RvdW 2015/1271
Schuldsanering; ontbreken goede trouw bij ontstaan schulden; hardheidsclausule van art. 288 lid 3 FW; maatstaf.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 november 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/03692
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3338, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2274, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑08‑2015
- Wetingang
Art. 288 Fw
Essentie
Schuldsanering; ontbreken goede trouw bij ontstaan schulden; hardheidsclausule van art. 288 lid 3 FW; maatstaf.
De stellingen van verzoeker dat hij zijn onderneming heeft gestaakt, dat hij in loondienst is, dat hij hulp van de Stadsbank ontvangt, dat hij moet rondkomen van het beperkte budget dat hij in dat kader ontvangt, en dat geen nieuwe schulden zijn ontstaan, sluiten, indien de juistheid daarvan komt vast te staan, niet uit dat de rechter toepassing geeft aan art. 288 lid 3 Fw ondanks ontbrekende goede trouw ten aanzien van het ontstaan van schulden in de uitoefening ...