Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, van 12 Augustus 1949
Artikel 52
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Geen contract, overeenkomst of regeling mag inbreuk maken op het recht van iedere vrijwillige of niet-vrijwillige arbeider, waar deze zich ook bevindt, zich te wenden tot de vertegenwoordigers van de beschermende Mogendheid om haar bemiddeling in te roepen.
2.
Iedere maatregel welke ten doel heeft om werkloosheid te veroorzaken of om arbeidsmogelijkheden van arbeiders in een bezet gebied te beperken, ten einde hen te bewegen voor de bezettende Mogendheid te werken, is verboden.