Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.3a.59 [Kleur]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
02-11-2015, Stcrt. 2015, 37996 (uitgifte: 09-11-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2014/271065)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-11-2015, Stcrt. 2015, 37996 (uitgifte: 09-11-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2014/271065)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | De mistvoorlichten en de achteruitrijlichten mogen niet anders dan wit of geel stralen. | Leden 1 tot en met 7: visuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld. |
2. | De parkeerlichten mogen naar voren niet anders dan wit, en naar achteren niet anders dan rood stralen, dan wel indien zij zijn ingebouwd in de zijrichtingaanwijzers, niet anders dan ambergeel stralen. | |
3. | De extra richtingaanwijzers, extra waarschuwingsknipperlichten en extra zijrichtingaanwijzers mogen naar voren niet anders dan wit of ambergeel, en naar achteren niet anders dan rood of ambergeel stralen. | |
4. | De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen. | |
5. | De markeringslichten en staaklichten mogen naar voren niet anders dan wit en naar achteren niet anders dan rood stralen. | |
6. | De dagrijlichten, bochtlichten, hoeklichten en manoeuvreerlichten mogen niet anders dan wit stralen. | |
7. | Het derde remlicht mag niet anders dan rood stralen. | |
8. | De markering aan de achterzijde moet bestaan uit één rechthoekig bord, dan wel uit een set van twee of vier rechthoekige borden, welke zijn voorzien van rood fluorescerende en geel retroreflecterende parallel lopende diagonale strepen. | Visuele controle. |
9. | De lijn- en contourmarkering aan de zijkant is wit of geel. De lijn- en contourmarkering aan de achterzijde is rood, wit of geel. | Visuele controle. |