Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/593
Nederland heeft originaire rechtsmacht cfm art. 5 lid 1 onder 2 Sr.
HR 01-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:772
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 april 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst,J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
12/05920
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:772, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:230, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑09‑2013
- Wetingang
Essentie
Nu de verdachte een Nederlander is die ervan wordt verdacht zich in Suriname te hebben schuldig gemaakt aan moord/doodslag, een misdrijf naar Nederlands recht en met straf bedreigd in Suriname, heeft Nederland op grond van artikel 5 lid 1 onder 2 Sr originaire rechtsmacht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 november 2012, nummer 22/004503-11, in de strafzaak tegen: G. Adv. mr. G.G.J. Knoops en mr. S.C. Post, te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Voldoende belang ex artikel 80a RO bij ingesteld cassatieberoep
Dit cassatieberoep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.