Einde inhoudsopgave
Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers
Artikel 40g leeftijd wees
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
23-06-2021, Stb. 2021, 328 (uitgifte: 09-07-2021, kamerstukken: 35548)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2022, Stb. 2022, 262 (uitgifte: 28-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
(behoort bij hoofdstuk 5 en artikel 115)
1.
In afwijking van artikel 18, vierde lid, heeft de wees van een minister, gewezen minister of gepensioneerd minister die voor de datum inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A, B, C, K tot en met R, S tot en met TT, BB tot en met LLL en TTT tot en met CCCC, van de Wet aanpassing Appa en enkele andere wetten 2021 is overleden, recht op een wezenpensioen, zolang hij de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet heeft bereikt.
2.
In afwijking van artikel 115, vierde lid, eindigt het wezenpensioen, bedoeld in het eerste lid, op de laatste dag van de maand waarin de wees de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt of betrokken is bij een partnerschap.