Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 540/2014 geluidsniveau van motorvoertuigen en vervangende geluidsdempingssystemen, wijziging Richtlijn 2007/46/EG en intrekking Richtlijn 70/157/EEG
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 16-06-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 158 (uitgifte: 27-05-2014, regelingnummer: 540/2014)
- Inwerkingtreding
16-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 158 (uitgifte: 27-05-2014, regelingnummer: 540/2014)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Milieurecht / Geluid en trillingen
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen en vervangende geluidsdempingssystemen, en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van Richtlijn 70/157/EEG
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Overeenkomstig artikel 26, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), omvat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal moet worden gewaarborgd. Daartoe is een allesomvattend EU-typegoedkeuringssysteem voor motorvoertuigen ingesteld. De technische voorschriften voor de EU-typegoedkeuring van motorvoertuigen en geluidsdempingssystemen ervan met betrekking tot de toelaatbare geluidsniveaus moeten worden geharmoniseerd om te voorkomen dat de lidstaten voorschriften vaststellen die van elkaar verschillen, en om de goede werking van de interne markt te waarborgen en tegelijkertijd een hoog niveau van openbare veiligheid en milieubescherming, en een betere levenskwaliteit en gezondheid te bieden, en rekening houdende met het feit dat wegvoertuigen een belangrijke bron van geluidshinder binnen de vervoersector vormen.
- (2)
EU-typegoedkeuringsvoorschriften zijn reeds van toepassing in het kader van het Unierecht waarmee verscheidene aspecten van de prestaties van motorvoertuigen worden geregeld zoals de CO2-emissies van voertuigen en lichte bedrijfsvoertuigen, schadelijke stoffen en veiligheidsnormen. De technische voorschriften uit hoofde van deze verordening moeten zodanig worden uitgewerkt dat in dat Unierecht een samenhangende aanpak is gewaarborgd, rekening houdend met alle desbetreffende geluidsfactoren.
- (3)
Verkeerslawaai is op tal van manieren schadelijk voor de gezondheid. Door langdurige geluidstress kunnen de fysische reserves van de mens worden uitgeput en kan het reguleringsvermogen van orgaanfuncties worden verstoord, zodat de effectiviteit ervan wordt beperkt. Verkeerslawaai is een potentiële risicofactor voor het ontstaan van aandoeningen en medische voorvallen als hoge bloeddruk en een hartinfarct. De gevolgen van verkeerslawaai moeten in overeenstemming met Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) verder worden onderzocht.
- (4)
Richtlijn 70/157/EEG van de Raad (4) bracht een harmonisatie tot stand van de verschillende technische voorschriften van de lidstaten met betrekking tot het toelaatbare geluidsniveau van motorvoertuigen en uitlaatsystemen ervan, met het oog op de totstandbrenging en werking van de interne markt. Voor de goede werking van de interne markt en voor een eenvormige en consistente toepassing in de hele Unie moet die richtlijn door deze verordening worden vervangen.
- (5)
Deze verordening vormt een bijzondere verordening in het kader van de typegoedkeuringsprocedure die is ingesteld bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (5). De bijlagen IV, VI en XI bij die richtlijn dienen dienovereenkomstig te worden gewijzigd.
- (6)
Richtlijn 70/157/EEG heeft betrekking op Reglement nr. 51 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) inzake geluidsemissies (6), waarin de testmethode voor geluidsemissies nader wordt bepaald, en op VN/ECE-Reglement nr. 59 inzake uniforme voorschriften voor de goedkeuring van vervangende geluidsdempingssystemen (7). Als contractpartij bij de overeenkomst van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties van 20 maart 1958 betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken, en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen (8), heeft de Unie besloten om die reglementen toe te passen.
- (7)
Sinds de vaststelling ervan is Richtlijn 70/157/EEG herhaaldelijk ingrijpend gewijzigd. De recentste verlaging van de geluidsniveaugrenswaarden voor motorvoertuigen in 1995 heeft niet het verwachte effect gehad. Studies hebben aangetoond dat de krachtens die richtlijn toegepaste testmethode niet langer het werkelijke rijgedrag in stadsverkeer weergaf. Zoals aangegeven in het Groenboek van 4 november 1996 over het toekomstige beleid inzake de bestrijding van geluidshinder, werd in die testmethode met name de bijdrage van het rolgeluid van banden aan de totale geluidsemissies onderschat.
- (8)
Deze verordening moet derhalve een andere testmethode invoeren dan de methode van Richtlijn 70/157/EEG. De nieuwe methode moet worden gebaseerd op de testmethode die in 2007 door de VN/ECE-werkgroep lawaaibestrijding (GRB) is gepubliceerd en een 2007-versie van ISO-norm 362 bevatte. De resultaten van de monitoring van zowel de oude als de nieuwe testmethode zijn aan de Commissie overgelegd.
- (9)
Voor geluidsniveaus onder normale verkeersomstandigheden wordt de nieuwe testmethode representatief geacht, maar onder de slechtst denkbare omstandigheden is zij minder representatief. Daarom moeten in deze verordening aanvullende bepalingen inzake geluidsemissie worden neergelegd. Die bepalingen moeten preventieve voorschriften inhouden met betrekking tot de rijomstandigheden van het voertuig in het echte verkeer buiten de rijcyclus van de typegoedkeuring en met betrekking tot cyclusomzeiling. Die rijomstandigheden zijn uit milieuoogpunt relevant en er dient voor te worden gezorgd dat de geluidsemissie van een voertuig dat op de weg rijdt, niet sterk verschilt van wat als resultaat van de typegoedkeuringstest van het voertuig in kwestie kan worden verwacht.
- (10)
Deze verordening moet ook de geluidsniveaugrenswaarden nog verder verlagen. Zij moet rekening houden met de in Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad (9) ingevoerde nieuwe en strengere geluidsvoorschriften voor banden van motorvoertuigen. Studies waarin wordt gewezen op de hinder en de nadelige gezondheidseffecten ten gevolge van wegverkeerslawaai, en de daaraan verbonden kosten en baten, moeten eveneens in acht worden genomen.
- (11)
De algemene grenswaarden voor alle geluidsbronnen van motorvoertuigen, van de luchtinlaat via de aandrijflijn tot en met de uitlaat, moeten worden verlaagd, rekening houdend met de bijdrage van de banden aan de verlaging van het geluidsniveau zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 661/2009.
- (12)
Hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad (10), op grond waarvan de lidstaten markttoezicht moeten uitoefenen en producten die de markt van de Unie binnenkomen moeten controleren, is van toepassing op de producten die onder deze verordening vallen.
- (13)
Geluidshinder is een probleem met vele facetten waarbij veel oorzaken en factoren van invloed zijn op het geluid dat wordt waargenomen door de mens, en op de sensatie die het bij hem teweegbrengt. Het geluidsniveau van voertuigen is voor een deel afhankelijk van de omgeving waarin de voertuigen worden gebruikt en met name van de kwaliteit van de wegeninfrastructuur, en derhalve is een meer geïntegreerde aanpak vereist. Overeenkomstig Richtlijn 2002/49/EG moeten er periodiek strategische geluidsbelastingkaarten worden opgesteld van onder meer de belangrijke wegen. De informatie die met deze kaarten wordt aangeboden kan de basis vormen van toekomstige werkzaamheden op het gebied van onderzoek betreffende omgevingsgeluid in het algemeen en het geluidsniveau van het wegdek in het bijzonder, maar ook voor handleidingen met beste praktijken betreffende technologische ontwikkeling van de wegdekkwaliteit en een indeling van wegdektypes, indien passend.
- (14)
Het zesde milieuactieprogramma van de Gemeenschap (11) heeft het kader vastgelegd voor het opstellen van milieubeleid in de Unie voor de periode 2002–2012. Dat programma riep op tot actie op het gebied van geluidshinder om het aantal personen dat regelmatig geconfronteerd wordt met langdurige gemiddelde geluidsniveaus, voornamelijk door het verkeer, aanzienlijk te verminderen.
- (15)
Technische maatregelen voor het verminderen van het geluidsniveau van motorvoertuigen staan op gespannen voet met andere voorschriften, zoals de voorschriften om de geluidsemissies te verminderen, de emissies van schadelijke stoffen te beperken en de rijveiligheid te verhogen, terwijl het voertuig in kwestie zo goedkoop en efficiënt mogelijk moet blijven. Bij de pogingen om aan alle voorschriften in gelijke mate te voldoen en daar een evenwicht tussen te bewaren, botst de motorvoertuigenindustrie maar al te vaak op de grenzen van de reële technische mogelijkheden. Het is motorvoertuigontwerpers steeds weer gelukt om deze grenzen door het gebruik van nieuwe, innovatieve materialen en methoden op te schuiven. Het recht van Unie dient een helder kader voor innovatie vast te leggen dat binnen een realistisch tijdsbestek kan worden verwezenlijkt. Deze verordening voorziet in een dergelijk kader en biedt aldus een onmiddellijke stimulans voor op de maatschappelijke behoeften toegesneden innovatie, waarbij ze tegelijkertijd de industrie haar economische handelingsvrijheid laat.
- (16)
Geluidshinder is vooral een lokaal probleem, waar echter wel een oplossing op Unieniveau voor nodig is. De eerste stap op weg naar een effectief geluidsemissiebeleid is het vaststellen van maatregelen die het lawaai bij de bron aanpakken. Gezien deze verordening zich richt op de geluidsbron, die voortkomt uit motorvoertuigen en gezien die geluidsbron per definitie volkomen mobiel is, zijn nationale maatregelen alleen niet toereikend.
- (17)
Het verstrekken van informatie over geluidsemissies aan consumenten en overheden kan aankoopbesluiten beïnvloeden en de overstap naar een stiller voertuigenpark versnellen. Fabrikanten moeten dan ook op de verkooppunten en in hun technisch reclamemateriaal informatie over het geluidsniveau van voertuigen verstrekken. Voor de geluidsemissies van voertuigen moet een label worden ingevoerd, naar het voorbeeld van de labels die gebruikt worden voor informatie aan consumenten over CO2-emissies, brandstofverbruik en bandenlawaai. De Commissie zal een effectbeoordeling uitvoeren betreffende voorwaarden voor labelling van toepassing op niveaus van luchtvervuiling en geluidsoverlast, alsook betreffende consumentenvoorlichting. Die effectbeoordeling moet rekening houden met de verschillende soorten voertuigen die vallen onder deze Verordening (met inbegrip van puur elektrische voertuigen), evenals het effect dat een dergelijke labelling kan hebben op de motorvoertuigenindustrie.
- (18)
Om de geluidsoverlast door het verkeer te verminderen, moeten overheden maatregelen en stimulansen kunnen invoeren om de aankoop en het gebruik van stillere voertuigen aan te moedigen.
- (19)
De van hybride elektrische en puur elektrische voertuigen verwachte milieuvoordelen hebben geleid tot een substantiële vermindering van het door die voertuigen geëmitteerde geluid. Die vermindering heeft een belangrijk geluidssignaal doen verdwenen dat voor blinde en slechtziende voetgangers, voor fietsers en ook voor andere verkeersdeelnemers een middel is om naderende, aanwezige of vertrekkende voertuigen op te merken. Ten gevolge daarvan, ontwikkelt de industrie nu akoestische voertuigwaarschuwingssystemen (Acoustic Vehicle Alerting System — AVAS) om dat ontbreken van een geluidssignaal bij hybride elektrische en puur elektrische en voertuigen te compenseren. De prestaties van deze op voertuigen gemonteerde AVAS moeten worden geharmoniseerd. Bij de ontwikkeling van dat AVAS moet aandacht worden besteed aan de totale effecten op geluidshinder in woonbuurten.
- (20)
De Commissie moet het potentieel van actieve veiligheidssystemen in stillere voertuigen, zoals hybride en hybride elektrische en puur elektrische voertuigen, onderzoeken, zodat beter kan worden toegewerkt naar de doelstelling van het verbeteren van de veiligheid van kwetsbare weggebruikers in stedelijke gebieden, zoals blinde, slechtziende en hardhorige voetgangers, fietsers en kinderen.
- (21)
Het geluidsniveau van voertuigen heeft directe gevolgen voor de levenskwaliteit van de burgers van de Unie, met name in de stedelijke gebieden waar er weinig of geen elektrisch of ondergronds openbaar vervoer is, of infrastructuur voor fietsers en voetgangers zijn. Er moet ook rekening worden gehouden met de doelstelling die het Europees Parlement heeft vastgesteld in zijn resolutie van 15 december 2011 over het stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte — werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem (12), namelijk een verdubbeling van het aantal gebruikers van openbare vervoermiddelen. De Commissie en de lidstaten moeten met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel het openbaar vervoer, het lopen en het fietsen stimuleren om de geluidshinder in de steden te verminderen.
- (22)
Het geluidsniveau van een voertuig is voor een deel afhankelijk van het gebruik en het goede onderhoud na aankoop. Daarom moeten de burgers van de Unie bewust worden gemaakt van het belang van een vlot rijgedrag met inachtneming van de bestaande snelheidsbeperkingen in elke lidstaat.
- (23)
Om de typegoedkeuringswetgeving van de Unie volgens de aanbevelingen van het CARS 21-verslag uit 2007 te vereenvoudigen, moet deze verordening voor wat de testmethode betreft, worden gebaseerd op VN/ECE-reglement nr. 51, en voor wat vervangende geluidsdempingssystemen betreft, op VN/ECE-reglement nr. 59.
- (24)
Teneinde de Commissie in staat te stellen bepaalde voorschriften in de bijlagen I, IV, VIII en X bij deze verordening aan technische vooruitgang aan te passen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de bepalingen in die bijlagen, die betrekking hebben op de testmethoden en geluidsniveaus. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. Bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen moet de Commissie ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden.
- (25)
Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het vastleggen van administratieve en technische voorschriften voor de EU-typegoedkeuring van alle nieuwe voertuigen wat hun geluidsniveau betreft en van voor deze voertuigen bestemde vervangende geluidsdempingssytemen of onderdelen daarvan waaraan een typegoedkeuring als aparte technische eenheid is verleend, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan, beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.
- (26)
Als gevolg van de toepassing van het nieuwe regelgevingskader dat bij deze verordening wordt vastgesteld, dient Richtlijn 70/157/EEG te worden ingetrokken,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 191 van 29.6.2012, blz. 76.
Standpunt van het Europees Parlement van 6 februari 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 20 februari 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 2 april 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PB L 189 van 18.7.2002, blz. 12).
Richtlijn 70/157/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen (PB L 42 van 23.2.1970, blz. 16).
Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (kaderrichtlijn) (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1).
Reglement nr. 51 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) — Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van motorvoertuigen op ten minste vier wielen wat de geluidsemissie betreft (PB L 137 van 30.5.2007, blz. 68).
Reglement nr. 59 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) — Uniforme voorschriften voor de goedkeuring van vervangende geluiddempingssystemen (PB L 326 van 24.11.2006, blz. 43).
Besluit 97/836/EG van de Raad van 27 november 1997 inzake de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de overeenkomst van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken, en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen (‘Herziene overeenkomst van 1958’) (PB L 346 van 17.12.1997, blz. 78).
Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).
Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1).
PB C 168 E van 14.6.2013, blz. 72.