Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 540/2014 geluidsniveau van motorvoertuigen en vervangende geluidsdempingssystemen, wijziging Richtlijn 2007/46/EG en intrekking Richtlijn 70/157/EEG
Bijlage VIII Bepalingen betreffende het akoestische voertuigwaarschuwingssysteem (AVAS)
Geldend
Geldend vanaf 27-05-2019
- Bronpublicatie:
07-03-2019, PbEU 2019, L 138 (uitgifte: 24-05-2019, regelingnummer: 2019/839)
- Inwerkingtreding
27-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-03-2019, PbEU 2019, L 138 (uitgifte: 24-05-2019, regelingnummer: 2019/839)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Milieurecht / Geluid en trillingen
Deel I
Deze bijlage bevat bepalingen met betrekking tot het akoestische voertuigwaarschuwingssysteem (Acoustic Vehicle Alerting System — AVAS) voor hybride elektrische en puur elektrische voertuigen.
- I.1.
Onverminderd punt I.2, onder a) en b), en punt I.3, onder a) en b), zijn de bepalingen van deel II van toepassing op een AVAS dat:
- a)
in een vóór 1 juli 2019 goedgekeurd voertuigtype is geïnstalleerd;
- b)
geïnstalleerd is in een vóór 1 juli 2021 geregistreerd nieuw voertuig dat op het onder a) bedoelde type is gebaseerd.
- I.2.
Onverminderd punt I.3, onder a) en b), zijn de bepalingen van deel III van toepassing op een AVAS dat:
- a)
is geïnstalleerd in een voertuig waarvoor vóór 1 juli 2019 typegoedkeuring is verleend, als de fabrikant dat wenst;
- b)
is geïnstalleerd in een nieuw voertuig dat op het onder a) bedoelde type is gebaseerd;
- c)
is geïnstalleerd in een voertuig waarvoor na 1 juli 2019 en vóór 1 september 2021 typegoedkeuring is verleend;
- d)
is geïnstalleerd in een vóór 1 september 2023 geregistreerd nieuw voertuig dat op het onder c) bedoelde type is gebaseerd.
- I.3.
De bepalingen van deel IV zijn van toepassing op een AVAS dat:
- a)
is geïnstalleerd in een voertuig waarvoor vóór 1 september 2021 typegoedkeuring is verleend, als de fabrikant dat wenst;
- b)
is geïnstalleerd in een nieuw voertuig dat op het onder a) bedoelde type is gebaseerd;
- c)
is geïnstalleerd in een voertuig waarvoor op of na 1 september 2021 typegoedkeuring is verleend;
- d)
is geïnstalleerd in een nieuw voertuig dat op het onder c) bedoelde type is gebaseerd;
- e)
is geïnstalleerd in een op of na 1 september 2023 geregistreerd nieuw voertuig.
Deel II
II.1. Prestaties van het systeem
Als op een voertuig een AVAS is geïnstalleerd, moet het voldoen aan de voorschriften van de punten II.2 en II.3.
II.2. Bedrijfsomstandigheden
- a)Geluidsproductiemethode
In het minimumsnelheidsbereik van het voertuig, d.w.z. vanaf het starten tot ongeveer 20 km/h, en bij het achteruitrijden moet het AVAS automatisch een geluid produceren. Wanneer het voertuig is uitgerust met een verbrandingsmotor die binnen dat snelheidsbereik van het voertuig draait, mag het AVAS geen geluid produceren.
Bij voertuigen met een akoestisch waarschuwingssysteem voor achteruitrijden hoeft het AVAS bij het achteruitrijden geen geluid te produceren.
- b)Schakelaar
Het AVAS moet worden voorzien van een voor de bestuurder gemakkelijk toegankelijke schakelaar om het systeem in of uit te kunnen schakelen. Bij het opnieuw starten van het voertuig moet het AVAS automatisch in de aan-stand terugkeren.
- c)Demping
Tijdens bepaalde perioden waarin het voertuig wordt gebruikt, mag het geluidsniveau van het AVAS worden gedempt.
II.3. Geluidstype en -volume
- a)
Het door het AVAS te produceren geluid moet een continu geluid zijn dat de voetgangers en andere weggebruikers erop attendeert dat een voertuig in beweging is. Het geluid moet een duidelijke indicatie zijn van het voertuiggedrag en moet lijken op het geluid van een voertuig van dezelfde categorie dat met een verbrandingsmotor is uitgerust.
- b)
Het door het AVAS te produceren geluid moet een duidelijke indicatie zijn van het voertuiggedrag, bijvoorbeeld door de automatische verandering van het geluidsniveau of de geluidskenmerken al naargelang de snelheid van het voertuig.
- c)
Het door het AVAS geproduceerde geluidsniveau mag het approximatieve geluidsniveau van een voertuig van categorie M1 dat met een verbrandingsmotor is uitgerust en onder dezelfde omstandigheden wordt gebruikt, niet overschrijden.
Deel III
III.1. Prestaties van het systeem
Het AVAS moet voldoen aan de voorschriften van de punten III.2 tot en met III.6.
III.2. Bedrijfsomstandigheden
- a)Geluidsproductiemethode
In het minimumsnelheidsbereik van het voertuig, d.w.z. vanaf het starten tot ongeveer 20 km/h, en bij het achteruitrijden moet het AVAS automatisch een geluid produceren. Wanneer het voertuig is uitgerust met een verbrandingsmotor die binnen dat snelheidsbereik van het voertuig draait, mag het AVAS geen geluid produceren.
Voertuigen waarvan het totale geluidsniveau, met een marge van + 3 dB(A), voldoet aan de voorschriften van punt 6.2.8 van VN/ECE-Reglement nr. 138 (1), hoeven niet met een AVAS te worden uitgerust. De voorschriften van punt 6.2.8 van VN/ECE-Reglement nr. 138 voor tertsbanden en die van punt 6.2.3 van VN/ECE-Reglement nr. 138 voor de frequentieverschuiving zoals gedefinieerd in punt 2.4 van datzelfde reglement (‘frequentieverschuiving’), zijn niet van toepassing op die voertuigen.
Bij voertuigen met een akoestisch waarschuwingssysteem voor achteruitrijden hoeft het AVAS bij het achteruitrijden geen geluid te produceren, mits dat geluid van het waarschuwingssysteem voldoet aan de voorschriften van punt 6.2, tweede alinea, en punt 6.2.2 van VN/ECE-Reglement nr. 138.
Het geluid dat door het voor goedkeuring ter beschikking gestelde voertuigtype wordt geproduceerd, moet worden gemeten volgens de in bijlage 3 en in de punten 6.2.1.3 en 6.2.2.2 van VN/ECE-Reglement nr. 138 beschreven methoden.
- b)Schakelaar
Het AVAS mag worden voorzien van een mechanisme waarmee de bestuurder de werking ervan kan stopzetten (een ‘pauzefunctie’); dat mechanisme moet voor de bestuurder gemakkelijk toegankelijk zijn om het systeem in of uit te kunnen schakelen. Wanneer een pauzefunctie aanwezig is, moet het AVAS bij het opnieuw starten van het voertuig automatisch in de aan-stand terugkeren.
Bovendien moet de pauzefunctie voldoen aan de voorschriften van punt 6.2.6 van VN/ECE-Reglement nr. 138.
- c)Demping
Tijdens bepaalde perioden waarin het voertuig wordt gebruikt, mag het geluidsniveau van het AVAS worden gedempt. In die gevallen moet het geluidsniveau van het AVAS voldoen aan de voorschriften van punt 6.2.8 van VN/ECE-Reglement nr. 138.
III.3. Geluidstype en -volume
- a)
Het door het AVAS te produceren geluid moet een continu geluid zijn dat de voetgangers en andere weggebruikers erop attendeert dat een voertuig in beweging is. Het geluid moet een duidelijke indicatie zijn van het voertuiggedrag, bijvoorbeeld door de automatische verandering van het geluidsniveau of de geluidskenmerken al naargelang de snelheid van het voertuig. Het geluid moet lijken op dat van een voertuig van dezelfde categorie dat met een verbrandingsmotor is uitgerust.
Hiervoor gelden de volgende regels:
- i)
indien het AVAS-geluid wordt geproduceerd wanneer het voertuig in beweging is, moet het voldoen aan de voorschriften van de punten 6.2.1.1, 6.2.1.2, 6.2.1.3, 6.2.2.1, 6.2.2.2 en 6.2.3 van VN/ECE-Reglement nr. 138, al naargelang het geval;
- ii)
bij stilstand mag het voertuig een geluid produceren zoals beschreven in punt 6.2.4 van VN/ECE-Reglement nr. 138.
- b)
De voertuigfabrikant mag de bestuurder de keuze bieden tussen verschillende geluiden die moeten voldoen aan de voorschriften van punt 6.2.5 van VN/ECE-Reglement nr. 138.
- c)
Het door het AVAS geproduceerde geluidsniveau mag het approximatieve geluidsniveau van een voertuig van categorie M1 dat met een verbrandingsmotor is uitgerust en onder dezelfde omstandigheden wordt gebruikt, niet overschrijden. Voorts gelden de voorschriften van punt 6.2.7 van VN/ECE-Reglement nr. 138.
- d)
Het totale door een voertuig geproduceerde geluidsniveau dat voldoet aan punt 2, onder a), tweede alinea, mag het approximatieve geluidsniveau van een voertuig van categorie M1 dat met een verbrandingsmotor is uitgerust en onder dezelfde omstandigheden wordt gebruikt, niet overschrijden.
III.4. Voorschriften in verband met de testbaan
Tot en met 30 juni 2019 mag ISO-norm 10844:1994 als alternatief voor ISO-norm 10844:2014 worden toegepast om na te gaan of de in bijlage 3, punt 2.1.2, van VN/ECE-Reglement nr. 138 beschreven testbaan voldoet aan de voorschriften.
III.5. Typegoedkeuringscertificaat
De voertuigfabrikant moet, als bijlage bij het EU-typegoedkeuringscertificaat, alle volgende documenten verstrekken:
- a)
de mededeling zoals bedoeld in punt 5.3 van VN/ECE-Reglement nr. 138, volgens het model in bijlage 1 bij dat reglement;
- b)
de testresultaten van de AVAS-geluidsemissieniveaus, gemeten overeenkomstig dit reglement.
III.6. Opschriften
Elk onderdeel van het AVAS moet voorzien zijn van de volgende opschriften:
- a)
de handelsnaam of het handelsmerk van de fabrikant;
- b)
een specifiek identificatienummer.
De opschriften moeten onuitwisbaar en goed leesbaar zijn.
Deel IV
De bepalingen van deel III zijn van toepassing, met uitzondering van deel III, punt 2, onder b). Bovendien geldt het volgende:
Schakelaar
Elk mechanisme waarmee de bestuurder de werking van een AVAS kan stopzetten (een ‘pauzefunctie’), moet voldoen aan de voorschriften van punt 6.2.6 van VN/ECE-Reglement nr. 138, supplement 1 op de oorspronkelijke versie van het Reglement, wijzigingenreeks 01 (PB L 204 van 5.8.2017, blz. 112).
Voetnoten
PB L 9 van 13.1.2017, blz. 33.