Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 346/2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 30-11-2017
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-03-2018.
- Bronpublicatie:
25-10-2017, PbEU 2017, L 293 (uitgifte: 10-11-2017, regelingnummer: 2017/1991)
- Inwerkingtreding
30-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2017, PbEU 2017, L 293 (uitgifte: 10-11-2017, regelingnummer: 2017/1991)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De lidstaten bepalen de regels betreffende bestuursrechtelijke sancties en andere maatregelen die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle noodzakelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden uitgevoerd. De vastgestelde bestuursrechtelijke sancties en andere maatregelen zijn doeltreffend, evenredig en ontmoedigend.
2.
De lidstaten maken uiterlijk op 2 maart 2020 de regels als bedoeld in lid 1 bekend aan de Commissie en ESMA. Zij stellen de Commissie en ESMA onverwijld in kennis van alle verdere wijzigingen ervan.
3.
Beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 1, voldoen te allen tijde aan deze verordening en zijn ook aansprakelijk voor inbreuken op deze verordening, met inbegrip van verliezen of schade die daaruit voortvloeien.
Beheerders als bedoeld in artikel 2, lid 2, voldoen te allen tijde aan Richtlijn 2011/61/EU. Zij zijn verantwoordelijk voor het verzekeren van de naleving van deze verordening en zijn aansprakelijk overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU. Die beheerders zijn ook aansprakelijk voor verliezen of schade die uit inbreuken op deze verordening voortvloeien.