Einde inhoudsopgave
Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers
Artikel 40c Pensioenopbouw tijdens uitkering
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
23-06-2021, Stb. 2021, 328 (uitgifte: 09-07-2021, kamerstukken: 35548)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2022, Stb. 2022, 262 (uitgifte: 28-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
(behoort bij artikel 13c)
1.
Ingeval aan een gewezen minister reeds voor 1 juli 2022 een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 3 is toegekend, wordt in afwijking van artikel 13c, tweede lid, het opbouwpercentage niet gehalveerd:
- a.
gedurende de eerste drie jaar en twee maanden van de uitkeringsperiode, te rekenen vanaf de datum waarop de uitkering is toegekend; en
- b.
gedurende de periode waarin de uitkering langer dan drie jaar en twee maanden wordt genoten en betrokkene voor 55 procent of meer algemeen invalide is.
2.
Bij een ontslag van een belanghebbende die op 1 juli 2022 het ambt van minister vervult is in afwijking van artikel 13c, tweede lid, het eerste lid van overeenkomstige toepassing, tenzij de belanghebbende dit ambt opnieuw bekleedt in het eerstvolgende kabinet dat aantreedt na die datum.
3.
Het opbouwpercentage, bedoeld in artikel 13c, is nul indien de betrokkene daarom reeds voor 1 juli 2022 heeft verzocht.