BR 2015/17
Schadeloosstelling voor een (rechts)persoon die krachtens de Onteigeningswet niet aan het geding kan deelnemen
HR 07-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3125, m.nt. E.W.J. de Groot
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 november 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04162
- Noot
E.W.J. de Groot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS919942:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Onteigeningsrecht / Voorkeursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3125, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:681, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑08‑2013
Essentie
Schadeloosstelling voor een (rechts)persoon die krachtens de Onteigeningswet niet aan het geding kan deelnemen
Samenvatting
Klacht 1 bestrijdt niet het oordeel van de rechtbank dat, gelet op de vennootschappelijke verhouding waarin [verweerder] zich op de peildatum bevond, de billijkheid meebrengt dat op hem de verplichting rust de schade die de vennootschap als gevolg van de onteigening lijdt, aan de vennootschap te voldoen. Uitgaande van die vennootschappelijke verhouding, voert de klacht onder 10-11 aan dat de rechtbank heeft miskend dat tot de door [verweerder] als huurder geleden schade als gevolg van de onteigening niet de schade behoort die de vennootschap ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.