Einde inhoudsopgave
Wet educatie en beroepsonderwijs BES
Artikel 7.4.13 Examenregeling opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en opleidingen Nederlands als vreemde taal
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2023
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 134 (uitgifte: 04-04-2022, kamerstukken: 35625)
- Inwerkingtreding
01-08-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2022, Stb. 2022, 264 (uitgifte: 28-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Aan de vavo-studenten en deelnemers wordt gelegenheid gegeven een examen af te leggen.
2.
Artikel 7.4.7 is van overeenkomstige toepassing.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden vastgesteld omtrent de examens van de opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en Nederlands als vreemde taal, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder c. Bij deze algemene maatregel van bestuur kunnen tevens voorschriften worden gegeven omtrent de examenprogramma's en de verdeling daarvan in onderdelen.
4.
Ten behoeve van de bijzondere inrichting van het onderwijs aan een instelling kan Onze Minister toestaan dat wordt afgeweken van het bepaalde bij of krachtens het tweede en derde lid. Onze Minister besluit binnen zes maanden na ontvangst van een aanvraag. Indien de beschikking niet binnen zes maanden kan worden gegeven, stelt Onze Minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
5.
Artikel 7.4.8 is van toepassing, met dien verstande dat degene die een onderdeel van het examen Nederlands als vreemde taal met goed gevolg heeft afgelegd een certificaat ontvangt. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald onder welke voorwaarden het bezit van certificaten aanspraak geeft op een diploma.
6.
Artikelen 7.4.9 en 7.5.2 is van overeenkomstige toepassing.
7.
Hoofdstuk 2, paragraaf 5, van de Wet voortgezet onderwijs 2020, met uitzondering van de artikelen 2.59, 2.62 en 2.63, is van overeenkomstige toepassing op de examens van opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs, met dien verstande dat daarbij onder ‘bevoegd gezag’ wordt verstaan hetgeen daaronder in deze wet wordt verstaan en dat het eindexamen of deeleindexamen wordt afgenomen door de examencommissie, bedoeld in artikel 7.4.7.
7.
Hoofdstuk 2, paragraaf 5, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 is van toepassing op de examens van opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs:
- a.
met uitzondering van de artikelen 2.51, eerste tot en met vijfde lid, 2.51a, 2.59, 2.60, eerste lid, onder d, tweede tot en met vierde lid, 2.60b, eerste tot en met derde lid, 2.60c, tweede en derde lid, 2.60d, 2.62 tot en met 2.64;
- b.
met dien verstande dat:
- 1°
‘de rector of directeur’ en ‘het bevoegd gezag’ worden gelezen als ‘de examencommissie’, behalve in de artikelen 2.52, 2.53, 2.54 en 2.55, eerste lid;
- 2°
de examencommissie de uitslag van het eindexamen vaststelt;
- 3°
de examencommissie de cijferlijsten, diploma’s, getuigschriften en certificaten tekent;
- 4°
de examencommissie een examenreglement vaststelt alsmede jaarlijks een programma van toetsing en afsluiting vaststelt;
- 5°
de examencommissie de vaststelling van een wijziging van het programma van toetsing en afsluiting na 1 oktober aan de kandidaten en inspectie zendt.