NJB 2015/1799:Vervolgingsverjaring, art. 72 Sr: bij verandering van wetgeving aangaande de verjaring geldt in strafzaken als uitgangspunt dat deze verandering direct van toepassing is, met dien verstande dat een reeds voltooide verjaring wordt geëerbiedigd (HR 29 januari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK1998, NJ 2010/231). Dit uitgangspunt geldt ook voor verlenging van lopende verjaringstermijnen. Dit is niet anders indien de verlenging van de verjaringstermijn een uitvloeisel is van de invoering van een strafverzwarende omstandigheid (in casu de in art. 11 lid 5 Opw voorziene strafverhoging). In casu door hof derhalve onrecht toepassing gegeven aan art. 70 Sr. Toetsing vrijspraak in cassatie: de selectie en waardering van het bewijsmateriaal kunnen in cassatie niet met vrucht worden bestreden. Dat geldt ook indien de feitenrechter op grond van die aan hem voorbehouden selectie en waardering tot vrijspraak komt. Het geldt evenzeer indien de rechter in zijn uitspraak een toetsingskader heeft geformuleerd ter beoordeling van de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen dan wel afwijkt van toetsingskaders die daartoe in andere uitspraken zijn geformuleerd. Dat staat de feitenrechter vrij. Toetsingskader beoordeling betrouwbaarheid getuigenverklaringen: onjuist is de opvatting dat uit de wettelijke en jurisprudentiële regels inzake het bewijsrecht in strafzaken een algemeen, in alle strafzaken geldend toetsingskader voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen kan worden afgeleid, welk toetsingskader als rechtsregel kan en behoort te worden toegepast