NJ 2017/56
Onteigening. Geen afzonderlijke onteigening van appartementsrecht; ambtshalve toepassing op voet art. 25 Rv. Toezending onteigeningsbesluit aan hypotheekhouder in administratieve fase?; stelsel Onteigeningswet; art. 78 lid 2 Ow jo. art. 3:13 lid 1 Awb; beleid bestuursorgaan.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 november 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/04532
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- Noot
E.W.J. de Groot
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS72761:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Genotsrechten
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3422, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:988, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2014
- Wetingang
Essentie
Onteigening. Geen afzonderlijke onteigening van appartementsrecht; ambtshalve toepassing op voet art. 25 Rv. Toezending onteigeningsbesluit aan hypotheekhouder in administratieve fase?; stelsel Onteigeningswet; art. 78 lid 2 Ow jo. art. 3:13 lid 1 Awb; beleid bestuursorgaan.
De Onteigeningswet voorziet niet in de mogelijkheid van een afzonderlijke onteigening van een appartementsrecht (HR 29 maart 2013, NJ 2013/474, m.nt. P.C.E. van Wijmen), welke rechtsregel door de rechter op grond van art. 25 Rv ambtshalve moet worden toegepast, ook indien geen van de partijen in het geding daarop een beroep heeft ...