Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 675
EHRM, 14-02-2008, nr. 30810/03
EHRM 14-02-2008, ECLI:NL:XX:2008:BC8756
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
14 februari 2008
- Magistraten
B. M. Zupančič, C. Bîrsan, E. Fura-Sandström, A. Gyulumyan, E. Myjer, D. T. Björgvinsson, I. Berro-Lefèvre
- Zaaknummer
30810/03
- LJN
BC8756
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2008:BC8756, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 14‑02‑2008
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 2
Essentie
Geerings tegen Nederland (billijke genoegdoening)
Billijke genoegdoening in verband met de door het Hof in zijn arrest van 1 maart 2007, NJ 2007, 349 geconstateerde schending van art. 6 lid 2 EVRM in de ontnemingsprocedure tegen klager.
Klager vordert € 10.000 voor geleden immateriële schade; door het Hof wordt € 1000 toegewezen.
De gevraagde vergoeding voor rechtsbijstand in de cassatieprocedure is afgewezen omdat niet binnen de daarvoor gestelde termijn (Rule 60 van de Rules of Court) een specificatie van de kosten is overgelegd.
Een door de Nederlandse Raad voor Rechtsbijstand afgegeven voorwaardelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.