Rb. Overijssel, 28-11-2016, nr. 08/950014
ECLI:NL:RBOVE:2016:4704, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Rechtbank Overijssel
- Datum
28-11-2016
- Zaaknummer
08/950014
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOVE:2016:4704, Uitspraak, Rechtbank Overijssel, 28‑11‑2016; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2018:1757, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Vindplaatsen
JM 2018/52 met annotatie van S. Pieters
Uitspraak 28‑11‑2016
Inhoudsindicatie
De rechtbank veroordeelt een 44-jarige man tot 18 maanden cel, waarvan 6 maanden voorwaardelijk voor het vervoeren en dumpen van een grote hoeveelheid drugsafval. Naast de celstraf krijgt de man een proeftijd van 3 jaar en moet hij schadevergoedingen betalen aan de gemeente Emmen (€7499,88), Avia Tankstation (€4701,98) en aan het autoverhuurbedrijf Drive Yourself (€500,00). De man heeft een eerdere veroordeling op het gebied van de Opiumwet op zijn strafblad staan, naast andere delicten. Er is gebleken dat de man de initiator van de dumpingen is geweest en dat hij de mededader heeft gebruikt met het doel om zelf zoveel mogelijk uit het zicht te blijven.
Partij(en)
Rechtbank Overijssel
Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer (P): 08/950014
Datum vonnis: 28 november 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1972 in [geboorteplaats 1] ,
wonende in [woonplaats 1] , [adres 1] .
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 november 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. D. van Ieperen en van hetgeen door de raadsman van de verdachte mr. A. Bijl, advocaat te Renswoude, naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: met afvalstoffen handelingen heeft verricht waardoor voor het milieu nadeel is of kon ontstaan, dan wel dat hij afvalstoffen die afkomstig waren van de productie van drugs, op de bodem heeft gestort, zonder maatregelen te nemen om verontreiniging te voorkomen;
feit 2: zich van afvalstoffen heeft ontdaan door deze buiten een inrichting te storten of in de bodem te brengen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 augustus
2014 tot en met 21 augustus 2014 te Emmer-Compascuum en/of te Emmen in de
gemeente Emmen , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een)
ander(en) danwel alleen, al dan niet opzettelijk,
(een) handeling(en) met afvalstoffen heeft verricht waarvan hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s) redelijkerwijs had(den) kunnen weten dat daardoor
nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden en/of konden ontstaan, terwijl
hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet aan zijn/haar verplichting heeft
voldaan alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem en/of zijn
mededader(s) konden worden gevergd, teneinde die gevolgen zoveel mogelijk te
voorkomen en/of te beperken,
immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
dumping 1
-op of omstreeks 20 augustus 2014, achttien, althans één of meer vat(en) en/of
één 1000 liter IBC-vat, met (restanten) van (gevaarlijke) afvalstoffen althans
afval afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de
Leuckartmethode, gestort en/of achtergelaten en/of op/in de bodem gebracht in
en/of nabij een maïsveld, gelegen in de nabijheid van de Tweede Groenedijk te
Emmer-Compascuum, en/of
dumping 2
-op of omstreeks 21 augustus 2014, twee, althans één of meer 1000 liter
IBC(’s) en/of twee, althans één of meer vat(en), met (restanten) (gevaarlijke)
afvalstoffen, althans afval afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit
BMK met de Leuckartmethode, gestort en/of achtergelaten en/of op/in de bodem
gebracht van een bosschage, gelegen in de nabijheid van de Ermerweg te Emmen
en/of
-op of omstreeks 21 augustus 2014, een gele stroperige vloeistof, zijnde een
(gevaarlijke) afvalstof, althans afval afkomstig van de vervaardiging van
amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en/of achtergelaten en/of
in/op de bodem gebracht op klinkerbestrating van een parkeerplaats, gelegen in
de nabijheid van de Ermerweg te Emmen , en/of
dumping 3
-op of omstreeks 21 augustus 2014 een gele stroperige vloeistof, zijnde een
gevaarlijke) afvalstof, althans afval afkomstig van de vervaardiging van
amfetamine uit BMK et de Leuckartmethode gestort en/of achtergelaten en/of
op/in de bodem gebracht op een klinkerbestrating van het terrein van een
autowasstraat gelegen aan de [adres 2] te Emmen , en/of
-op of omstreeks 21 augustus 2014 een (gevaarlijke) afvalstof, althans afval
afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode
geloosd en/of achtergelaten in de riolering van een wasstraat gelegen aan
[adres 2] te Emmen , en/of
dumping 4
-op of omstreeks 21 augustus 2014 vijf, althans één of meer vat(en), met
(restanten) (gevaarlijke) afvalstoffen, althans afval afkomstig van de
vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en/of
achtergelaten en/of op/in de bodem gebracht van een bermsloot en/of een berm,
gelegen in de nabijheid de Kapitein Antiferstraat te Emmen ;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 augustus
2014 tot en met 21 augustus 2014 te Emmer-Compascuum en/of te Emmen , in de
gemeente Emmen , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een)
ander(en) danwel alleen, al dan niet opzettelijk,
op of in de bodem een handeling als bedoeld in artikel 6 tot en met 11 van de
Wet bodembescherming heeft verricht, bestaande uit het storten en/of
neerleggen en/of opslaan van afvalstoffen afkomstig van de productie van drugs,
immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
dumping 1
-op of omstreeks 20 augustus 2014 in en/of nabij een maïsveld in de nabijheid
van de Tweede Groenedijk te Emmer-Compascuum, achttien, althans één of meer
vat(en) en/of één 1000 liter IBC-vat, met (restanten) van (gevaarlijke)
afvalstoffen, althans afval afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit
BMK met de Leuckartmethode, gestort en/of achtergelaten en/of in/op de bodem
gebracht, en/of
dumping 2
-op of omstreeks 21 augustus 2014 in een bosschage in de nabijheid van de
Ermerweg te Emmen , twee, althans één of meer 1000 liter IBC(’s) en/of twee,
althans één of meer vat(en), met (restanten) (gevaarlijke) afvalstoffen,
althans afval afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de
Leuckartmethode, gestort en/of achtergelaten en/of in/op de bodem gebracht
en/of
-op of omstreeks 21 augustus 2014 op een klinkerbestrating van een
parkeerplaats in de nabijheid van de Ermerweg te Emmen , een gele stroperige
vloeistof, zijnde een (gevaarlijke) afvalstof, althans afval afkomstig van de
vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en/of
achtergelaten en/of in/op de bodem gebracht, en/of
dumping 3
-op of omstreeks 21 augustus 2014 op een klinkerbestrating van het terrein van
een autowasstraat gelegen aan de [adres 2] te Emmen , een gele
stroperig vloeistof, zijnde een (gevaarlijke) afvalstof, althans afval
afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode,
gestort en/of achtergelaten en/of op/in de bodem gebracht, en/of
dumping 4
-op of omstreeks 21 augustus 2014 in een bermsloot en/of een berm, in de
nabijheid van de Kapitein Antiferstraat te Emmen , vijf, althans één of meer
vat(en) met (restanten) (gevaarlijke) afvalstoffen, althans afval afkomstig
van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort
en/of achtergelaten en/of in/op de bodem gebracht,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs had(den) kunnen vermoeden dat door die handeling(en) de bodem
kon worden verontreinigd en/of aangetast, en al dan niet opzettelijk niet aan
zijn/hun verplichting verplichting heeft/hebben voldaan alle maatregelen te
nemen die redelijkerwijs van hem en/of zijn mededader(s) kon(den) worden
gevergd, teneinde die verontreiniging en/of aantasting te voorkomen danwel,
terwijl die verontreiniging en/of aantasting zich voordeed, de
verontreiniging of aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en
zoveel mogelijk ongedaan te maken;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 augustus
tot en met 21 augustus 2014 te Emmer-Compascuum en/of te Emmen , in de gemeente Emmen , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
danwel alleen, al dan niet opzettelijk, zich van afvalstoffen heeft ontdaan
door deze - al dan niet in verpakking - buiten een inrichting te storten, of
anderszins op of in de bodem te brengen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
dumping 1
-op of omstreeks 20 augustus 2014, achttien, althans één of meer vat(en) en/of
één 1000 liter IBC-vat, met (restanten) van (gevaarlijke) afvalstoffen,
althans afval afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de
Leuckartmethode, gestort en/of achtergelaten en/of anderszins op of in de
bodem gebracht van en/of nabij een maïsveld, gelegen in de nabijheid van de
Tweede Groenedijk te Emmer-Compascuum, en/of
dumping 2
-op of omstreeks 21 augustus 2014 twee, althans één of meer 1000 liter IBC(’s)
en/of twee, althans één of meer vat(en), met (restanten) (gevaarlijke)
afvalstoffen, althans afval afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit
BNK met de Leuckartmethode, gestort en/of achtergelaten en/of anderszins op of
in de bodem gebracht van een bosschage, gelegen in de nabijheid van de
Ermerweg te Emmen , en/of
-op of omstreeks 21 augustus 2014 een gele stroperige vloeistof, zijnde een
(gevaarlijke) afvalstof, althans afval afkomstig van de vervaardiging van
amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en/of achtergelaten en/of
anderszins op of in de bodem gebracht van de klinkerbestrating van een
parkeerplaats, gelegen in de nabijheid van de Ermerweg te Emmen , en/of
dumping 4
-op of omstreeks 21 augustus 2014 vijf, althans één of meer vat(en), met
(restanten) (gevaarlijke) afvalstoffen, althans afval afkomstig van de
vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en/of
achtergelaten en/of anderszins op of in de bodem gebracht van een bermsloot
en/of een berm, gelegen in de nabijheid van de Kapitein Antiferstraat te Emmen .
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden.
4. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs
Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie acht het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, op basis van onder meer de bekennende verklaring van medeverdachte [medeverdachte] , de verklaringen van diverse getuigen, de camerabeelden en de NFI-verklaring. Tevens is er sprake van een nauwe en bewuste samenwerking, waarmee bewezen is dat er sprake is van medeplegen.
De verdediging heeft aangevoerd dat, behalve de belastende verklaring van de medeverdachte [medeverdachte] - tevens neef van de verdachte [verdachte] - uit niets blijkt dat [verdachte] rechtstreeks in verband wordt gebracht met de tenlastegelegde feiten. De afgelegde verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte] zijn ongeloofwaardig, omdat er hiaten en ongerijmdheden zitten in zijn verklaringen. De verklaringen van [medeverdachte] zijn tegenstrijdig en worden niet ondersteund door andere getuigenverklaringen, maar worden juist weersproken. De getuigenverklaringen geven een heel ander scenario van de feiten. De verklaringen van [medeverdachte] kunnen niet gebruikt worden voor het bewijs en dienen derhalve uitgesloten te worden van het bewijs. Op basis hiervan kan niet geconcludeerd worden dat [verdachte] de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
Ten aanzien van het gevonden stuk metaal stelt de raadsman dat niet is vastgesteld dat het afkomstig is van de vrachtauto. Er is nog onderzoek hiernaar gaande en dat onderzoek is niet is afgerond.
Ten aanzien van het telefoonverkeer van [verdachte] , stelt de raadsman dat verdachte lasser is van beroep en dat hij via een uitzendbureau werkt op verschillende locaties. Hierdoor maakt hij regelmatig gebruik van pompwagens om grote in elkaar gelaste attributen van de ene naar de locatie te verplaatsen. Ten aanzien van de dumpingen als zodanig stelt de raadsman dat één van de dumpingen is gedaan op een betonpad en één in een slibvangput, waardoor de bodem niet verontreinigd is en ook geen nadelige gevolgen voor het milieu kunnen optreden. [verdachte] moet dan ook vrijgesproken worden van de ten laste gelegde feiten.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Evenals de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft gepleegd.
Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
De feiten
Tussen 20 augustus 2014 en 22 augustus 2014 zijn er illegale dumpingen geweest van afvalstoffen afkomstig van drugsproductie op vier locaties in de gemeente Emmen . Medeverdachte [medeverdachte] is enkele dagen in Emmen gebleven en hij heeft verklaard op verschillende tijdstippen in die periode en op verschillende locaties verdachte [verdachte] te hebben geholpen met het zich ontdoen van die afvalstoffen.
Op 21 augustus 2014 werden in een maïsveld gelegen aan de Tweede Groenedijk te Emmer- Compascuum vaten ontdekt (dumping 1). Aangetroffen werd een 1000 liter IBC op een betonpad. Op de bodem bij het aftappunt zat een vochtige plek; mogelijk is een zeer kleine hoeveelheid vloeistof uit de IBC gelekt. Daarnaast stond op het betonpad een blauw 200 liter vat. In het maisveld lagen daarnaast enkele 20 liter vaten. Deze waren nagenoeg leeg. In sommige vaten zaten restanten die bemonsterd zijn. Ook zat op sommige vaten geen dop. Op deze locatie is de laadklep van de vrachtwagen afgebroken terwijl hier een volle IBC op stond. Op deze locatie is tevens een pompwagen achtergebleven (pag. 550). De verbalisanten roken ter plaatse een sterk zoete weeïge geur. Ook namen zij waar dat toen het tape van een vat werd verwijderd er een gas/damp ontsnapte. Uit het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) (pag.130) blijkt dat afvalstoffen zijn achtergelaten die zijn overgebleven na drugsproductie.
Dumping 2 werd ontdekt op 22 augustus 2014. De dumping vond plaats op 21 augustus 2014. Deze keer werd er gedumpt in een bosschage in een natuur- en wandelgebied aan de Ermerweg te Emmen . Richting de stortlocatie liep een rijspoor van een gele stroperige vloeistof die zoetig en weeïg rook. In de bosschage werden twee 1000 liter IBC’s gedumpt op de bodem. Beide IBC’s lagen op de kant. Tevens lagen er twee 200 liter vaten. In de vaten zat nagenoeg geen vloeistof, wel kwam er gas vrij uit de vaten. De aftapkraantjes van de IBC’s stonden open. Ook was er gemorst op de klinkers van de parkeerstrook. Het NFI rapport van deze dumping concludeert dat er sprake is van drugsafval (pag. 132 e.v.).
Op vrijdag 22 augustus 2014 werd op het bedrijfsterrein van een autowasstraat bij het AVIA benzinestation, gelegen aan de [adres 2] ter Emmen , een afvalstort en -lozing aangetroffen (dumping 3). Achter het tankeiland is een wasstraat gevestigd met drie wascabines, aangesloten op een olie/vet afscheider vangput. Op het met klinkers verharde terrein voor de wasstraat lag een breed spoor bestaande uit een gele stroperige vloeistof. Rijsporen, afkomstig van deze gele stroperige vloeistof, waren zichtbaar op de klinkers en tegelpad richting de achteruitgang naar de Noordbargerstraat. In de opvangsleuf van afvalwater van de middelste wascabine lag dezelfde gele stroperige vloeistof. Door de verbalisanten werd vastgesteld dat deze vloeistof overeen kwam met die van de afvalstortlocatie Ermerweg perceel Staatbosbeheer (dumping 2). Uit het NFI rapport blijkt dat er sprake is van afval afkomstig van drugsproductie (pag. 138 e.v.).
Vervolgens werd dumping 4 ontdekt in de middag van 22 augustus 2014. Deze keer werd drugsafval aangetroffen in een bermsloot in het industriegebied de Kapitein in Emmen . In de droge bermsloot laten vijf vaten (één van 200 liter en vier van 40 liter). Op het gras waren sporen zichtbaar van vloeistof. Vermoedelijk ontstaan bij het verplaatsen van de vaten in de sloot. Er werd een zoetige weeïge geur waargenomen die deed denken aan drugsafval. Uit het NIF rapport blijkt dat het gaat om drugsafval (pag. 153 e.v.).
De betrouwbaarheid van het bewijs
Verdachte [verdachte] ontkent dat hij betrokken is geweest bij de vier dumpingen. Medeverdachte [medeverdachte] heeft een bekennende verklaring afgelegd. Uit diverse bewijsmiddelen blijkt de nauwe betrokkenheid van [verdachte] bij het delict.
Medeverdachte [medeverdachte] verklaart dat hij in augustus 2014 voor zijn oom, verdachte [verdachte] , een vrachtwagen heeft gehuurd in Amsterdam bij ‘Drive Yourself’ autoverhuur (pag. 443 en 526). [verdachte] verklaart hierover dat hij niets weet van de huur van een verhuiswagen (pag. 591). Zijn verklaring wordt echter weersproken door de verklaring van [medeverdachte] , namelijk dat hij samen met [verdachte] (pag. 549) aanwezig was bij de huur van de vrachtwagen. Blijkens de verklaring van [medeverdachte] was [verdachte] naar Amsterdam gekomen om de borg te betalen van de gehuurde vrachtauto, omdat [medeverdachte] zelf het financieel niet breed had. Het huurcontract stond op naam van [medeverdachte] omdat [verdachte] niet in het bezit was van een geldig rijbewijs. De verhuurder van de vrachtauto, getuige [getuige 1] , verklaart dat het huurcontract op naam stond van [medeverdachte] en dat [medeverdachte] nog een ouder iemand bij zich had, een man.
De aanwezigheid van verdachte [verdachte] bij de huur van de vrachtwagen wordt bovendien bevestigd door de historische verkeersgegevens van het mobiele nummer [telefoonnummer 1] , in gebruik bij de verdachte [verdachte] . Daaruit bleek namelijk het volgende (pag. 690): op 18 augustus 2014 te 10.06 uur, straalde de GSM van [verdachte] een mast aan, welke gelegen is aan de Parnassusweg te Amsterdam. De Parnassusweg ligt in de nabijheid van de Havenstraat in Amsterdam. In deze straat is autoverhuur Drive Yourself gelegen, het bedrijf waar de verdachte [medeverdachte] op 18 augustus 2014 tegen 11.00 uur de vrachtwagen heeft gehuurd die betrokken is geweest bij de dumping van het drugsafval. Er is geen enkele aanleiding in het dossier om de verklaringen van zowel [medeverdachte] als van getuige [getuige 1] op dit punt niet betrouwbaar te achten. Daartegenover staat de verklaring van [verdachte] , die nergens ondersteuning vindt in het dossier.
Verder heeft [medeverdachte] verklaard dat zijn oom naar Amsterdam was gekomen in een lichtgrijze Toyota Avensis. [verdachte] heeft zelf ook verklaard dat hij rijdt in een (geleende) Toyota Avensis, grijs van kleur (pag. 589). Verbalisanten hebben deze auto ook waargenomen voor de deur van het huis van [naam 2] en [verdachte] (pag. 613), en een soortgelijke auto is gesignaleerd op camerabeelden bij de dumping bij het Avia tankstation.
[medeverdachte] verklaart dat hij vervolgens samen met zijn hoogzwangere vriendin [naam 1] (hierna: [naam 1] ) en met zijn oom naar het huis van zijn oom en diens vriendin [naam 2] (hierna: [naam 2] ) in Emmen is gereden om te helpen met verhuizen - naar hij meende - van zijn oom. [verdachte] verklaart daarentegen dat hij niemand mee naar huis heeft meegenomen (in Emmen ). De verklaring van [verdachte] wordt weerlegd door diverse bewijsmiddelen in het dossier. Zo heeft ook [naam 1] verklaard dat zij met de oom van haar vriend is meegereden in zijn auto (de Toyota), dat [medeverdachte] ( [medeverdachte] ) naar Emmen is gereden met een gehuurde auto, en dat dit huis in Emmen was. In het huis was ook de vriendin van [verdachte] , [naam 2] aanwezig. Verder verklaart [naam 1] dat zij een dag in Emmen is gebleven met [medeverdachte] en dat zij de volgende dag met [medeverdachte] terugging naar Amsterdam, vanwege een ziekenhuisafspraak. [medeverdachte] is daarna weer teruggekeerd naar zijn oom [verdachte] in Emmen . Zij verklaart verder dat zij op de terugweg samen met [medeverdachte] in de auto van zijn oom naar Amsterdam zijn gereden. Uit de telefoongegevens van [medeverdachte] blijkt dat hij op 18 augustus 2014 van Amsterdam naar Emmen is gegaan. De uitgelezen mastgegevens bevestigen dat [naam 1] en [medeverdachte] in Emmen zijn geweest (pag. 416 en 417). Tijdens zijn periode in Emmen , straalt de telefoon van verdachte [medeverdachte] bij herhaling palen aan in de omgeving van de woning van verdachte [verdachte] , evenals de telefoon van [naam 1] . Hun beider telefoons stralen aan op de paal Brinkenhalte. Dit is de straat naast de woning van [naam 2] en [verdachte] . Dit bevestigt de verklaring van [medeverdachte] en van [naam 1] en maakt het aannemelijk dat zij in Emmen waren. Op 19 augustus 2014 is [medeverdachte] nadat hij van Emmen naar Amsterdam was teruggegaan, die avond weer teruggekeerd in Emmen . Hij is daar tot en met 21 augustus 2014 gebleven (pag. 675). Tijdens zijn periode in Emmen straalt [medeverdachte] bij herhaling palen aan in de omgeving van de woning van verdachte [verdachte] .
Gedurende de tenlastegelegde periode is er veel telefonisch contact tussen [medeverdachte] en [verdachte] en diens vriendin [naam 2] . [verdachte] verblijft bij zijn vriendin [naam 2] , aan de [adres 4] te Emmen . Er is 48 keer gebeld met de telefoon van [medeverdachte] met [naam 2] . [naam 2] maakt gebruik van het vaste telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Op 21 augustus 2014, de datum van de dumping aan de Ermerweg, de dumping aan de AVIA tankstation en de dumping aan de Antiferstraat, was er van het GSM nummer van [medeverdachte] 18 keer een registratie met dit telefoonnummer van [naam 2] . In de huurperiode van 18 tot en met 22 augustus 2014 van de vrachtauto van Drive Yourself was er van het GSM telefoonnummer van [medeverdachte] 30 keer een registratie met het telefoonnummer van [verdachte] . Op 20 augustus 2014, de datum van de dumping aan de Tweede Groenedijk, was er van het GSM nummer van [medeverdachte] twee keer een registratie met het telefoonnummer van [verdachte] . Op 21 augustus 2014, de datum van de dumping aan de Ermerweg, de dumping aan de AVIA tankstation en de dumping aan de Antiferstraat, was er van het GSM nummer van [medeverdachte] 4 keer een registratie met dit nummer van [verdachte] .
De rechtbank is, anders dan de verdediging van oordeel dat de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte] betrouwbaar zijn en als bewijsmiddel gebruikt kunnen worden. De verklaringen die [medeverdachte] heeft afgelegd over de gedane dumpingen tezamen met [verdachte] op de verschillende, in de tenlastelegging aangegeven locaties in de ten laste gelegde periode, zijn consistent, concreet en gedetailleerd en komen in essentie overeen met andere bewijsmiddelen in het dossier. De verklaringen van [medeverdachte] worden ondersteund door diverse bewijsmiddelen in het dossier, waaronder de (uitgelezen) camerabeelden bij dumping 3 (pag. 77) en foto’s, de huurovereenkomst (pag. 443) van de vrachtwagen, de telefoongegevens van beide verdachten en de verklaringen van diverse getuigen. Daaraan doet niet af dat [medeverdachte] in eerste instantie bij de politie geen verklaring wilde afleggen en eerst bij het vijfde verhoor volledig heeft bekend (pag. 548 e.v.).
De betrokkenheid van [verdachte] bij de dumpingen blijkt ook uit sms-berichten met een onbekend gebleven persoon voor en na de dumpingen (pag. 627). Daar is gesproken over (onder andere) een pompwagen. De pompwagen is achtergebleven c.q. kwijtgeraakt in het maisveld (dumping 1) (pag. 550). Verdachte [medeverdachte] heeft verder verklaard dat de laadklep van de vrachtauto kapot was gegaan. Een stuk metaal van de laadklep van de vrachtauto was achtergebleven op het maisveld. Het stuk metaal is door de verhuurder van de vrachtauto aan de kleur herkend en deze zou afkomstig zijn van de vrachtwagen.
Medeverdachte [medeverdachte] heeft nog gebeld met de verhuurder van de vrachtwagen om de huurtermijn van de vrachtauto te verlengen, hetgeen is bevestigd door getuige [getuige 1] .
Aangeefster van AVIA, [naam 3] , verklaart dat bij het openen van het tankstation op vrijdag 22 augustus 2014 om 06.45 uur de verontreiniging was aangetroffen. Zij verklaart daarbij dat er waarschijnlijk afvalvloeistoffen zijn geloosd in de middelste wascabine en dat er in de wateropvangbak van de cabine een gele stroperige vloeistof zat. Zij verklaart ook dat de slibvangput nagenoeg vol zat, terwijl dit gezien de laatste lediging van twee maanden geleden niet voorstelbaar was. Zij verklaart voorts dat zij de camerabeelden van de dag ervoor heeft bestudeerd en dat te zien is dat op donderdag 21 augustus 2014 tussen 21.12 uur en 21.28 uur een blauwe vrachtauto met gesloten bak, met opschrift op de laadbak ‘Drive Yourself” autoverhuur in de wasstraat staat en dat te zien is bij het wegrijden, een vloeistof uit de laadbak stroomt en op het terrein terechtkomt. Tevens verklaart zij dat er op dat moment ook sprake is van een grijze personenauto. Deze is soortgelijk als die van verdachte [verdachte] . Zij verklaart dat er sprake was van twee personen die zichtbaar zijn op de camerabeelden en dat de voertuigen via de achterzijde van het terrein zijn vertrokken naar de Noordbargerstraat (pag. 62 e.v.).
Het verweer van de verdediging dat medeverdachte [medeverdachte] verdachte [verdachte] probeert erin te luizen, volgt de rechtbank niet. De rechtbank heeft hiertoe geen aanknopingspunten in het dossier gevonden. De rechtbank merkt in dit verband op dat medeverdachte [medeverdachte] in de verklaring die hij heeft afgelegd ook zichzelf daarmee belast. Immers, door een bekennende verklaring af te leggen, heeft medeverdachte [medeverdachte] hiermee ook zichzelf aan strafvervolging blootgesteld. Verdachte [medeverdachte] verklaart uitvoerig en gedetailleerd over de wijze waarop de vier dumpingen zijn uitgevoerd samen met verdachte [verdachte] (pag. 550-552). In het licht van vorenstaande ziet de rechtbank onvoldoende aanleiding om te twijfelen aan de verklaringen van [medeverdachte] . De rechtbank zal de verklaring van [verdachte] dan ook als leugenachtig terzijde stellen.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [verdachte] tezamen met mededader [medeverdachte] de strafbare feiten heeft gepleegd. De rechtbank komt tot de conclusie dat hiermee feit 1 primair is bewezen. Blijkens het bovenstaande kan voorts geconcludeerd worden dat deze stoffen buiten een inrichting zijn gestort en op de bodem zijn gebracht. Daarmee is ook feit 2 bewezen, met dien verstande dat ten aanzien van dumping 3 (autowasstraat bij het AVIA benzinestation) niet vast staat dat deze dumping buiten een inrichting plaatsvond, zodat verdachte op dit onderdeel wordt vrijgesproken.
Medeplegen
Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake van medeplegen. Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij wist dat het niet goed zat. Hij had het vermoeden dat zijn oom [verdachte] drugs gebruikte en hij wist dat het om chemicaliën ging. Desondanks heeft verdachte [medeverdachte] actief handelingen verricht. Daarmee is het opzet bewezen. Daar komt bij dat verdachte een belangrijke materiële bijdrage heeft geleverd aan de uitvoering van het delict. [medeverdachte] heeft de betreffende vrachtwagen gehuurd. Wat er ook zij van de verklaring van [medeverdachte] dat hij niet wist dat het ging om het dumpen van chemicaliën toen hij de vrachtwagen ging huren- hij dacht dat hij moest helpen bij een verhuizing van zijn oom [verdachte] in Emmen - hij wist echter vanaf het moment dat hij ermee geconfronteerd werd dat de afvalstoffen op de door hem gehuurde vrachtauto waren geladen, wat er ging gebeuren en hij heeft hier actief aan meegewerkt. De gedragingen van verdachte en zijn medeverdachte geven, zoals weergegeven in de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte] blijk van een nauwe en bewuste samenwerking, zodat sprake is van medeplegen. De rechtbank acht de feiten dan ook wettig en overtuigend bewezen in de opzet- en medepleegvariant.
Gelet op de hiervoor beschreven feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte [verdachte] samen met medeverdachte [medeverdachte] het onder 1 primair en onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij in de periode van 20 augustus 2014 tot en met 21 augustus 2014 te Emmer-Compascuum en te Emmen in de gemeente Emmen , tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk handelingen met afvalstoffen heeft verricht waarvan hij, verdachte, en zijn mededader redelijkerwijs had kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden of konden ontstaan, terwijl hij, verdachte en zijn mededader niet aan zijn verplichting heeft voldaan alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem en zijn mededader konden worden gevergd, teneinde die gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen en/of te beperken, immers heeft hij, verdachte en zijn mededader
dumping 1
-op of omstreeks 20 augustus 2014, achttien vaten en één 1000 liter IBC-vat, met restanten van afvalstoffen afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en achtergelaten en op de bodem gebracht in een maïsveld, gelegen in de nabijheid van de Tweede Groenedijk te Emmer-Compascuum, en
dumping 2
- op of omstreeks 21 augustus 2014, twee 1000 liter IBC(’s) en twee vaten, met restanten van afvalstoffen afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en achtergelaten en op de bodem gebracht van een bosschage,gelegen in de nabijheid van de Ermerweg te Emmen , en
-op of omstreeks 21 augustus 2014, een gele stroperige vloeistof, zijnde een afvalstof, afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en achtergelaten en op de bodem gebracht op klinkerbestrating van een parkeerplaats, gelegen in de nabijheid van de Ermerweg te Emmen , en
dumping 3
-op of omstreeks 21 augustus 2014 een gele stroperige vloeistof, zijnde een afvalstof, afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode gestort en achtergelaten en op de bodem gebracht op een klinkerbestrating van het terrein van een autowasstraat gelegen aan de [adres 2] te Emmen , en
-op of omstreeks 21 augustus 2014 een afvalstof afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode geloosd en achtergelaten in de riolering van een wasstraat gelegen aan [adres 2] te Emmen , en
dumping 4
- op of omstreeks 21 augustus 2014 vijf vaten, met restanten van afvalstoffen afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en achtergelaten en op de bodem gebracht van een bermsloot, gelegen in de nabijheid de Kapitein Antiferstraat te Emmen ;
2.
hij in de periode van 20 augustus tot en met 21 augustus 2014 te Emmer-Compascuum en te Emmen in de gemeente Emmen , tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk zich van afvalstoffen heeft ontdaan door deze - al dan niet in verpakking - buiten een inrichting te storten, of anderszins op de bodem te brengen, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededader
dumping 1
-op of omstreeks 20 augustus 2014, achttien vaten en één 1000 liter IBC-vat, met restanten van afvalstoffen, afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en achtergelaten en anderszins op de bodem gebracht van een maïsveld, gelegen in de nabijheid van de Tweede Groenedijk te Emmer-Compascuum, en
dumping 2
-op of omstreeks 21 augustus 2014 twee 1000 liter IBC(’s) en twee vaten met restanten van afvalstoffen, afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit
BMK met de Leuckartmethode, gestort en achtergelaten en anderszins op de bodem gebracht van een bosschage, gelegen in de nabijheid van de Ermerweg te Emmen , en
-op of omstreeks 21 augustus 2014 een gele stroperige vloeistof, zijnde een afvalstof, afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en achtergelaten en anderszins op de bodem gebracht van de klinkerbestrating van een parkeerplaats, gelegen in de nabijheid van de Ermerweg te Emmen , en
dumping 4
-op of omstreeks 21 augustus 2014 vijf vaten met restanten van afvalstoffen, afkomstig van de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode, gestort en achtergelaten en anderszins op de bodem gebracht van een bermsloot en/of een berm, gelegen in de nabijheid van de Kapitein Antiferstraat te Emmen .
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
6. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij artikel 47 Sr, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en de artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet milieubeheer.Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair
het misdrijf: het medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.1 lid 1 van de Wet milieubeheer opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: het medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.2 lid 1 van de Wet milieubeheer opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
7. De strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
8. De op te leggen straf of maatregel
8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich met de mededader [medeverdachte] schuldig gemaakt aan het in strijd met de milieuregelgeving vervoeren en dumpen van een grote hoeveelheid afvalstoffen die afkomstig waren van de productie van verdovende middelen. Het bewust niet in acht nemen van de milieuregelgeving in verband met het verhullen van illegale productie van synthetische drugs levert grootschalige dumpingen op van afval en is verworden tot een groot maatschappelijk probleem. Het dumpen van dit afval levert aanzienlijke risico’s op voor de natuur en voor de volksgezondheid. Mensen kunnen daardoor (kortdurende) gezondheidsklachten oplopen. Door het niet op reguliere wijze afvoeren van afvalstoffen ontstaat er een zeer grote kans op milieuschade, waarbij tevens een zeer hoge kostenpost voor de samenleving, zowel de overheid als particulieren, ontstaat, omdat deze afvalstoffen zorgvuldig moeten worden verwijderd en er alsnog voor een verantwoorde verwerking van deze afvalstoffen moet worden zorggedragen.
Het strafblad van verdachte bevat een eerdere veroordeling op het gebied van de Opiumwet, naast andere delicten. Verdachte had belang bij het zich ontdoen van afval dat afkomstig was van een drugslaboratorium. Voorts is gebleken dat verdachte de initiator van de dumpingen is geweest en dat hij de medeverdachte heeft gebruikt met het doel om zelf zoveel mogelijk uit het zicht te blijven. Verdachte is, nadat de afvalstoffen op een door de mededader [medeverdachte] gehuurde auto waren geladen, meerdere malen tot dumping overgegaan en heeft de risico’s daarvan bewust op anderen afgewenteld.
De rechtbank is van oordeel dat voor de afdoening van de onderhavige zaak een forse gevangenisstraf, passend en geboden is. Daarnaast wordt een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst wederom strafbare feiten te plegen. Daarbij zal een proeftijd van drie jaar gelden om er voor te zorgen dat verdachte voor langere tijd deze stok achter de deur voelt.
9. De schade van benadeelden
9.1
De vordering van de benadeelde partij
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen stelt de raadsman dat de vordering van de Gemeente Emmen niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. Weliswaar heeft de gemeente onder meer een factuur van [schoonmaakbedrijf] overgelegd voor een bedrag van
€ 12.000,--, echter de factuur dateert vijf maanden na de dumping, op 11 december 2014. Uit niets blijkt dat deze factuur te maken zou hebben met de dumping en dat er dus sprake zou zijn van rechtstreekse schade. Dit geldt eveneens voor de vordering van Drive Yourself autoverhuur; deze dient niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu dit een openstaande factuur van medeverdachte [medeverdachte] is. Er is geen sprake van rechtstreekse schade als gevolg van de bewezenverklaarde feiten.
Gemeente Emmen heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 21.118,35, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- -
[schoonmaakbedrijf] opschoonwerkzaamheden ad € 13.618,55;
- -
Inzet personeel Kapitein Antiferstraat ad € 1.543,55;
- -
Inzet personeel Tweede Groenedijk ad € 5.956,25.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in de vordering ontvankelijk en is de vordering deels gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte door de bewezenverklaarde feiten 1 primair en 2 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De rechtbank zal het gevorderde deels toewijzen voor een bedrag van € 7.499,80, inclusief de van rechtswege verschuldigde wettelijke rente vanaf 21 augustus 2014. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
De gestelde schade voor wat betreft [schoonmaakbedrijf] opschoonwerkzaamheden ad € 13.618,55 is door de benadeelde partij niet voldoende onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om zijn stellingen alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onaanvaardbare vertraging van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk zal verklaren. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Avia Tankstation, te Emmen , heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 4.701,98, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- -
Verwijderen van vloeistof door Sita ad € 3.455,38;
- -
Reiniging terrein door Ecoloss ad € 1.246,60.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in de vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte door de bewezenverklaarde feiten 1 primair en 2 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 4.701,98 inclusief de van rechtswege verschuldigde wettelijke rente vanaf 21 augustus 2014. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
Drive Yourself autoverhuur, te ‘ s-Hertogenbosch , heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 1.527,20, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- Factuur auto ad € 1.527,20.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in de vordering ontvankelijk en is de vordering deels gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte door de bewezenverklaarde feiten 1 primair en 2 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. Gelet op de onderbouwing van de vordering komt de rechtbank vergoeding van materiële schade aan schoonmaakkosten redelijk en billijk voor. Op grond van de thans beschikbare gegevens oordeelt de rechtbank dat een materiële schade tot een bedrag van € 5.00,00 aannemelijk is. De rechtbank zal daarom het gevorderde daarom deels toewijzen voor een bedrag van
€ 500,00, inclusief de van rechtswege verschuldigde wettelijke rente vanaf 21 augustus 2014. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
De gestelde schade voor wat betreft de rest van de materiële schade ad € 1.027,20 is door de benadeelde partij niet voldoende onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om zijn stelling alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onaanvaardbare vertraging van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk zal verklaren. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
9.2
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal hierbij steeds de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien de verdachte jegens de benadeelden naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door feiten 1 primair en feit 2 is toegebracht.
10. De toegepaste wettelijke voorschriften
11. De beslissing
De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- -
verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- -
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- -
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- -
verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:feit 1primair
Het misdrijf: het medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.1 lid 1 van de Wet milieubeheer opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
feit 2
Het misdrijf: het medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.2 lid 1 van de Wet milieubeheer opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde;
straf
- -
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van achttien (18) maanden, waarvan zes (6) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren;
- -
bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- -
bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- -
veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Gemeente Emmen, te Emmen , van een bedrag van € 7.499,80, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 augustus 2014, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- -
veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- -
legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten onder 1 primair en 2 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 7.499,80 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 72 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- -
bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- -
bepaalt dat de benadeelde partij: Gemeente Emmen voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- -
veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Avia Tankstation, te Emmen , van een bedrag van € 4.701,98, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 augustus 2014, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- -
veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- -
legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten 1 primair en 2 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 4.701,98 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 57 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- -
bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- -
veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Drive Yourself autoverhuur, te ’ s-Hertogenbosch , van een bedrag van € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 augustus 2014, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- -
veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- -
legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feiten 1 primair en 2 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 500,00 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 10 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- -
bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- -
bepaalt dat de benadeelde partij: Drive Yourself autoverhuur, voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Aksu, voorzitter, mr. F.C. Berg en mr. J. Wentink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Akfidan-Turan, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 november 2016.
Buiten staat
Mr. Berg is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Noord-Nederland met nummer 03DRM14009-ESPERO van 16 februari 2015. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Proces-verbaal van verhoor van de medeverdachte [medeverdachte] op 21 januari 2015 voor zover inhoudende de verklaring van medeverdachte, pag. 548 t/m 553:
De verdachte verklaarde:
V: Hoe is het precies gegaan.
A: Het is allemaal in augustus gebeurd. Ik weet niet alles precies meer in detail. Ik probeer alles naar waarheid te vertellen.
Mijn oom, [verdachte] , is op visite geweest. Dit was een week of twee voordat ik de Iveco heb gehuurd. Hij was hier samen met [naam 2] bij mij en mijn vriendin op de [adres 18] in Amsterdam. Zij kwamen hier om ons te feliciteren met onze zwangerschap en het krijgen van een dochtertje. Ik had mijn oom al een hele tijd niet gezien, ik denk een jaar of zo. Mijn oom kwam via Facebook erachter dat ik zwanger was. Hij heeft toen gebeld om langs te komen en zo kwamen wij bij elkaar. Tijdens het gesprek hadden wij het over de spullen die wij voor de baby nodig hadden. Wij hadden het er ook over dat wij het financieel niet breed hadden Mijn oom zei toen dat hij een kinderbedje kado wilde geven.
Een paar dagen nadat het geld was overgemaakt kwam mijn oom langs om te kijken naar het bedje. Hij kwam toen alleen naar de [adres 18] toe. U zegt mij dat op 15 augustus 120 euro is overgemaakt. Het moet dan een paar dagen na 15 augustus zijn geweest dat mijn oom bij mij is geweest. Toen hij bij mij was vroeg hij mij of ik wat wilde bijverdienen. We hebben er niet over gehad wat ik zou verdienen. Hij vertelde mij ook niet wat ik moest gaan doen maar dat hij alleen een verhuiswagen nodig had. Ik dacht toen dat het om een verhuizing ging. Ik heb wel eens vaker klusjes gedaan zoals verhuizen, vloertjes leggen enzo. Ik zei dat ik wel wat wilde bijverdienen ook omdat wij krap zaten, we hebben het niet breed. We kregen wel veel hulp van alle kanten, pakken luiers, badje en kleertjes. Maar we hadden het niet
financieel breed.
Op de dag dat ik de lveco heb gehuurd belde mijn oom mij om te vragen of ik een verhuurbedrijf kon benaderen om een verhuiswagen te huren. Ik had toen Drive Yourself gebeld. Het was hier mogelijk om een verhuiswagen te krijgen.
U vraagt mij waarom mijn oom dit niet zelf heeft gedaan. Dit heeft hij gedaan omdat hij geen
rijbewijs heeft. Je moet een rijbewijs hebben om een verhuiswagen te huren.
Mijn oom heeft mij toen thuis opgehaald. Mijn oom kwam toen in zijn Toyota Station. Volgens mij lichtgrijs. U vraagt mij of ik kleurenblind ben, dit is niet zo. Ik weet niet meer hoe laat mijn oom, [verdachte] , mij ophaalde.
Wij zijn toen met zijn tweeën naar het autoverhuurbedrijf Drive Yourself gegaan. Wij zijn toen samen naar binnen gelopen waarbij ik mij legitimeerde met mijn rijbewijs en deze dus wilde huren. Mijn oom heeft toen volgens mij 300 euro aan borg betaald. Ik dacht ook toen dat de verhuiswagen de volgende dag weer terug zou moeten. Ik kreeg toen de sleutel en ik ben toen met de medewerker van het verhuurbedrijf om de auto gelopen om naar eventuele schade te kijken. Ik ben toen in de verhuiswagen weg gereden en mijn oom is in zijn auto weg. Mijn oom stelde ook voor gezellig een dagje langs te komen en te blijven slapen met mijn vriendin bij mijn oom en [naam 2] . Mijn vriendin vond dit goed maar zij moest de dag daarop wel naar het ziekenhuis toe voor een echo. Mijn vriendin is toen in de auto van mijn oom gestapt en ik ben in lveco achter mijn oom aan gereden. Wij zijn toen naar het huis van mijn oom en [naam 2] gereden. U vraagt mij of ik wel eens eerder in Emmen ben geweest. Nee, dit is niet zo, ik ben hier nog nooit geweest.
De volgende dag had mijn vriendin een afspraak bij het VU ziekenhuis in Amsterdam. Ik ben toen met de auto van mijn oom samen met mijn vriendin naar het ziekenhuis gereden. Na het bezoek van het ziekenhuis heb ik mijn vriendin weer thuis afgezet op de [adres 18] . Ik ben hier ook nog even geweest om even te eten en rustig te zitten. Ik ben toen naar Emmen gereden.
Na de middag was ik bij het huis van [verdachte] en [naam 2] , het was in ieder geval nog licht.
[naam 2] en [verdachte] waren toen thuis. Ik had de vrachtauto die ik gehuurd had vlak bij het
appartement van [naam 2] neergezet. [verdachte] zei tegen mij dat ik even moest kijken naar de vrachtauto. [verdachte] liep met mij mee. Ik kwam toen voor een verrassing te staan. Ik zag dat er allemaal chemicaliën en jerrycans in stonden. Ik wist niet wat het was. Het stonk heel erg. U vraagt mij de geur te beschrijven. Het rook heel sterk alsof het ammoniak of chloor was of zo. [verdachte] zei toen tegen mij dat wij dit ergens moesten lozen. Ik was compleet verrast en vroeg hem of hij dit niet eerder tegen mij kon vertellen. Ik dacht dat het om een verhuizing ging en dat het ging om sjouwwerk niet dit. Ik was compleet verrast, Ik wist mij ook geen raad. Ik wist niet wat ik ermee moest doen. Ik dacht alleen maar dat de auto op mijn naam stond en dat dit niet goed was. Mijn oom vertelde mij niet wat erin stond.
U vraagt mij wat er allemaal in de Iveco stonden. Er stonden blauwe 5 liter jerrycans in en een 1000 liter vat met ijzer erom heen. Volgens mij waren het twee van deze vaten. De jerrycans waren gestapeld. Mijn oom zei toen dat wij dit moesten lozen, Ik wist dus niet wat mij overkwam, hoe loos je zoiets. Ik vroeg mijn oom hoe komen we hier vanaf om de auto weet normaal in te leveren. Mijn oom zei toen dat wij dit op de juiste plek moesten lozen. Mijn oom zei dat we er van af moesten en dat hij nog na moest denken waar. Ik was ten einde raad, ik wilde terug naar mijn zwangere vrouw en wilde de auto wegbrengen. `s Avond hebben wij die dingen geloosd. U vraagt mij of dit dezelfde avond was, ik durf dit niet meer te zeggen. De volgende dag belde ik het verhuurbedrijf om te zeggen dat het wat langer zou duren. Ik merkte aan de stem van die meneer dat hij er niet blij mee was. Het was in ieder geval wel mogelijk maar er kwamen extra kosten bij. Ik heb met [verdachte] gesproken over wat te doen met de spullen. Ik was niet bekend in Emmen dus [verdachte] moest maar bedenken waar.
U vraagt mij of ik nog aan [verdachte] heb gevraagd waar het afval vandaan kwam. Dit heb ik niet gevraagd. Wij zijn toen die avond, ik weet niet meer hoe laat, met [verdachte] in de vrachtauto gestapt. Wij zijn toen rond gaan rijden. Wij kwamen op een afgelegen plek uit. Het was een verharde weg in het landschap. Ik denk dat er maisvelden waren, daar hebben wij een deel geloosd. Hierbij brak de laadlift af. Mijn oom stapte uit en deed de laadlift open. Ik stapte ook uit met de sleutel omdat je deze nodig had voor de laadlift. [verdachte] en ik hebben toen wat Jerrycans in het maaiveld gegooid. Wij hebben toen met een pompwagen een 1000 litervat op de laadklep gezet. De laadklep brak toen af. Bij mij brak toen de paniek uit omdat ik heelhuids de vrachtwagen wilde terug brengen. [verdachte] duwde de 1000 liter vat, ik stond op de laadklep. De klep brak af, ik viel met klep en al naar beneden. De afgebroken laadklep hebben wij toen in de lveco getild. De vrachtwagen was toen nog niet leeg. Wij zijn toen terug naar de woning van [verdachte] gegaan met een kapotte laadlift. Wij hebben de auto op een parkeerplek bij de woning gezet. Ik reed de auto. Wij zijn naar binnen gegaan. [verdachte] zei tegen mij dat echt eerst de wagen leeg moest voordat ik naar huis kon. U vraagt mij naar de volgende dag. Ik werd die ochtend wakker en bedacht hoe ik naar huis moest komen. Ik werd ook weer gebeld door het verhuurbedrijf over wanneer de auto weer terug kwam. Ik gaf aan de medewerker aan dat het nog een dagje zou duren. Dit kon volgens de medewerker maar de medewerker zei dat als het nog langer zou duren hij aangifte zou doen.
Die avond zijn wij weer weg gegaan. Het was weer donker. Het was de bedoeling om de rest te lozen. Dit was die avond niet gelukt. [verdachte] is toen met zijn eigen auto een rondje gaan rijden om te kijken waar wij de spullen konden lozen. Die avond kwam hij terug met het idee om het afval bij een wasstraat te gaan lozen.
De volgende dag werd ik weer gebeld door het verhuurbedrijf. Ik beloofde toen die meneer van het bedrijf dat ik die avond de verhuiswagen terug zou brengen. Ik was er helemaal klaar mee. Ik heb toen thuis gezeten. [verdachte] ging af en toe weer weg waarbij ik het vermoeden had dat hij drugs gebruikte omdat hij niet zo helder terug kwam. Ik wist gewoon dat het niet goed zou komen. U vraagt mij waarom ik gewoon niet weggegaan was. Ik wilde eigenlijk de verhuurwagen heel terug rijden maar ik kon niet met een volle wagen terug gaan. Die avond zijn wij naar de wasstraat gereden. [verdachte] ging in zijn auto. Ik wist de weg niet en volgde hem naar die wasstraat. Ik zette toen de Iveco in een vak van de wascabines van deze wasstraat. [verdachte] zette zijn auto in de andere vak van de cabine. Volgens mij zaten er maar twee vakken in de wasstraat. Een tankstation en achter het tankstation waren twee spuitcabine’s. Ik heb dus hier de Iveco achteruit ingezet en mijn oom de andere. U vraagt mij aan welke kant ik parkeerde. Als je voor de wasstraat staat heb ik de meest rechtse spuitcabine geparkeerd. Mijn oom zette zijn auto in de linkercabine. Wij waren hier met zijn tweeën. De laadklep hebben wij opzij gezet. Mijn oom had een dekentje over het 1000 litervat gelegd, volgens mij een witte deken. Mijn oom heeft toen de kraan open gedraaid van het 1000 liter vat. Dat spul liep door de hele vrachtwagen heen tot het leeg was. Het spul liep uit de vrachtwagen, in de vrachtwagen en onder de vrachtwagen.
Wij zijn toen weggereden naar een andere parkeerplek. Wij hebben hier de 1000 liter vaten, het waren er twee en ik ben naar huis gereden. De parkeerplek was bij bomen. Ik heb de wagen achteruit gereden richting de bomen. De parkeerplek was bij de weg. Je kon de plek zien vanaf de weg. Ik heb toen tegen mijn oom gezegd dat ik naar huis ging.
Ik heb de wekker gezet om 04.00 s’nachts. Ik ben toen met de auto naar het verhuurbedrijf gegaan. Je hebt daar een spuitcabine gegaan. Ik heb daar de auto afgespoten, de sleutels ingeleverd. Mijn oom heeft mij later nog wel een gebeld, een aantal dagen later.
U vraagt mij of ik nog op meer plaatsen afval heb gedumpt. Voordat de laadklep afbrak hebben wij nog een paar jerrycans weggegooid op een Industrieterrein. U vraagt mij of dit in Emmen was, dit was zo volgens mij. Ik zag volgens mij ook een Praxis in de buurt en een soort bouwbedrijf. Het was donker, het was voordat wij naar het weiland gingen. Het leek erop dat daar een hoop verkeer was en wij zijn toen weg gegaan. Wij zijn toen dus naar het weggetje bij het maisveld gegaan.
V: Wanneer is het voor het laatst geweest dat je oom contact met jou heeft gehad.
A: Een paar maanden terug, toen hij zei dat hij mij niet zou laten zitten. [verdachte] heeft misbruik van mij gemaakt. Hij wist dat ik het niet breed had, hij wist dat ik het wat breder wilde hebben. Hij heeft mij met een smoes laten komen.
2.
Proces-verbaal van aangeefster [naam 3] , van 28 augustus 2014, pag. 62 t/m 63;
Ik ben werkzaam als supervisor bij het tankstation AVIA Emmen , gevestigd aan [adres 3] .
Op vrijdag 22 augustus 2014 om 6.45 uur, net voor de opening van het tankstation, is door een andere medewerkster van het tankstation ontdekt dat er op het terrein van de wasstraat, deel uitmakende van het tankstation, een geel vloeistofspoor zichtbaar was.
Op vrijdag 22 augustus 2014 om 12.30 uur ben ik begonnen met mijn werkzaamheden op het
tankstation. Ik constateerde daar toen dat de wasstraat inmiddels buiten gebruik was. Ik zag op de klinkerverharding voor de wasstraat dat er een breed (ca. 1.00 a 1.50 meter) vloeistofspoor liep, komende vanuit de middelste wascabine. Vervolgens zag ik dat het spoor in een bocht naar links richting het tegelpad ging aan de achterzijde van het tankstation en vervolgens in de richting van de Noordbargerstraat verdween.
Ik zag dat het spoor een dikke gele en stroperige smurrie was en ik rook ook een vreemde geur. Ik zag vervolgens in de wateropvang van de middelste wascabine, onder het rooster, dat hier ook dezelfde gele smurrie in zat. Gezien mijn waarneming kreeg ik het vermoeden dat er een onbekende (vloei)stof was geloosd in onze wascabine. De aan de wascabines gekoppelde olieafscheider/slibvangputten zijn ongeveer 2 maanden geleden geleegd. Ik zag dat de putten nu al weer behoorlijk vol zaten. Gezien het feit dat de putten onlangs nog zijn geleegd leek het mij nog niet kunnen dat de putten nu al weer behoorlijk volzaten.
(…)
Omdat wij camerabeelden hebben van de wasstraat heb ik deze teruggezien. De camera staat
gericht op de wasstraat en neemt alleen op indien er bewegingen plaatsvinden.
Toen ik de camerabeelden terugkeek zag ik dat op donderdag 21 augustus 2014 een blauwe
vrachtauto en een grijze personenauto gebruik maakten van de wasstraat. Deze 2 voertuigen
kwamen gelijktijdig aan en bleven daar ongeveer 16 minuten staan. Ik zag dat eerst de vrachtauto wegreed vanuit de middelste wascabine en dat er achter uit de laadbak vloeistof/smurrie stroomde en op de klinkerverharding terechtkwam. Ik zag ook dat direct daarna de grijze personenauto wegreed achter de vrachtauto aan. Ik zag dat beide voertuigen op het terrein vanuit de wascabines naar links reden en via het tegelpad aan de achterzijde van het tankstation uit zicht verdwenen richting de Noordbargerstraat. Ik zag op de gesloten bak van de vrachtauto tekst staan van Drive Yourself autoverhuurbedrijf.
3.
De NFI rapportages pag. 138 t/m 164;
De analyse resultaten van het NFI:
Dumping 1 afval aangetroffen Tweede Groene Dijk te Emmercompascuum op 21 augustus 2014. Conclusie: De samenstelling van het ontvangen onderzoeksmateriaal is gerelateerd aan (afval van) de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode.
Dumping 2 afval aangetroffen Ermerweg te Emmen op 22 augustus 2014.
Conclusie: Bevat N-formylamfetamine, amfetamine en diverse gerelateerde
synthese verontreinigingen.
Dumping 3 afval aangetroffen [adres 2] (AVIA benzinestation) te Emmen op 22 augustus 2014. Resultaat: Bevat zeer lage concentraties amfetamine en BMK in water.
Dumping 4 afval aangetroffen Kapitein Antiferstraat te Emmen op 22 augustus 2014.
Conclusie: De samenstelling van het ontvangen onderzoeksmateriaal is te relateren aan de
vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode.
Amfetamine is vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.
Standaardverklaring voor de milieu- en gezondheidsrisico’s.
Het NFI heeft uitgegeven de standaardverklaring voor de milieu- en gezondheidsrisico’s van het achterlaten van afvalstoffen van de MDMA en amfetamine productie. Het NFI verklaart, dat deze standaardverklaring kan gebruikt worden om te beoordelen of bij het onbeheerd achterlaten van afvalstoffen die vrijkomen bij de productie van MDMA en amfetamine en de mede achtergelaten chemicaliën een overtreding heeft plaatsgevonden van de Wet milieubeheer, artikel 173a/b van het Wetboek van Strafrecht en/of artikel 13 Wet bodembescherming.
4.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 2] van 22 januari 2015, pag. 562 t/m 563;
V: [medeverdachte] heeft verklaard dat u op 18 augustus naar Emmen bent gereden. Hoe bent u hier naar toe gereden?
A: Met een auto, ik ben met zijn oom meegereden. U vraagt hoe [medeverdachte] naar Emmen is gereden. Met een gehuurde auto. Het was een auto die groter was dan de auto waar [medeverdachte] zijn oom in reed. [medeverdachte] en zijn oom hebben mij thuis opgehaald. Deze oom heet [verdachte] . Volgens mij heet hij [verdachte] van zijn achternaam, Ik denk dat hij dezelfde achternaam heeft als die van de moeder van [medeverdachte] . Wij zijn die dag naar het huis van [verdachte] gereden. Dit huis was in Emmen . In het huis was ook zijn vriendin, deze heet [naam 2] . Ik ben een dag gebleven in Emmen . De volgende zijn wij naar huis gegaan. [medeverdachte] heeft mij gebracht naar huis in Amsterdam. Hierna zijn wij naar het ziekenhuis gegaan. [medeverdachte] is toen weg gegaan. U vraagt mij hoe lang [medeverdachte] is weg geweest. Ik denk dat hij minimaal 1 dag is weg geweest. U vraagt mij waarom [medeverdachte] naar Emmen ging. Ik denk omdat zijn oom een auto nodig had. Een maand geleden heb ik een brief gevonden waar ik in zag dat er nog een rekening stond van de huurauto. Ik heb [medeverdachte] hiermee geconfronteerd. U vraagt mij of [verdachte] eerder bij ons geweest was. Ja, hij is een keer met [naam 2] bij mij thuis geweest. [verdachte] heeft toen beloofd dat hij een kinderwagen en een bedje zouden krijgen. [verdachte] heeft later geld overgemaakt op de rekening van [medeverdachte] . U vraagt mij of [medeverdachte] het gehad heeft over waarom hij naar Emmen ging. Nee. Die oom kwam dus op visite, heeft ons een bedje gegeven en wij gingen op zijn uitnodiging naar Emmen toe. Ik heb alleen in de auto van [verdachte] gezeten. Op de terugweg ben ik samen met [medeverdachte] in de auto van zijn oom naar A’dam gereden. Ik weet niet meer wanneer [medeverdachte] naar huis was gekomen.
V: Eerder verklaarde u niet wist waarom de gsm zendmasten aanstraalde in Emmen . Hoe zit dit nu precies?
A: Omdat ik pas achteraf wist dat het om die tijd ging. Ik weet alleen dat ik naar Emmen ben geweest voor een dagje.
V: Eerder verklaarde u dat [medeverdachte] geen contacten heeft in Emmen . Hoe zit dit nu precies?
A Daar heb ik nu geen verklaring voor. [verdachte] heeft daarna niet meer contact met ons opgenomen.
5.
Stamproces-verbaal van 16 februari 2016, pag. 9 t/m 18;
De camerabeelden van AVIA werden gevorderd.
De camerabeelden werden uitgelezen.
Inhoudelijke weergave van verbalisant:
Op donderdag 21 augustus 2014, omstreeks 21.24 komt vanaf de richting Ermerweg een
kleine vrachtauto het terrein van het AVIA tankstation oprijden aan de achterzijde waar drie
zogeheten autowasboxen gelegen zijn. De vrachtauto heeft een los van de laadruimte zittende
cabine voor de bestuurder en eventuele passagier(s). De kleur was blauw met als opschrift
schuin verticaal in het geel “Drive Yourself’ en in het wit “Autoverhuur” Horizontaal zijn er in het midden van de laadruimte een groene en daaronder een lichtblauwe balk over de gehele lengte van de laadruimte zichtbaar. Verder staan in de linkerbovenhoek en de rechteronderhoek in het wit vermeld de vermoedelijke plaats, adres en telefoonnummer van het verhuurbedrijf. Wat ik verbalisant er uit op kan maken betreft het plaats Amsterdam -Z, adres niet leesbaar en telefoonnummer 020- niet verder leesbaar. De laadruimte is aan de achterzijde voor 1/3 aan de bovenkant dicht. De onderzijde is open.
• Meteen na het verschijnen op het terrein van bovenstaande vrachtauto komt er achteraan
rijden een zilverkleurige personenauto, type stationcar met aan de achterzijde drie remlichten.
• In de laadruimte van de vrachtauto is zichtbaar dat er een witte IBC staat met daarop
liggend vermoedelijk om af te dekken een wit laken. De IBC staat schuin bij de opening aan de achterzijde.
• De vrachtauto parkeert achteruit rijdend in de middelste wasbox.
• De personenauto parkeert achteruit rijdend in de wasbox aan de kant van het tankstation.
• Op de beelden is te zien dat vanuit de personenauto een vermoedelijk mannelijke persoon
stapt, gekleed in een lichtblauwe spijkerbroek met een donkergekleurde halflange jas, witte
onderkleding. De persoon heeft een blanke huidskleur, fors stevig figuur, donker haar en heeft een buikje. Hij blijft gedurende de tijd dat de voertuigen de afvalstoffen in de wasstraat lossen de meeste tijd op de uitkijk staan aan de kant van het tankstation aan de Ermerweg.
• Vanuit de vrachtauto stapt een vermoedelijk mannelijke persoon, stevig maar slank (type
sportschool). Hij is kaal dan wel kort lang geschoren. Hij draagt vermoedelijk een zogeheten
groen bomberjasje. Na enige tijd is te zien dat deze persoon met het laken wat vermoedelijk
over de IBC lag tussen de twee voertuigen doorloopt.
• Op donderdag 21 augustus 2014, omstreeks 21.39 uur, rijdt de vrachtauto uit de middelste
wasbox weg in de richting van de uitrit naar de Noordbargerstraat te Emmen . Bij het wegrijden is te zien dat de IBC achter in de laadruimte verplaatst is. Hij staat recht in het midden van de laad ruimte en er ligt geen laken meer overheen.
• De personenauto rijdt direct achter de vrachtauto aan ook in de richting van de
Noordbargerstraat te Emmen .
• Als de twee voertuigen wegrijden is te zien dat er nog steeds vanuit de vrachtauto,
vermoedelijk vanuit de IBC vloeistof wordt geloosd op het klinkerterrein voor de wasboxen. De vloeistof heeft op de beelden een lichtbruine kleur.
• De achter de vrachtauto rijdende personenauto rijdt door dit vloeistofspoor heen.
De camerabeelden zijn gevoegd bij dit proces-verbaal.
Dumping 4.
Op vrijdag 22 augustus2014, omstreeks 16.15 uur werd op het industriegebied aan de Kapitein Antiferstraat te en in de gemeente Emmen een dumping van afvalstoffen afkomstig van drugsproductie aangetroffen.
Aangetroffen werd: Het betrof een als industriegebied aangelegd gebied zonder bebouwing in de omgeving. De droge bermsloot was achterop in het gebied waar geen direct zicht op is vanaf bebouwing of andere openbare wegen. Het PD was voordat de politie het had afgezet voor een ieder vrij toegankelijk.
In de droge bermsloot lagen 5 vaten (1 200L, kleur blauw, 1 40L, kleur blauw en 3 witte 40L). In de berm tussen deze bermsloot en de openbare weg lag een houten pallet en waren sporen zichtbaar van een vloeistof op het gras. Gezien het sporenbeeld ontstond het vermoeden dat de vloeistof afkomstig was van de in de bermsloot liggende vaten. En dit tijdens het verplaatsen van de vaten vanaf de openbare weg naar de bermsloot op en in de bodem was gelopen. Tevens werd een zoete weeïge geur geroken, die deed denken aan de geur van drugsafval afkomstig uit een drugslaboratorium.
(…)
Uit onderzoek is, bij de dumping 1 aan de Tweede Groenedijk gebleken, dat de laadklep van de gehuurde vrachtauto is afgebroken. Op dat moment stond de volle IBC container op de laadklep.
Feiten en omstandigheden tegen verdachte [verdachte] .
- Bij de dumping op de wasplaats bij de Avia pomp aan de Ermerweg te Emmen is op
camerabeelden, behalve een vrachtwagen met als opschrift “Drive Yourself”, ook een
Toyota personenauto, stationcar, van het type Avensis te zien. Beide auto’s komen
gelijktijdig aanrijden en na de dumping rijden ze ook weer gelijktijdig weg.
Een Toyota personenauto, vergelijkbaar als die op de camerabeelden, werd gesignaleerd
t.h.v. perceel [adres 4] te Emmen . Dit is het woonadres van [naam 2] , de
vriendin van verdachte [verdachte] . Hij verblijft bij haar op dit adres.
- De eigenaar van verhuurbedrijf Drive Yourself verklaarde dat de vrachtwagen op 18
augustus 2014 is afgehaald door [medeverdachte] , die vergezeld was met een onbekende
manspersoon.
- Getuige [getuige 2] verklaart tevens dat [verdachte] in Amsterdam was op de dag
dat de auto bij Drive Yourself werd gehuurd door [medeverdachte] . Met hun drieën zijn zij in twee
auto’s van Amsterdam naar Emmen gereden. [medeverdachte] in de huurauto en [verdachte] met [getuige 2]
in de auto van [verdachte] .
- In de afgelegde verklaringen van [medeverdachte] verklaarde hij dat hij samen met zijn oom
[verdachte] de auto bij Drive Yourself heeft opgehaald. [verdachte] was daar met een
Toyota Avensis stationcar. Met beide voertuigen zijn zij naar Emmen gereden. Hier
verbleven ze aan de [adres 4] te Emmen , het adres van [naam 2] de
vriendin van [verdachte] .
- [medeverdachte] legt een volledige bekentenis af voor wat betreft de dumping van het afval afkomstig van drugsproductie. Dit deed hij samen met zijn oom [verdachte] .
- [medeverdachte] verklaarde dat zijn oom [verdachte] in het bezit is van een GSM met
telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
- Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer van [medeverdachte] blijkt, het
volgende:
- In de huurperiode van 18 tot en met 22 augustus 2014 van de vrachtauto van Drive Yourself was er van het GSM telefoonnummer van [medeverdachte] 30 keer een registratie met dit
telefoonnummer van [verdachte] .
- Op 20 augustus 2014, de datum van de dumping aan de Tweede Groenedijk, was er van
het GSM nummer van [medeverdachte] twee keer een registratie met dit telefoonnummer van
[verdachte] .
- Op 21 augustus 2014, de datum van de dumping aan de Ermerweg, de dumping aan de
AVIA tankstation en de dumping aan de Antiferstraat, was er van het GSM nummer van
[medeverdachte] 4 keer een registratie met dit nummer van [verdachte] .
- [verdachte] verblijft bij zijn vriendin [naam 2] , aan de [adres 4] te
[woonplaats 6] . [naam 2] maakt gebruik van het vaste telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
- In de huurperiode van 18 tot en met 22 augustus 2014 van de vrachtauto van Drive Yourself was er van het GSM telefoonnummer van [medeverdachte] 48 keer een registratie met dit
telefoonnummer van [naam 2] .
- Op 21 augustus 2014, de datum van de dumping aan de Ermerweg, de dumping aan de
AVIA tankstation en de dumping aan de Antiferstraat, was er van het GSM nummer van
[medeverdachte] 18 keer een registratie met dit telefoonnummer van [naam 2] .
(…)
6.
Proces-verbaal van 11 februari 2015, met de daarbij behorende bijlage, pag. 625 t/m 628;
De digitale gegevens van de GSM van [verdachte] werden onderzocht.
Hierin staat, dat er op 21 augustus 2014, SMS contacten zijn tussen het mobiele nummer van
[verdachte] ( [telefoonnummer 1] ) met het mobiele nummer [telefoonnummer 3] . Deze datum is gelegen in de
periode dat er op vier locaties in de gemeente Emmen afval vanuit een XTC-laboratorium is
gedumpt. Er wordt ge-sms’t over een pompwagen. Een dergelijk apparaat is bij de dumping aan de Tweede Groenedijk te Emmer Compascuum achter gebleven. De gebruiker van dit mobiele nummer [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) stuurt een sms naar het nummer [telefoonnummer 3] met de tekst: “Zeg ff dan heb je hard nodig”.
De reactie hierop is: “Sorry kan niet ik durf nie” en ‘Nee ik heb vanavond geen tijd. Ik wil veel voor je doen maar niet dit” en “Ik ruik het nog wordt er helemaal gek van” en “Serieus heb je dalijk eigenlijk hard nodig nee heb al n pompwagen nu”
7.
Proces-verbaal van bevindingen van 25 augustus 2014 inclusief de fotobijlage, pag. 86 t/m 93;
Op vrijdag 22 augustus 2014 om 16.15 uur is een melding binnengekomen van de [verbalisant 9] , [adres 19] bij de meldkamer van de politie Noord Nederland van een illegale dumping van gevaarlijk afval aan de Kapitein Antiferstraat te Emmen . Wij, verbalisanten, kwamen die dag omstreeks 16.20 uur ter plaatse en stelden een onderzoek in.
AANGETROFFEN SITUATIE
Ter plaatse troffen wij aan collega’s [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , werkzaam bij de basispolitiezorg te Emmen . Zij verklaarden ons de melding te hebben ontvangen van de meldkamer Noord Nederland en in opdracht ter plaatse te zijn gegaan. De plaats delict was afgezet. Wij zagen daar toen het volgende:
• Het PD betrof een als industriegebied aangelegd gebied zonder bebouwing in de omgeving.
De droge bermsloot was achterop in het gebied waar geen direct zicht op is vanaf
bebouwing of andere openbare wegen. Het PD was voordat de politie het had afgezet voor
een ieder vrij toegankelijk.
• In de droge bermsloot lagen 5 vaten (1 200L, kleur blauw, 1 40L, kleur blauw en 3 witte 40L).
• In de berm tussen deze bermsloot en de openbare weg lag een houten pallet en waren
sporen zichtbaar van een vloeistof op het gras. Gezien het sporenbeeld ontstond het
vermoeden dat de vloeistof afkomstig was van de in de bermsloot liggende vaten en dit
tijdens het verplaatsen van de vaten vanaf de open bate weg naar de bermsloot op en in de
bodem was gelopen.
• Ik verbalisant [verbalisant 3] rook een zoete weeïge geur die mij deed denken aan de geur
van mij ambtshalve bekende geur van drugsafval afkomstig uit een drugs laboratorium.
Van de aangetroffen situatie zijn foto’s gemaakt. Deze gaan als bijlage bij dit proces-verbaal.
8.
Proces-verbaal van bevindingen van 25 augustus 2014, inclusief de fotobijlage, pag. 22 t/m 34;
Op donderdag 21 augustus 2014 om 08.35 uur is een melding binnengekomen bij de meldkamer Noord Nederland van een illegale dumping van mogelijk gevaarlijk afval aan de 2e Groenedijk te Emmercompascuum.
Wij, verbalisanten, kwamen die dag omstreeks 10.30 uur ter plaatse en stelden een onderzoek in.
AANGETROFFEN SITUATIE
Ter plaatse troffen wij aan collega [verbalisant 4] , werkzaam bij de basispolitiezorg te Klazienaveen. Hij verklaarde ons de melding te hebben ontvangen en ter plaatse te zijn gegaan. Tevens deelde hij mee dat hij collega [verbalisant 8] , werkzaam bij de Forensische Opsporing (EO) ter plaatse heeft laten komen voor het instellen van een sporenonderzoek. De plaats delict was in verband met de veiligheid en het vaststellen van sporen afgezet.
Wij zagen daar toen het volgende:
• Op een betonpad gelegen noordelijk aan de 2e Groenedijk en toegang gevende tot een
maïsveld waren diverse verpakkingen inhoudende een onbekende vloeistof gestort,
• Het betrof een 1000 liter plastic IBC. Onder deze IBC stond een oude gele palletwagen met
opschrift HP heavy bad mover, welke geblokkeerd was en niet meer onder de IBC vandaan
te halen was.
• In het maïsveld westelijk gelegen aan het betonpad lagen een aantal plastic vaten, blauw en
wit van kleur.
Van de aangetroffen situatie zijn foto’s gemaakt. Deze gaan als bijlage bij dit proces-verbaal.
LOCATIE
De locatie van de afvalstort was op een maïsveld in gebruik bij en eigendom van [naam 4] , gevestigd [adres 5] .
De stortlocatie bevindt zich in een landelijk gebied tussen Emmen en Emmercompascuum. Er staan in de directe omgeving geen gebouwen/woningen. De locatie is in gebruik als bouwgrond voor maïs en uien. Aan de zuidzijde van de 2e Groenedlijk bevindt zich een bosgebied van [naam 4] .
GEVAARZETTING EN NADER ONDERZOEK
Wij zagen dat op de stortlocatie de 1000 liter IBC op een verhard betonpad stond. Wij zagen dat het op de bodem bij het aftappunt aan de onderzijde van deze IBC een vochtige plek zat. Mogelijk is er een zeer kleine hoeveelheid vloeistof uit de IBC gelekt op het betonpad (enkele druppen). Uit onderzoek bleek dat alle witte en blauwe 20 liter vaten leeg waren, althans er bevond zich slechts nog een bodemrestant vloeistof in. Nagenoeg al deze 20 liter jerrycans waren door middel van een afsluitdop aan de bovenzijde afgesloten. Enkele witte 20 liter jerrycans waren niet voorzien van een afsluitdop. Uit onderzoek bleek dat er in het maïsveld vermoedelijk geen sprake was van bodemverontreiniging en dat de 20 liter jerrycans nagenoeg leeg waren op het moment van storten.
Wij zagen dat op het beton pad een gesloten plastic blauw 200 liter vat stond, welke afgesloten was aan de bovenzijde. Uit onderzoek bleek dat deze leeg dan wel nagenoeg leeg was. Wij zagen dat de zijkant van dit vat gescheurd was en was afgeplakt met een grijze tape. Wij zagen dat, nadat door Ecoloss en de medewerker van F0 deze tape was verwijderd (sporenonderzoek) er een gas/damp ontsnapte uit dit vat. Hierna is de lekkage direct weer afgeplakt. Ik, verbalisant [verbalisant 3] , rook bij deze stortlocatie een sterke zoete weeïge geur, welke ik gezien mijn ervaring, deed denken aan de bekende geur van drugsafval afkomstig van een drugslaboratorium.
Wij zagen dat de volgende vaten aanwezig waren:
• 1 x 1000 liter IBC (vierkante witte plastic can) volledig gevuld met een doorzichtige vloeistof
en een donkergekleurde vloeistof daarboven op drijvende met een dikte van ongeveer 5
centimeter. Deze IBC zat dicht, maar lekte bij het aftappunt onderin enigszins. Enkele
druppels vloeistof waren zichtbaar op de bodem.
• 3 witte jerrycans van 20 liter, met bodemrestant onbekende vloeistof, en etiket opschrift
“AKLITAS” een reinigingsmiddel,
• 1 witte jerrycan van 20 liter, met bodemrestant onbekende vloeistof, geen opschrift,
• 9 blauwe jerrycans van 20 liter, met bodemrestant onbekende vloeistof, zonder opschrift,
• 1 blauw vat van 200 liter, met bodemrestant vloeistof, geen opschrift, dit vat was lek en
getapet met ducktape. Uit dit vat ontsnapte een stinkende damp,
• 4 grote blauwe vuilniszakken met zakjes Caustic Soda en karton
• 4 witte 20 liter jerrycans, met bodemrestant vloeistof, en etiket met opschrift LENTIPUR.
Een ‘IBC’ is de afkorting van Intermediate Bulk Container en is bedoeld voor transport van onder andere vloeistoffen.
Wij zagen op het betonpad een stukje afgebroken aluminium liggen. Dit is door ons veiliggesteld en ter beschikking gesteld aan collega [verbalisant 8] van FO.
9.
Verklaring verbalisanten, [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , beiden brigadier van politie Eenheid Noord-Nederland van 21 januari 2015, pag. 489:
Eén van de locaties betrof het AVIA tankstation aan de [adres 2] te Emmen . Op de
camerabeelden van de bewakingscamera van het tankstation, was te zien dat vanuit een kleine vrachtauto met als opschrift Drive Yourself, vestigingsplaats Amsterdam en vanuit een grijze personenauto, type station, vermoedelijk een Toyota Avensis, de gevaarlijke afvalstoffen op het afvoersysteem van de wasplaats en de bodem van de directe omgeving van de wasplaats werden geloosd. Op de beelden zijn twee mannen te zien die zich aan bovenstaande delicten schuldig maken.
Uit de gevorderde gegevens bij het verhuurbedrijf, Drive Yourself te Amsterdam, bleek dat de huurder van de vrachtauto, merk Iveco, Type Daily, kenteken [kenteken 1] , te zijn [medeverdachte] , geboren [geboortedatum 2] 1989 te [geboorteplaats 2] , GBA woonadres [adres 6] [woonplaats 2] . Volgens deze gegevens maakte [medeverdachte] gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] .
Op de zendmasten in de omgeving van de dumpplaatsen is in de periode van de huur van de auto een netwerkscan uitgevoerd.
Daarbij is het mobiele nummer [telefoonnummer 4] ter analyse ingevoerd in het DCS (digitale
communicatiesporen systeem). Uit deze analyse bleek dat dit nummer had aangestraald in de directe omgeving van de dumpplaats AVIA tankstation.
Bij onderzoek op een andere locatie, Tweede Groenedijk te Emmen , werd door EO een stukje metaal, blauw van kleur, veiliggesteld. Uit onderzoek is gebleken dat dit stukje metaal afkomstig is van een huurauto van autoverhuur bedrijf Drive-Yourself, in Amsterdam. Nader onderzoek volgt door het NFI. Dit is de auto die op camerabeelden is vastgelegd bij de dumping bij de Aviapomp aan de Ermerweg in Emmen . Verdachte [medeverdachte] werd aangehouden en in verzekering gesteld. Hij verklaarde dat hij samen met verdachte [verdachte] deze strafbare feiten had gepleegd.
10.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] van 30 oktober 2014, inclusief het huurcontract in de bijlage, pag. 247 t/m 255;
Bij aanvang van het verhoor deelden wij aan de getuige het volgende mee:
Op 18 augustus 2014 is er door autoverhuur Drive Yourself een voertuig verhuurd voorzien van het kenteken [kenteken 1] . Aan de hand van het huurcontract nummer [nummer] , willen we u hierover een aantal vragen stellen.
V. Wat is uw functie bij Rolrent autoverhuur Drive Yourself BV. te Amsterdam.
A. Directeur/eigenaar
V. Op welk adres vindt de verhuur van de voertuigen plaats.
A. [adres 20] Amsterdam
V. Is deze locatie voorzien van beveiligingscamera’s
A. ja. De beelden blijven 2 weken bewaard. De beelden waar u op doelt heb ik niet terug gekeken.
V. Op het huurcontract [nummer] van 18 augustus 2014 staat, dat het voertuig voorzien van het
kenteken [kenteken 1] is gehuurd door [medeverdachte] , [adres 6] te [woonplaats 2] . Is de verhuur van dit voertuig in eerste instantie telefonisch aangevraagd of kwam genoemde [medeverdachte] bij uw bedrijf aan de Havenstraat.
A. Ja hij belde op om te vragen of ik een auto vrij had. Hij belde 2 uur voor aanvang van verhuur. Hij vroeg specifiek om een auto met laadlift.
V. Wat voor type voertuig betreft het hier.
A. kleine vrachtwagen voor een B rijbewijs. De auto heeft een laadvermogen van 750 kg.
V. Hoe is dit voertuig meegegeven.
A. Onder voorwaarden van het huurcontract en €300 borg voor uit te betalen. Ik weet niet meer waar hij de auto voor wilde gebruiken. Ik vraag het wel, maar kan het niet meet herinneren.
V. Op welke wijze heeft [medeverdachte] zich gelegitimeerd.
A. Met een rijbewijs. De gegevens worden bij ons in de computer gezet.
V. Wie heeft het huurcontract ondertekend?
A. Ikzelf en de huurder: [medeverdachte]
V. Wie waren er nog meer bij [medeverdachte] ?
A. Hij had nog een ouder iemand bij zich, een man. Ik kan geen omschrijving geven van die man.
V. Komen de gegevens die op het huurcontract staan overeen met die op zijn rijbewijs.
A. Ja voor 100 procent.
V. Geef een omschrijving van [medeverdachte] ?
A. Licht getint huidskleur, kalend, tatoeage op zijn arm, stevig postuur.
V. Zou u [medeverdachte] aan de hand van een foto kunnen herkennen.
A. Ik heb op Facebook gekeken en ik herken op zijn account de persoon van [medeverdachte] .
Opmerking verbalisant: tijdens het verhoor werd door getuige aan ons de Facebook pagina van [medeverdachte] getoond via zijn mobiele telefoon.
V. Waarvoor wilde [medeverdachte] de auto gebruiken.
A. Weet ik niet meer. Later belde hij dat hij de auto langer wilde huren omdat hij nog pakketjes rond moest tijden voor zijn baas.
V. Voor welke periode is het voertuig gehuurd.
A. 18 augustus 2014 zou hij de auto huren dus voor 1 dag. 19 augustus was de auto nog niet terug. [medeverdachte] heeft zelf gebeld dat de auto nog 1 dag gehuurd moest worden. 22 augustus stond de auto op het parkeerterrein. Ik zag daar ook dat de laadklep was afgebroken. Ik heb [medeverdachte] gebeld. Ik hoorde dat [medeverdachte] tegen mij zei dat hij die dag om 13.00 uur met zijn baas langs zou komen om iets te regelen. Ik heb [medeverdachte] daarna niet weer gezien en gesproken.
V. Is er tijdens de verhuurperiode tussentijds nog contact geweest tussen u of iemand anders
binnen het bedrijf en [medeverdachte] . Zo ja, waar ging dit over.
A. Ja. Er is alleen contact geweest over de auto. Verder heb ik dit hiervoor al beantwoord.
V. Is de schade aan het voertuig door u op foto vastgelegd.
A. De schade is niet vastgelegd. Ik heb geen aangifte gedaan. De schade is €1500.
V. Wat kan/mag de achterklep van het voertuig aan gewicht dragen.
A. 750kg. Ik zou niet weten wat er op heeft gestaan zodat deze laadklep afgebroken is. De laadklep heeft de huurder in de laadbak gedaan. De lengte van de laadklep is ongeveer anderhalf meter.
V. Hoe kunt u de geur binnen in de laadruimte van de vrachtwagen omschrijven.
A. Het stonk enorm vies. In de laadruimte was iets geweest waarbij het verf aan de auto is opgelost. Het was een penetrante geur. Het rook als rottend groente. Ik heb verder geen vloeistoffen in de laadruimte gezien.
V: Hebt u in de periode van verhoor nog telefonisch contact gehad met [medeverdachte] ?
A: Dat was met het 06 nr. wat op het contract staat: [telefoonnummer 4] .
10.
Proces-verbaal van bevindingen van 10 februari 2015, pag. 613;
Op donderdag 29 januari 2015 zijn verbalisanten geweest bij [naam 2] . [naam 2] is de vriendin van verdachte [verdachte] . [naam 2] woont samen met [verdachte] op het adres [adres 4] te [woonplaats 6] . Dit is de woning van [naam 2] . Voor de woning van [naam 2] stond het voertuig van [verdachte] . Wij zagen dat het een grijze Toyota Avensis betrof, gekentekend [kenteken 2] .
11.
Proces-verbaal van bevindingen van 10 maart 2015 met de daarbij behorende bijlage, pag. 690 t/m 691;
Bij onderzoek naar de historische verkeersgegevens van het mobiele nummer [telefoonnummer 1] , in gebruik bij de verdachte [verdachte] , bleek mij het volgende.
Op 18 augustus 2014 te 10.06 uur, straalde de GSM van [verdachte] een mast aan, welke is gelegen aan de Parnassusweg te Amsterdam. De Parnassusweg ligt in de nabijheid van de Havenstraat in Amsterdam. In deze straat is autoverhuur Drive Yourself gelegen, het bedrijf waar de verdachte [medeverdachte] op 18 augustus 2014 tegen 1 1.00 uur de vrachtwagen heeft gehuurd die betrokken is geweest bij de dumping van het drugsafval. Volgens afgelegde verklaringen was [medeverdachte] bij Drive Yourself in gezelschap van de verdachte [verdachte] .
Op bijgevoegde bijlage staan beide locaties ingetekend.
A=Parnassusweg
B=Havenstraat.
12.
Processen-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 27 en 28 januari 2015 met de daarbij behorende foto’s op de bijlagen, pag. 589 t/m 600:
V: Over welke vervoermiddelen beschik je?
A: Ik heb een wagen geleend. Dat is een Toyota, Avensis grijs van kleur. Het kenteken is [kenteken 2] . Die auto is van mijn maat, die woont in [woonplaats 4] .
V: Wie is [naam 5] ?
A: Dat is mijn beste maat.
(…)
V: de Toyota Avensis met kenteken [kenteken 2] waar jij eerder over hebt verklaard staat op zijn naam. Klopt dat?
A: Ja, (…) maar hij heeft er nooit in gereden.
13.
Proces-verbaal van bevindingen van 27 november 2014, pag. 417 t/m 424;
In de periode van 18 augustus t/m 22 augustus heeft telefoonnummer [telefoonnummer 5] 18 maal contact met telefoonnummer [telefoonnummer 4] . Beide telefoonnummers staan op naam van [getuige 2] , wonende volgens GBA [adres 7] te [woonplaats 5] .
Uit de historische gegevens van de twee telefoonnummers blijkt dat ze door twee verschillende personen gebruikt moeten zijn. Alleen bevinden die personen zich in elkaar directe omgeving gezien de gegevens ontvangen van de communicatieaanbieder KPN Het telefoonnummer [telefoonnummer 5] straalt namelijk volgens aan bieder KPN de navolgende startpalen aan:
Data Starttijd Startpaal Straat Plaats
18/8 13.44-13.46 uur [paalnummer] [adres 8]
78/8 17.38 [paalnummer] [adres 9]
18/8 18.07 [paalnummer] [adres 10]
18/8 20.34 [paalnummer] [adres 11]
18/8 20.26 [paalnummer] [adres 12]
19/8 11.21 [paalnummer] [adres 13]
79/8 15.58 [paalnummer] [adres 14]
79/8 23.07 [paalnummer] [adres 15]
20/8 21.77 [paalnummer] [adres 16]
21/8 23.40 [paalnummer] [adres 17]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 4] straalt volgens communicatie aanbieder KPN op dezelfde
tijdstippen de volgende startpalen aan:
Data Starttijd Startpaal Straat Plaats
18/8 73.44-13.46 uur [paalnummer] [adres 8]
18/8 1 7.38 [paalnummer] [adres 9]
18/8 1 8.07 [paalnummer] [adres 10]
18/8 20.34 [paalnummer] [adres 11]
18/8 20.26 [paalnummer] [adres 12]
19/8 71.21 [paalnummer] [adres 13]
79/8 15.58 [paalnummer] [adres 14]
19/8 23.07 [paalnummer] [adres 16]
20/8 21.77 [paalnummer]
27/8 23.40 [paalnummer] [adres 17]
(…)
Op 16 oktober 2014 werd door [verbalisant 7] Senior Tactische Opsporing werkzaam bij de Eenheid Noord Nederland, Dienst Regionale Recherche, Team Milieu, een CIOT bevraging gedaan op het postcode van het GBA adres van [medeverdachte] en op het door [medeverdachte] gebruikte telefoonnummer [telefoonnummer 4] . Uit deze CIOT bevragingen bleek dat er geen telefoonnummers ingeschreven stonden op het opgegeven postcode en dat het bovenstaande telefoonnummer op naam stond van [getuige 2] , wonende [adres 7] .( bijlage 6 en 7).
Op 17 oktober 2014 is door mij, verbalisant, een CIOT bevraging gedaan op het postcode [postcode] . Uit deze bevraging bleek dat genoemde [getuige 2] naast het telefoonnummer [telefoonnummer 4] ook het telefoonnummer [telefoonnummer 5] op naam had staan.(Bijlage 8).
Op 17 oktober 2014 is door mij, verbalisant nader onderzoek gedaan op het internet naar genoemde [medeverdachte] en [getuige 2] . Uit informatie vrij beschikbaar op www.facebook.com bleek dat beide personen een facebookaccount hebben en gezien de daarin zichtbare gedeelde informatie een man-vrouw relatie onderhouden. (Bijlage 9)
Op 27 oktober 2014 is door de Officier van Justitie S. Buist bij de telecomaanbieder KPN gevorderd de historische verkeergegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] ter beschikking te stellen aan het onderzoeksteam 03DRM14009-ESPERO (bijlage 10).
Op 3 november 2014, werd door mij, verbalisant het van telecomaanbieder KPN ontvangen bestand historische verkeergegevens van het telefoonnummer van de periode 20 juli 2014 tot en met 20 oktober 2014 nader onderzocht. In de beschikbare gestelde gegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] werden onderstaande terzake doende informatie voor het onderzoek 03DRM14009-ESPERO aangetroffen:
1/In totaal 3127 Gesprekken/sms/Data-4G/GPRS-WAP registraties in de periode 20juli 2014 -20 oktober 2014.
2/Er zijn 254 registraties met het telefoonnummer [telefoonnummer 5] . Dit telefoonnummer staat zoals boven vermeld ook op naam van [getuige 2] , wonende volgens GBA [adres 7] te [woonplaats 5] .
3/In de huurperiode van de vrachtauto, merk IVECO, Type Daily, kleur blauw met het kenteken [kenteken 1] 18 augustus-22 augustus 2014 zijn er 639 registraties met het telefoonnummer [telefoonnummer 4] :