Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 346/2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen
Artikel 24
Geldend
Geldend vanaf 15-05-2013
- Bronpublicatie:
17-04-2013, PbEU 2013, L 115 (uitgifte: 25-04-2013, regelingnummer: 346/2013)
- Inwerkingtreding
15-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2013, PbEU 2013, L 115 (uitgifte: 25-04-2013, regelingnummer: 346/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de bevoegde autoriteiten of ESMA, alsook de auditors en deskundigen die door de bevoegde autoriteiten of door ESMA geïnstrueerd zijn, zijn gebonden door het beroepsgeheim. De vertrouwelijke informatie waarvan deze personen beroepshalve kennis krijgen, mag aan geen enkele persoon of autoriteit worden doorgegeven, behalve in summiere of geaggregeerde vorm zodanig dat beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen en in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen niet individueel kunnen worden geïdentificeerd, onverminderd gevallen die onder het strafrecht en de strafrechtelijke procedures uit hoofde van deze verordening vallen.
2.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten of ESMA wordt niet belet informatie uit te wisselen overeenkomstig deze verordening of ander Unierecht dat van toepassing is op beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen en in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen.
3.
Wanneer bevoegde autoriteiten of ESMA vertrouwelijke informatie ontvangen overeenkomstig lid 2, mogen zij deze enkel gebruiken in het kader van hun taken en bestuursrechtelijke en gerechtelijke procedures.