V-N 2021/55.6
Inspecteur stelt arbeidskorting bij emigratie naar Costa Rica onjuist vast
HR 17-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1893, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 2021
- Magistraten
Koopman, Fierstra, Beukers-van Dooren, Boerlage, Cools
- Zaaknummer
20/00799
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS626259:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Inkomstenbelasting / Belastbaar loon
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑12‑2021
ECLI:NL:HR:2021:1893, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:65, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 25‑01‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat er onvoldoende redenen zijn om aan te nemen dat het in Costa Rica verworven inkomen onderdeel uitmaakt van het arbeidsinkomen. De Hoge Raad merkt daarbij op dat de wettekst onduidelijk is.
Samenvatting
X emigreert in 2015 naar Costa Rica. In geschil is het bedrag aan arbeidskorting waarop X recht heeft. De inspecteur is van mening dat bij de vaststelling van de arbeidskorting rekening moet worden gehouden met het in Costa Rica verworven inkomen. De grondslag voor de berekening van de arbeidskorting bedraagt dan € 81.408 en de arbeidskorting € 834. X is het daarmee niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.