend vanaf 30-11-2017
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-03-2018.
- Bronpublicatie:
25-10-2017, PbEU 2017, L 293 (uitgifte: 10-11-2017, regelingnummer: 2017/1991)
- Inwerkingtreding
30-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2017, PbEU 2017, L 293 (uitgifte: 10-11-2017, regelingnummer: 2017/1991)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
De bevoegde autoriteiten beschikken overeenkomstig het nationale recht over alle toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun functies. In het bijzonder hebben zij de bevoegdheid om:
- a)
inzage te vragen in elk document in welke vorm ook en om een kopie ervan te ontvangen of te maken;
- b)
van de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds te vereisen onverwijld informatie te verstrekken;
- c)
van elke persoon die betrokken is bij de activiteiten van de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds of het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds informatie te vereisen;
- d)
ter plaatse inspecties uit te voeren, al dan niet met voorafgaande aankondiging;
- e)
passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds deze verordening blijft naleven;
- f)
een bevel uit te vaardigen om ervoor te zorgen dat een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds deze verordening naleeft en afziet van een herhaling van elk gedrag dat een schending van deze verordening kan vormen.
ESMA organiseert en verricht overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 collegiale toetsingen om de procedures met betrekking tot de toezichts- en onderzoeksbevoegdheden die de bevoegde autoriteiten overeenkomstig deze verordening volgen, consistenter te maken.