Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/598
Salduz. HR: art. 80a RO.
HR 01-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:774
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 april 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/01761
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:774, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:234, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2014
Essentie
Salduz. HR: art. 80a RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 18 maart 2013, nummer 22/000443-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. G.J.P.M. Mooren, te Goirle.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Knigge:
1.
Het beroep in cassatie van verdachte heeft betrekking op een arrest van het Gerechtshof Den Haag.1.
2.
Het eerste middel faalt omdat het berust op de onjuiste rechtsopvatting dat de Salduz-jurisprudentie ook van toepassing is ten aanzien van verdachten die niet zijn aangehouden (zie o.m. HR 7 februari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.