Hof Amsterdam, 16-03-2015, nr. 200.128.640/01 OK
ECLI:NL:GHAMS:2015:987
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
16-03-2015
- Zaaknummer
200.128.640/01 OK
- Roepnaam
Slotervaartziekenhuis
Jeemer
Meromi
Parkrand
A2Antwoordservice
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2015:987, Uitspraak, Hof Amsterdam, 16‑03‑2015; (Eerste aanleg - meervoudig)
ECLI:NL:GHAMS:2013:3386, Uitspraak, Hof Amsterdam, 18‑10‑2013; (Eerste aanleg - meervoudig)
ECLI:NL:GHAMS:2013:2855, Uitspraak, Hof Amsterdam, 25‑07‑2013
ECLI:NL:GHAMS:2013:1951, Uitspraak, Hof Amsterdam, 04‑07‑2013; (Eerste aanleg - meervoudig)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:905, Bekrachtiging/bevestiging
- Wetingang
art. 350 Burgerlijk Wetboek Boek 2
art. 350 Burgerlijk Wetboek Boek 2
- Vindplaatsen
OR-Updates.nl 2015-0187
JIN 2014/9 met annotatie van P. Haas
OR-Updates.nl 2013-0364
OR-Updates.nl 2013-0247
Uitspraak 16‑03‑2015
Inhoudsindicatie
OK; Enquete; vaststelling van de vergoeding van de onderzoeker op de voet van art. 2:350 lid 3 BW.
Partij(en)
beschikking
________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.128.640/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 16 maart 2015
inzake
1. Michael David Ilhan VAN WAVEREN,
wonende te Rotterdam,
2. Rowena Sharonna Alexia VAN WAVEREN,
wonende te Amsterdam,
3. Aysel ERBUDAK,
handelend in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van Merdan Michael Tristan KOÇ,
wonende te Beverwijk,
VERZOEKERS,
advocaten: mrs. G. te Winkel en J.D. Kleyn, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JEEMER B.V.,
gevestigd te Velsen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEROMI HOLDING B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
VERWEERSTERS,
advocaat: mr. J.H. Lemstra, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DELTA ONROEREND GOED B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
BELANGHEBBENDE,
advocaten: mr. M.W.E. Evers en mr. S.M.A.M. Timmermans, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. W.J.M. SCHRAM,
wonende te Amsterdam,
3. A.J.P. SCHRAM,
wonende te Beverwijk,
BELANGHEBBENDEN,
niet verschenen.
1. Het verloop van het geding
1.1
Partijen zullen in het navolgende als volgt worden aangeduid:
- verzoekers met Van Waveren c.s.;
- verweerster 1 met Jeemer;
- verweerster 2 met Meromi.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van 4 juli, 25 juli, 18 oktober, 25 oktober 2013, 25 maart en 28 maart 2014 (alle met zaaknummer 200.128.640/01 OK) en 11 december 2013 (met zaaknummer 200.128.640/02 OK) in deze zaak.
1.3
Bij de beschikking van 4 juli 2013 heeft de Ondernemingskamer - voor zover hier van belang - Van Waveren c.s. niet ontvankelijk verklaard in het verzoek tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Slotervaartziekenhuis B.V.
1.4
Bij de beschikkingen van 18 en 25 oktober 2013 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Jeemer en Meromi over de periode vanaf 28 december 2012, mr. W.J.M. van Andel benoemd tot onderzoeker en bepaald dat het onderzoek ten hoogste € 50.000 (exclusief BTW) mag kosten.
1.5
Bij de beschikking van 25 maart 2014 heeft de Ondernemingskamer op verzoek van de onderzoeker het onderzoeksbudget verhoogd tot € 75.000 (exclusief BTW).
1.6
Bij de beschikking van 28 maart 2014 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het op die dag ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegde verslag (met bijlage) van het in 1.4 hiervoor genoemde onderzoek ter inzage ligt voor een ieder.
1.7
De onderzoeker heeft bij e-mail van 22 september 2014 aan de secretaris van de Ondernemingskamer bericht dat hij op 31 maart 2014 een declaratie ten bedrage van € 75.000 (exclusief BTW), voorzien van urenspecificatie, heeft gezonden aan Jeemer en Meromi. De declaratie en urenspecificatie zijn bij voormelde e-mail gevoegd.
1.8
Bij brief van 29 september 2014 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen laten weten dat de Ondernemingskamer, op de voet van artikel 2:350 lid 3 BW, de vergoeding van de onderzoeker zal bepalen, en hen bij die brief in de gelegenheid gesteld zich over de vergoeding van de onderzoeker uit te laten.
1.9
Bij brief van 7 oktober 2014 van mr. Te Winkel hebben Van Waveren c.s. zich op het standpunt gesteld “dat niet de volledige declaratie van de onderzoeker op Meromi Holding B.V. en Jeemer B.V. verhaald kan worden”. Van de overige partijen is in dit verband niet vernomen.
2. De gronden van de beslissing
2.1
De door de onderzoeker overgelegde urenspecificatie geeft inzicht in alle in het kader van het onderzoek verrichte werkzaamheden. De specificatie is uitgesplitst naar aard van de werkzaamheden, de persoon die het werk heeft verricht, de daarmee gemoeide tijd en kosten. Van Waveren c.s. heeft als bezwaar aangevoerd dat de onderzoeker zijn taak te buiten is gegaan door “uitgebreid de governance van het Slotervaart [te] gaan onderzoeken” en dat dat heeft geleid tot extra werk en kosten.
2.2
De Ondernemingskamer stelt voorop dat de onderzoeker in beginsel vrij is in de inrichting van het onderzoek en het verslag. Hetgeen Van Waveren c.s. heeft aangevoerd kan, gelet op het door de Ondernemingskamer in rechtsoverwegingen 3.8 tot en met 3.16 van de beschikking van 18 oktober 2013 afgebakende onderzoeksveld, niet leiden tot de conclusie dat de onderzoeker zijn taak te buiten is gegaan. Nu er geen verdere bezwaren zijn aangevoerd, de onderzoeker voldoende inzicht heeft verschaft in de verrichte werkzaamheden in het kader van het onderzoek en de daarbij behorende kosten, en de Ondernemingskamer het door de onderzoeker gedeclareerde bedrag ook niet onredelijk voorkomt, zal zij de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW bepalen als hierna te vermelden.
3. De beslissing
De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 75.000 (exclusief BTW);
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar enmr. G.C. Makkink, raadsheren, en G.A. Cremers en H. de Munnik, raden, in tegenwoordigheid vanmr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 16 maart 2015.
Uitspraak 18‑10‑2013
Inhoudsindicatie
Beslissingen van de Ondernemingskamer inzake Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V.
Partij(en)
beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.128.640/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 18 oktober 2013
inzake
1. Michael David Ilhan VAN WAVEREN,
wonende te Rotterdam,
2. Rowena Sharonna Alexia VAN WAVEREN,
wonende te Amsterdam,
3. Aysel ERBUDAK,
handelend in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van Merdan Michael Tristan KOÇ,
wonende te Beverwijk,
VERZOEKERS,
advocaten: mr. A. Haan en mr. J. Groot, beiden kantoorhoudende te Utrecht,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JEEMER B.V.,
gevestigd te Velsen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEROMI HOLDING B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARKRAND B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A2 ANTWOORDSERVICE B.V.,
gevestigd te Velsen,
VERWEERSTERS,
advocaten: mr. H.F. van Druten, mr. S.J.H.M. Berendsen en mr. A.J. Kok, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SLOTERVAARTZIEKENHUIS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat: mr. O.L.M. Heuts, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DELTA ONROEREND GOED B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
BELANGHEBBENDE,
advocaten: mr. M.W.E. Evers en mr. S.M.A.M. Timmermans, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. W.J.M. SCHRAM,
wonende te Amsterdam,
3. A.J.P. SCHRAM,
wonende te Beverwijk,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHRAM BELEGGING MAATSCHAPPIJ B.V.,
gevestigd te Velsen-Noord,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VELSEN TERMINAL B.V.,
gevestigd te Velsen-Noord,
BELANGHEBBENDEN,
niet verschenen,
e n t e g e n
6. Theodorus Johannes Hendrik DEKKER,
wonende te Amsterdam,
7. Johan Jan Willem MEURS,
wonende te Ursem,
8. Andries Augustus KAMPFRAATH,
wonende te Breukelen,
9. Cornelis Wilhelmus Maria ZWANENBURG,
wonende te Willemstad, Curaçao,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten: mr. L.C.J.M. Spigt en mr. F. Eikelboom, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
1. Het verloop van het geding
1.1
Partijen en andere personen en rechtspersonen zullen in het navolgende (ook) als volgt worden aangeduid:
- Michael David Ilhan van Waveren met Michael;
- Rowena Sharonna Alexia van Waveren met Rowena;
- Merdan Michael Tristan Koç met Merdan;
- verweerster 1 met Jeemer;
- verweerster 2 met Meromi;
- Jeemer en Meromi, tezamen, met Jeemer c.s.;
- verweerster 3 met Parkrand;
- verweerster 4 met A2 Antwoordservice;
- verweerster 5 met Slotervaartziekenhuis;
- belanghebbende 1 met Delta Onroerend Goed;
- W.J.M. Schram met Pim Schram;
- A.J.P. Schram met Lex Schram;
- R.A.M. Schram met Rob Schram;
- J.R.M. Schram met Jan Schram;
- de erfgenamen van Jan Schram met de erven Schram;
- belanghebbende 4 met Schram Belegging Maatschappij;
- Stichting Administratiekantoor Schram Belegging Maatschappij met Stak;
- A. Erbudak met Erbudak;
- belanghebbenden 6 tot en met 9 met Dekker c.s.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen van 4 juli 2013 en 25 juli 2013 in deze zaak. Bij de beschikking van 4 juli 2013 heeft de Ondernemingskamer (i) verzoekers niet ontvankelijk verklaard voor zover het het verzoek tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Slotervaartziekenhuis en Parkrand betreft, (ii) Michael en Rowena niet ontvankelijk verklaard voor zover het het verzoek tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van A2 Antwoordservice en Meromi betreft, (iii) Erbudak als wettelijk vertegenwoordiger van Merdan in de gelegenheid gesteld om een machtiging als bedoeld in artikel 1:349 BW over te leggen en (iv) iedere verdere beslissing aangehouden. De bedoelde machtiging is vervolgens in het geding gebracht. Bij de beschikking van 25 juli 2013 heeft de Ondernemingskamer het verweer van Jeemer c.s. dat Merdan in zijn verzoek jegens Meromi niet ontvankelijk verklaard dient te worden omdat een op de voet van artikel 1:349 BW door de kantonrechter gegeven machtiging ontbreekt en omdat niet Erbudak maar Merdan als formele procespartij is opgetreden, verworpen. Iedere verdere beslissing is vervolgens aangehouden.
2. De feiten
2.1
De Ondernemingskamer handhaaft de opsomming van de feiten, zoals weergegeven onder 2 van de beschikking van 4 juli 2013. Een aantal van die vastgestelde feiten zal hier worden herhaald. De Ondernemingskamer voegt voorts een aantal feiten toe.
2.2
Als gevolg van het overlijden van Jan Schram op 28 december 2012 zijn de erven Schram (onder wie Pim Schram en Rob Schram, beiden zonen van Lex Schram, die executeur testamentair is in de nalatenschap van Jan Schram) de aandelen gaan houden die voor die datum door Jan Schram werden gehouden (zie onder 2.6 in de beschikking van 4 juli 2013). Meromi was op dat moment enig aandeelhouder van (onder meer) Slotervaartziekenhuis en Parkrand. De overige aandeelhoudersverhoudingen (voor zover thans nog relevant) zijn vanaf 28 december 2012 als volgt:
- -
Delta Onroerend Goed, Merdan en Jeemer houden respectievelijk 16,66%, 16,66% en 66,66% van de aandelen in Meromi;
- -
Rowena, Michael en de erven Schram houden respectievelijk 24,5%, 24,5% en 51% van de aandelen in Jeemer;
- -
de erven Schram en Schram Belegging Maatschappij houden respectievelijk 0,02% en 99,98% van de aandelen in Delta Onroerend Goed;
- -
Stak houdt alle aandelen in Schram Belegging Maatschappij. Deze aandelen zijn gecertificeerd. De certificaten zijn in handen van - onder meer - Pim en Rob Schram.
2.3
Jeemer heeft ten doel (volgens artikel 2 van de statuten): het houden van aandelen in - of het op andere wijze belang hebben bij andere - vennootschappen of ondernemingen, alsmede het besturen, beheren, controleren of financieren van andere vennootschappen en ondernemingen. Onder dit doel is mede begrepen het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met en het voeren van de directie over andere ondernemingen, alsmede het (doen) financieren van andere ondernemingen en het beheren en beleggen van vermogen. Artikel 15 van de statuten van Jeemer bepaalt onder andere:
“1. Ingeval van overlijden (..) van een aandeelhouder (…), alsmede bij overdracht of overgang van een of meer aandelen, (…) moeten zijn aandelen worden aangeboden met inachtneming van het in de navolgende leden bepaalde.
2. (…)
3. Degenen, die tot tekoopaanbieding van één of meer aandelen zijn gehouden, dienen binnen dertig dagen na het ontstaan van die verplichting (..) van hun aanbieding aan het bestuur kennis te geven. (…)
4. (…)
5. De verplichting tot aanbieding van aandelen op grond van het bepaalde in dit artikel heeft tot gevolg, dat gedurende het bestaan van die verplichting de aan de aandelen verbonden rechten voor zover die aan de aandeelhouder toekomen niet kunnen worden uitgeoefend indien en voor zolang de aandeelhouder in verzuim is aan deze verplichting te voldoen.
(…)”
2.4
Meromi heeft onder andere ten doel (volgens artikel 2 van de statuten): het verwerven, exploiteren en vervreemden van belangen in, het financieren van, het voeren van het bestuur over, het deelnemen in en het op enigerlei wijze verlenen van diensten aan andere ondernemingen, het verkrijgen, beheren, exploiteren en vervreemden van registergoederen, effecten en andere vermogenswaarden, alsmede het beheren en beleggen van vermogen.
2.5
Artikel 15 lid 1 onder b van de statuten van Meromi en artikel 15 lid 1 onder b van de statuten van A2 Antwoordservice bepalen dat er een verplichting tot aanbieding van haar aandelen bestaat “bij overdracht of overgang van één of meer aandelen (…) in een aandeelhouder-rechtspersoon”. In artikel 15 lid 3 van de statuten van Meromi en in artikel 15 lid 3 van de statuten van A2 Antwoordservice is dezelfde bepaling opgenomen als in artikel 15 lid 3 van de statuten van Jeemer (hierboven weergegeven). Artikel 15 lid 5 van de statuten van Meromi en artikel 15 lid 5 van de statuten van A2 Antwoordservice bepalen, gelijkluidend: “Zolang de aandeelhouder in verzuim is te voldoen aan de verplichting tot aanbieding van aandelen op grond van het bepaalde in dit artikel, is het aan die aandelen verbonden stemrecht, het recht op deelname aan de algemene vergadering en het recht op uitkeringen opgeschort.”
2.6
Bij e-mailbericht van 15 januari 2013 heeft Erbudak aan Pim en Lex Schram geschreven dat Michael en Rowena de aandelen die Jan Schram hield in Jeemer, willen overnemen.
2.7
Bij brief van 25 januari 2013 heeft de raadsman van Michael en Rowena aan Jeemer (van welke vennootschap Pim Schram sinds 21 januari 2013 (enig) bestuurder is) en aan Lex Schram bevestigd dat zijn cliënten belangstelling hebben voor het verkrijgen van de door de erven Schram te koop aangeboden aandelen in Jeemer en dat zijn cliënten ervan uitgaan dat tussen partijen op korte termijn overeenstemming over de prijs kan worden bereikt.
2.8
Bij besluit van 19 februari 2013 van de raad van commissarissen van Slotervaartziekenhuis is Erbudak als bestuurder van Slotervaartziekenhuis geschorst. Zij hebben aan dit besluit mede ten grondslag gelegd dat ten gevolge van haar - volgens de raad eigenzinnige - wijze van onderhandelen met zorgverzekeraar Achmea, Slotervaartziekenhuis geen contract heeft kunnen sluiten met Achmea voor 2013 (zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.8).
2.9
ING Bank N.V. (verder: ING) is de huisbankier van Slotervaartziekenhuis. Zij heeft deze vennootschap een krediet in rekening-courant met een limiet van € 51 miljoen alsmede een investeringsfaciliteit van € 11 miljoen verstrekt. Bij brief van 25 februari 2013 heeft ING het volgende aan Slotervaartziekenhuis geschreven. Op dat moment had het ziekenhuis onder de kredietlijn circa € 23 miljoen opgenomen en had Delta Onroerend Goed een vordering van bijna € 26 miljoen op Slotervaartziekenhuis: de in het citaat bedoelde aandeelhouderslening die Jan Schram in 2006 via Delta Onroerend Goed (tegen een rente van 6%) in Slotervaartziekenhuis had geïnvesteerd.
“De afgelopen weken hebben diverse (telefonische) gesprekken plaatsgehad tussen het Slotervaartziekenhuis en ING. Onder andere heeft ING gesproken met mevrouw Erbudak, de heer Brandjes, de heer Dekker, alsmede met de heer Pim Schram als vertegenwoordiger van de aandeelhouder.
(…)
Wij hebben tijdens voornoemde gesprekken onze zorgen geuit over de recente ontwikkelingen bij het Slotervaartziekenhuis. In eerste instantie ging de discussie over de situatie die is ontstaan nadat publiek bekend werd dat Slotervaart-ziekenhuis geen contract heeft kunnen sluiten met Achmea en de effecten die dit kunnen hebben op de financiële positie van het ziekenhuis. Wij begrijpen dat er sindsdien intensief contact is met Achmea waarbij de verwachting is dat beide partijen op korte termijn akkoord kunnen sluiten over een contract.
Voorts hebben wij signalen opgevangen dat er wordt gesproken over het (gedeeltelijk) terugbetalen van de aandeelhouderslening. (…)
Het op non-actief stellen van de voorzitter van de Raad van Bestuur heeft bij ING vragen doen rijzen. Naar wij hebben begrepen lag het bestuurlijke zwaartepunt van de Raad van Bestuur bij de voorzitter. Door de recente op non-actiefstelling is naar de mening van ING een bestuurlijke issue ontstaan die in het belang van het ziekenhuis adequaat en op zeer korte termijn zal moeten worden opgelost, waarbij de belangen van alle stakeholders belangrijk zijn.
De bank had verwacht dat het ziekenhuis met alle belanghebbenden om de tafel zou gaan zitten zodat deze issue intern zou kunnen worden opgelost. Zodoende was de bank zeer verrast en verontrust naar aanleiding van het publiek maken van deze schorsing afgelopen vrijdagmiddag. Het is de mening van de bank dat als gevolg hiervan een machtsstrijd is ontstaan tussen de (indirecte) aandeelhouders van het ziekenhuis die een serieuze negatieve impact kan hebben op het ziekenhuis en, in het verlengde daarvan, de door ING verstrekte financiering. Ook dit vormt een grond voor vervroegde opeisbaarheid van de kredietfaciliteit. Het is de mening van de bank dat deze issue zo snel als mogelijk moet worden opgelost.
Als gevolg hiervan heeft ING besloten om alle banklijnen tot nader order te bevriezen. De bank is bereid om dit ongedaan te maken als aan de volgende condities is voldaan:
Slotervaartziekenhuis zorgt ervoor dat uiterlijk voor dinsdag 26 februari 2013 om 17:00 uur de relevante partijen in deze machtsstrijd (…) rond de tafel zijn gaan zitten met het doel een oplossing te zoeken waardoor deze machtsstrijd zo spoedig mogelijk kan worden opgelost.
Schriftelijke bevestiging van het Slotervaartziekenhuis en de aandeelhouder dat de aandeelhouderslening van c. EUR26m niet wordt afgelost en dat er binnen 2 weken na dagtekening van deze brief een achterstellingsakte in plaats is voor deze lening die conveniërend is voor ING.
(…)
(…).” (zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.9)
2.10
Bij e-mailbericht van 7 maart 2013 heeft Lex Schram aan de raadsman van Michael en Rowena geschreven dat hij het onwenselijk vond dat zij de aandelen in Jeemer zouden verwerven. Bij brief van 8 maart 2013 aan Jeemer, Delta Onroerend Goed (van welke vennootschap Rob Schram sinds 1 maart 2013 de enige bestuurder is), Schram Belegging Maatschappij en STAK heeft deze raadsman namens Michael en Rowena onder andere verzocht om:
- een schriftelijke bevestiging van het op 21 januari 2013 mondeling aan Michael en Rowena gedane aanbod tot koop van de aandelen die Jan Schram in Jeemer hield;
- de door Schram Belegging Maatschappij in A2 Antwoordservice gehouden aandelen schriftelijk te koop aan te bieden aan de overige aandeelhouders;
- de door Delta Onroerend Goed gehouden aandelen in Meromi aan te bieden aan de overige aandeelhouders.
2.11
Op 13 maart 2013 heeft Pim Schram in zijn hoedanigheid van bestuurder van Meromi en als zodanig als enig aandeelhouder van Slotervaartziekenhuis besloten om de statuten van Slotervaartziekenhuis te wijzigen en om voor een bedrag van € 5 miljoen 6%-cumulatief preferente aandelen met een nominale waarde van € 1 elk uit te geven. Volgens de considerans van dit besluit ligt daaraan - mede - ten grondslag dat het “met het oog op de continuïteit van Slotervaartziekenhuis (…) gewenst (is) dat, mede op verzoek van de financierende instelling, het eigen vermogen van Slotervaartziekenhuis wordt verhoogd.” Bij notariële akte van 14 maart 2013 zijn de statuten dienovereenkomstig gewijzigd en zijn voormelde cumulatief preferente aandelen uitgegeven aan Delta Onroerend Goed. De aandelen zijn volgestort door verrekening met voormelde vordering van Delta Onroerend Goed op Slotervaartziekenhuis voor een bedrag van € 5 miljoen. Als gevolg daarvan houdt Delta Onroerend Goed sedertdien 99,64% en Meromi 0,36% (in plaats van voorheen 100%) van de aandelen in Slotervaartziekenhuis. Delta Onroerend Goed heeft Slotervaart en ING voorts bericht dat zij bereid is om haar vordering gedurende een periode van vijf jaar niet te zullen opeisen onder nader overeen te komen voorwaarden (zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.11).
2.12
Bij brief van 19 maart 2013 heeft Lex Schram aan het bestuur van Jeemer (Pim Schram) kennis gegeven de aandelen die de erven Schram houden in Jeemer, aan de andere aandeelhouders te koop aan te bieden. Bij brief van 19 maart 2013 heeft Rob Schram als bestuurder van Delta Onroerend Goed aan Pim Schram als bestuurder van Meromi kennis gegeven alle aandelen die Delta Onroerend Goed houdt in Meromi aan de andere aandeelhouders te koop aan te bieden “voorzover wij daartoe op grond van de statuten van Meromi (…) gehouden zijn.” Verzoekers hebben op 21 maart 2013 een kort geding aanhangig gemaakt - en later ingetrokken - tegen Schram Belegging Maatschappij, Pim, Rob en Lex Schram en Delta Onroerend Goed, onder andere tot nakoming van de gestelde aanbiedingsverplichtingen. Bij brief van 25 maart 2013 heeft Schram Belegging Maatschappij (Pim Schram) de aandelen die deze vennootschap houdt in A2 Antwoordservice aan de andere aandeelhouders te koop aangeboden. Op 25 maart 2013 heeft Rob Schram namens Lex Schram, Meromi, A2 Antwoordservice, Jeemer en Schram Belegging Maatschappij aan de raadsman van Michael en Rowena het volgende geschreven: “Schram Beleggingsmaatschappij bv biedt haar aandelen welke zij houdt in A2 Antwoordservice bv te koop aan aan de andere aandeelhouders van A2 Antwoordservice. Delta onroerend goed bv, biedt – voor zover zij daartoe gehouden zou zijn op grond van de statuten van Meromi Holding bv – haar aandelen in Meromi Holding bv aan aan de andere aandeelhouders van Meromi Holding bv (…).” (…). Jeemer bv biedt haar aandelen welke zij houdt in Meromi Holding bv aan aan de andere aandeelhouders van Meromi (…). [Lex] Schram, in zijn hoedanigheid als executeur, biedt de aandelen aan die [Jan] Schram hield in Jeemer bv aan de andere aandeelhouders van Jeemer bv (…).” Delta Onroerend Goed heeft op 26 maart 2013 haar aandelen in Meromi - ongeclausuleerd - aan de overige aandeelhouders aangeboden. De vraag welke aandeelhouders de door Jeemer en Delta aangeboden aandelen in Meromi kunnen verwerven, is tussen partijen omstreden.
2.13
Bij brief van 26 maart 2013 heeft de raadsman van Erbudak (als wettelijk vertegenwoordiger van Merdan) aan Delta Onroerend Goed (Rob Schram) geschreven dat Delta Onroerend Goed aandelen Slotervaart heeft verworven in de wetenschap dat daarmee de rechten van Merdan geweld worden aangedaan en dat dit handelen van Delta Onroerend Goed en van Rob Schram als onrechtmatig moet worden gekwalificeerd.
2.14
Bij besluit van 27 maart 2013 van de vergadering van aandeelhouders van Slotervaartziekenhuis (Delta Onroerend Goed en Meromi) is Erbudak als bestuurder van Slotervaartziekenhuis ontslagen (zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.12).
2.15
Bij brief van 27 maart 2013 heeft ING de limiet van het rekening-courantkrediet van Slotervaartziekenhuis verlaagd tot € 28 miljoen. Volgens ING is “[c]onform de door het Slotervaartziekenhuis verstrekte liquiditeitsprognose [die] kredietruimte (…) voldoende om het jaar 2013 op een goede manier af te ronden.” Zij schrijft voorts:
“Vanwege het thans verhoogde (krediet)risico als gevolg van het uitblijven van deze [Ondernemingskamer: de in de brief van 25 februari 2013 bedoelde, op de ‘aandeelhouders-lening’ van Delta Onroerend Goed betrekking hebbende] achterstellingsakte, zullen wij de kredietlimiet van EUR 28 mln met ingang van 30 juni 2013 met EUR 1 mln per kwartaal verlagen.” (Zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.13).
2.16
Bij brief van 10 april 2013 heeft de raadsman van Michael en Rowena als indirecte aandeelhouders van Meromi, aan Meromi (en aan Jeemer als haar meerderheidsaandeelhouder) verzocht om hen het in het besluit van 13 maart 2013 (zie hierboven onder 2.11) genoemde verzoek van de financierende bankinstelling, dat het eigen vermogen van Slotervaartziekenhuis wordt verhoogd, te doen toekomen.
2.17
Bij brief van 12 april 2013 heeft de raadsman van Michael en Rowena Jeemer verzocht om een algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen waarin onder andere de volgende onderwerpen worden behandeld:
- -
“de omzet en resultaatontwikkeling van Jeemer B.V. en haar deelnemingen op basis van de voorlopige cijfers 2012, alsmede de cijfers over het eerste kwartaal van 2013;
- -
de algemene gang van zaken binnen Jeemer B.V. en haar deelnemingen;
- -
ondanks verzoeken om informatie missen cliënten over de afgelopen vijf jaar inzicht in de ontwikkeling van de door Jeemer B.V. gedreven onderneming en haar deelnemingen. Dat geldt niet alleen de financiële resultaten, maar eveneens de begrotingen, businessplannen en dergelijke. (…).;
- -
het nemen van een besluit tot uitkering van dividend aan de aandeelhouders. Er is, sedert het aandeelhouderschap van cliënten, geen enkele keer dividend uitgekeerd, alhoewel daartoe wel mogelijkheden bestonden en cliënten dat hebben verzocht. Besluitvorming ter zake heeft, voor zover bekend, niet plaatsgevonden. (…).”
2.18
Bij brief van eveneens 12 april 2013 heeft de raadsman van Erbudak (als wettelijk vertegenwoordiger van Merdan), Meromi verzocht een algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen, waarin onder andere de volgende onderwerpen worden behandeld:
- -
“de omzet en resultaatontwikkeling van Meromi Holding B.V. en haar deelnemingen op basis van de voorlopige cijfers 2012 en het eerste kwartaal 2013;
- -
de algemene gang van zaken binnen Meromi Holding B.V. en met name haar deelnemingen, waaronder Slotervaartziekenhuis B.V.
- -
verantwoording van het bestuur ter zake het besluit tot statutenwijziging van Slotervaartziekenhuis B.V. en het uitgeven van 5.000.000 cumulatief preferente aandelen aan een gelieerde vennootschap, tevens schuldeiser van het ziekenhuis, Delta Onroerend Goed B.V., vertegenwoordigd door Rob Schram;
- -
ondanks verzoeken om informatie missen cliënten over de afgelopen vijf jaar inzicht in de ontwikkeling van de door Meromi Holding B.V. gedreven onderneming en haar deelnemingen. Dat geldt niet alleen de financiële resultaten, maar eveneens de begrotingen, businessplannen en dergelijke. (…).
- -
cliënte verzoekt bij de uitnodiging tot het bijwonen van de AVA en het toezenden van de agenda, tevens te voegen alle documenten met betrekking tot het besluit tot statutenwijziging van Slotervaartziekenhuis B.V. en het uitgeven van 5.000.000 cumulatief preferente aandelen, waaronder (…) in ieder geval het namens de minderheidsaandeelhouders herhaaldelijk opgevraagde verzoek van de financierende instelling van Slotervaartziekenhuis B.V., welk verzoek (…) mede aan de besluitvorming ten grondslag zou hebben gelegen;
- -
het nemen van een besluit tot uitkering van dividend aan de aandeelhouders. Er is, sedert het aandeelhouderschap van cliënten, geen enkele keer dividend uitgekeerd, alhoewel daartoe wel mogelijkheden bestonden en cliënten dat hebben verzocht. Besluitvorming ter zake heeft, voor zover bekend, niet plaatsgevonden. (…).”
2.19
Op 2 mei 2013 heeft de bestuurder van Jeemer (Pim Schram) Michael en Rowena voor een aandeelhoudersvergadering van Jeemer uitgenodigd, met als enige bijlage bij die uitnodiging de concept jaarrekening 2011. De vergadering is op 17 mei 2013 gehouden. Bij brief van eveneens 2 mei 2013 heeft de bestuurder van Meromi (Pim Schram) Erbudak voor een aandeelhoudersvergadering van Meromi uitgenodigd, met als enige bijlage bij die uitnodiging de jaarstukken 2011. Ook deze vergadering is op 17 mei 2013 gehouden. Naast de bespreking en goedkeuring van de jaarrekening 2011 is in beide vergaderingen geagendeerd de brief van 12 april 2013 van de raadsman van Michael en Rowena respectievelijk 12 april 2013 van de raadsman van Merdan.
2.20
Bij e-mail van 23 mei 2013 heeft Pim Schram aan de raadsman van Merdan, Michael en Rowena bericht dat er een prijs moet worden vastgesteld voor de aandelen van A2 Antwoordservice, Meromi en Jeemer. “U stelt voor om aan KPMG te vragen het concept rapport definitief te maken. Dit is voor ons niet akkoord en niet wenselijk om meerdere redenen welke thans niet van belang zijn. Uw cliënten hebben (…) Busch als deskundige voorgesteld. Wij stellen Vondel Finance te Haarlem voor.” Bij e-mails van 5 en 10 juni 2013 heeft de raadsman van Merdan, Michel en Rowena Pim Schram gevraagd om gegevens te verstrekken van de contactpersoon bij Vondel Finance.
2.21
Ten tijde van de terechtzitting waren ING, Delta Onroerend Goed en Slotervaartziekenhuis nog met elkaar in gesprek over de in punt 2.11 bedoelde nader overeen te komen voorwaarden waaronder Delta Onroerend Goed bereid zou zijn haar vordering gedurende een periode van vijf jaar niet te zullen opeisen en over de (wijze van) voortzetting van de kredieten van ING (zie de beschikking van 4 juli 2013 onder 2.11 en 2.14).
3. De gronden van de beslissing
3.1
Gelet op het oordeel van de Ondernemingskamer in haar beschikking van 4 juli 2013, resteert een oordeel over de verzoeken aan de Ondernemingskamer om - zakelijk weergegeven -:
1. een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Jeemer (het verzoek van Rowena en Michael) en Meromi (het verzoek van Merdan) over de periode vanaf 28 december 2012;
2. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding ten aanzien van Jeemer:
a. primair de door Jan Schram tot 28 december 2012 in Jeemer gehouden aandelen ten titel van beheer over te dragen aan een door de Ondernemingskamer aan te wijzen persoon;
subsidiair alle wils- en zeggenschapsrechten op voornoemde aandelen, daaronder begrepen het stemrecht, te schorsen; en
meer subsidiair te bepalen dat besluiten van de algemene vergadering van Jeemer alleen kunnen worden genomen na voorafgaande schriftelijke instemming van een door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder (als hierna verzocht);
b. Pim Schram te schorsen als bestuurder van Jeemer en een derde te benoemen tot bestuurder van Jeemer;
3. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding ten aanzien van Meromi:
a. primair de door Delta Onroerend Goed en door Jeemer gehouden aandelen in Meromi ten titel van beheer over te dragen aan een door de Ondernemingskamer aan te wijzen persoon;
subsidiair alle wils- en zeggenschapsrechten op voornoemde aandelen, daaronder begrepen het stemrecht, te schorsen; en
meer subsidiair te bepalen dat besluiten van de algemene vergadering van Meromi alleen kunnen worden genomen met voorafgaande schriftelijke instemming van een door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder (als hierna verzocht);
b. Pim Schram te schorsen als bestuurder van Meromi en een derde te benoemen tot bestuurder van Meromi;
4. dan wel die onmiddellijke voorzieningen te treffen ten aanzien van Jeemer en Meromi die de Ondernemingskamer geraden acht,
5. Jeemer, Meromi, Slotervaart, Parkrand en A2 Antwoordservice te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2
Jeemer c.s. en Delta Onroerend Goed hebben de Ondernemingskamer verzocht verzoekers niet ontvankelijk te verklaren in hun verzoeken, dan wel de verzoeken af te wijzen. Delta Onroerend Goed, Slotervaartziekenhuis en Dekker c.s. hebben de Ondernemingskamer verzocht verzoekers te veroordelen in de kosten van het geding, althans wat Dekker c.s. betreft, Slotervaart niet te veroordelen in de kosten van het geding (zie de overwegingen 1.3 tot en met 1.6 van de beschikking van 4 juli 2013).
3.3
Merdan heeft aan zijn stelling dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid van Meromi te twijfelen onder andere ten grondslag gelegd, zakelijk weergegeven, dat (i) hij, Merdan, (zijn wettelijk vertegenwoordiger Erbudak) als minderheidsaandeelhouder van Meromi niet is geïnformeerd over (de gang van zaken rond) de statutenwijziging en aandelenemissie bij Slotervaartziekenhuis en de daarmee verband houdende verwatering van de aandelen die Meromi in Slotervaart houdt, (ii) hij, Merdan, (zijn wettelijk vertegenwoordiger Erbudak) niet vooraf is betrokken bij, en zelfs niet is geïnformeerd over het nemen van, besluiten door de algemene vergadering van aandeelhouders waarvoor instemming van alle aandeelhouders was vereist in de periode van 28 januari 2013 tot en met 25 maart 2013 (de periode waarin Delta Onroerend Goed en Jeemer naar de opvatting van Merdan (zijn wettelijk vertegenwoordiger Erdubak) in verzuim waren om aan hun aanbiedingsplicht te voldoen op grond van artikel 15 van de statuten van Meromi), (iii) er sprake is van een verstrengeling van belangen en van tegenstrijdige belangen, zo begrijpt de Ondernemingskamer, tussen de vennootschap, haar bestuur (Pim Schram) en aandeelhouder Delta Onroerend Goed dan wel haar (indirecte) aandeelhouders/certificaathouders (onder wie Pim en Rob Schram) alsmede het bestuur van die (indirecte) aandeelhouders (Rob Schram of Pim Schram of Lex, Pim en Rob Schram gezamenlijk), (iv) Jeemer als meerderheidsaandeelhouder in Meromi haar zorgplicht jegens Merdan als minderheidsaandeelhouder heeft geschonden, en (v) de verhouding tussen de betrokken partijen inmiddels ernstig is verstoord.
3.4
Rowena en Michael hebben aan hun stelling dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid van Jeemer te twijfelen onder andere ten grondslag gelegd, zakelijk weergegeven, dat (i) het bestuur van Jeemer te kort is geschoten in haar zorgplicht jegens Michael en Rowena onder andere door hen niet vooraf te betrekken bij, en zelfs niet te informeren over te nemen en genomen besluiten door de algemene vergadering van aandeelhouders waarvoor instemming van alle aandeelhouders was vereist in de periode van 28 januari 2013 tot en met 25 maart 2013 (de periode waarin de erven Schram in de opvatting van Rowena en Michael in verzuim waren om aan hun aanbiedingsplicht op grond van artikel 15 van de statuten van Jeemer te voldoen), (ii) er sprake is van een verstrengeling van belangen en van tegenstrijdige belangen, zo begrijpt de Ondernemingskamer, tussen de vennootschap, haar bestuur (Pim Schram) en de gezamenlijke meerderheidsaandeelhouders (erven Schram), (iii) Jeemer besluiten neemt en (als meerderheidsaandeelhouder) in Meromi bewerkstelligt die strijdig zijn met de belangen van Rowena en Michael als minderheidsaandeelhouders in Jeemer, (iv) de uitvoering van de aanbiedingsplicht van aandelen wordt getraineerd en (v) de verhouding tussen de betrokken partijen inmiddels ernstig is verstoord.
3.5
Jeemer c.s. hebben in hun verweer naar voren gebracht dat verzoekers hun bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van Jeemer en van Meromi niet van te voren schriftelijk kenbaar hebben gemaakt aan het bestuur, zodat zij ingevolge artikel 2:349 lid 1 BW in hun verzoeken niet ontvankelijk verklaard dienen te worden.
3.6
De Ondernemingskamer verwerpt dit verweer. In de brieven van 10 april 2013 en 12 april 2013 (hierboven aangehaald onder 2.16 en 2.17) hebben Michael en Rowena hun bezwaren - in ieder geval de belangrijkste daarvan - tegen het beleid en de gang van zaken in Jeemer voldoende kenbaar gemaakt op de wijze zoals artikel 2:349 lid 1 BW dat voorschrijft. Dat zelfde geldt voor de brief van 12 april 2013 van de raadsman van Erbudak (in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van Merdan) aan Meromi (hierboven aangehaald onder 2.18). De Ondernemingskamer heeft hierbij in aanmerking genomen dat genoemde wetsbepaling ertoe strekt te voorkomen dat een vennootschap door een enquêteverzoek wordt overvallen. Daarom volstaat het in het algemeen indien het bestuur op de hoogte is geraakt van de bij de verzoeker(s) levende bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van de vennootschap en enige tijd heeft gehad om op die bezwaren te reageren. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer hebben Jeemer en Meromi uit de brieven van 12 april 2013 (maar ook reeds uit hetgeen aan correspondentie en informatieverzoeken daaraan was vooraf gegaan) moeten begrijpen dat Michael en Rowena respectievelijk Merdan met betrekking tot de in die brieven aan de orde gestelde onderwerpen bezwaren had(den) tegen het beleid en de gang van zaken van Jeemer en Meromi. De Ondernemingskamer merkt nog op dat die bezwaren de betreffende vennootschappen niet zullen hebben overvallen, gelet op de lopende machtsstrijd met Erbudak (zie hierna onder 3.14).
3.7
Jeemer en Meromi hebben ook overigens verweer gevoerd tegen de door verzoekers aangevoerde gronden. De Ondernemingskamer zal dit verweer voor zover nodig hierna beoordelen.
3.8
De Ondernemingskamer overweegt als volgt. Ten gevolge van het op 13 maart 2013 genomen besluit van Meromi - in haar hoedanigheid van (toen) enig aandeelhouder van Slotervaartziekenhuis - tot wijziging van de statuten van Slotervaartziekenhuis en tot uitgifte van 5.000.000 cumulatief preferente aandelen in het kapitaal van Slotervaartziekenhuis aan Delta Onroerend Goed (ofwel: de hiervoor bedoelde omzetting van de aandeelhouderslening in kapitaal), is het belang van Meromi in Slotervaartziekenhuis verwaterd van 100% naar 0,36%. Het bestuursbesluit van Meromi tot statutenwijziging bij, en emissie door, haar dochtervennootschap is - gelet op de statuten van Meromi - niet onderworpen aan de goedkeuring van de aandeelhouders van Meromi. Zeker bij een vennootschap waarin een beperkte kring van aandeelhouders deelneemt, brengt het gewicht van een dergelijk, voor Meromi ingrijpend besluit tot - in wezen - overdracht van (het voornaamste deel van) de indirect aan haar verbonden onderneming naar het oordeel van de Ondernemingskamer echter mee dat (het bestuur van) Meromi ten minste vooraf en uit zichzelf - al dan niet in een daartoe uit te schrijven algemene vergadering van aandeelhouders - openheid van zaken had dienen te geven aan (Erbudak als wettelijk vertegenwoordiger van) Merdan, als niet in het bestuur van Meromi vertegenwoordigde minderheidsaandeelhouder. Erbudak had als wettelijk vertegenwoordiger van Merdan - na openheid te hebben verkregen - op zijn minst in de gelegenheid gesteld moeten worden zich op de gevolgen van het besluit voor de vennootschap en voor Merdan te beraden. Aldus is zij ten onrechte niet in de gelegenheid geweest haar bezwaren naar voren te brengen en mogelijke alternatieven voor de omzetting aan te dragen en hebben die bezwaren en alternatieven bij de besluitvorming geen rol kunnen spelen.
3.9
Dit een en ander klemt te meer in de specifieke omstandigheden van het geval. Zo waren beide andere aandeelhouders wél tevoren geïnformeerd. Jeemer en Delta Onroerend Goed waren rechtstreeks betrokken bij het bestuursbesluit van Meromi tot de statutenwijziging bij en de aandelenemissie door Slotervaartziekenhuis. Zij waren - zo heeft Meromi tijdens de terechtzitting naar voren gebracht - “sowieso akkoord” (pleitnota 33) met dit besluit. Voorts waren de belangen vermengd en deden zich ook tegenstrijdige belangen voor, doordat (i) Pim Schram bestuurder was van Jeemer en Meromi, (ii) Delta Onroerend Goed tot 1 maart 2013 werd bestuurd door Pim Schram en sindsdien door Rob Schram, terwijl (iii) zowel Pim als Rob Schram ook aandeelhoudersbelangen hadden in Jeemer en indirect ook in Delta Onroerend Goed en in Meromi (zie ook hieronder onder 3.14.) Ten slotte is van belang, dat niet blijkt - bij gebreke van een waardering van de onderneming - van een zorgvuldige toets van de prijs waartegen de aandelen werden uitgegeven.
3.10
Naar het voorlopig oordeel van de Ondernemingskamer moet op grond van het voorgaande geconcludeerd worden, dat Meromi ten onrechte niet tijdig openheid van zaken aan haar minderheidsaandeelhouder heeft gegeven, terwijl dat in ieder geval in de gegeven omstandigheden wel op haar weg had gelegen. Dit levert een gegronde reden op om aan een juist beleid van Meromi te twijfelen. Daarnaast geven de belangenvermenging en tegenstrijdigheid van belangen alsmede het - naar moet worden aangenomen - ontbreken van voormelde zorgvuldige toets ook zelfstandig gegronde redenen op om aan een juist beleid van Meromi te twijfelen.
3.11
De Ondernemingskamer overweegt voorts het volgende. De omstandigheid dat de verhouding met Erbudak als voormalig bestuursvoorzitter van Slotervaartziekenhuis gespannen was en dat Meromi mogelijk om die reden er weinig voor voelde om Erbudak in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger openheid van zaken te geven, doet niet af aan hetgeen hiervoor is overwogen. Ook de stelling van Jeemer c.s., dat Meromi geen alternatief voorhanden had en dat zij geen andere keuze had dan in te stemmen met de gedeeltelijke conversie van de vordering van Delta Onroerend Goed in cumulatief preferente aandelen in het kapitaal van Slotervaartziekenhuis, doet aan het voorgaande niet af en is daarnaast niet overtuigend. Immers, niet alleen is niet komen vast te staan dat ING een aandelenemissie met het oog op de continuïteit van Slotervaartziekenhuis als voorwaarde voor haar voortgaande financiering had gesteld, dan wel dat die emissie mede op verzoek van ING heeft plaatsgevonden, maar evenmin is komen vast te staan dat het besluit het beoogde effect zou hebben. In de overgelegde stukken spreekt ING slechts over de achterstelling van de ‘aandeelhouderslening’ die Delta Onroerend Goed aan Slotervaartziekenhuis had verstrekt. Delta Onroerend Goed en Slotervaartziekenhuis hebben ING niet tevoren geraadpleegd en hebben niet onderzocht (i) of ING, in plaats van de geëiste achterstelling van de lening, akkoord zou gaan met een gedeeltelijke omzetting van die lening in kapitaal, en (ii) of ING het besluit toereikend vond om de kredietverhouding geheel of gedeeltelijk voort te zetten (ten tijde van de terechtzitting was nog immers niet duidelijk dat een vervroegde opeising van de kredietfaciliteit door ING van de baan was). Meromi heeft Erbudak als Merdan’s wettelijk vertegenwoordiger ondanks verzoeken daartoe ook na het besluit geen stukken verstrekt die op de statutenwijziging en emissie betrekking hadden. Bij de uitnodiging bij brief van 2 mei 2013 voor een algemene vergadering van aandeelhouders waren slechts conceptjaarstukken over 2011 gevoegd. Onvoldoende betwist is dat in die vergadering slechts zeer summiere mondelinge informatie is gegeven.
3.12
Dat de gevolgen van statutenwijziging en emissie voor Meromi uitsluitend gunstig zouden zijn, zoals door Jeemer c.s. bepleit, - wat daarvan ook zij - brengt de Ondernemingskamer niet tot een ander oordeel. Ook de stelling van Jeemer c.s. dat er sprake was van een noodsituatie en dat direct bij Slotervaartziekenhuis moest worden ingegrepen, rechtvaardigt niet - wat daarvan ook zij - dat geen opening van zaken werd gegeven. Jeemer c.s. hebben niet toegelicht dat en waarom de nood zo hoog was dat daarvoor geen ruimte meer was.
3.13
Jeemer c.s. hebben verder nog gesteld dat de belangen van alle betrokkenen in ieder geval parallel liepen, zij betroffen namelijk de continuïteit van Slotervaartziekenhuis, en dat er om die reden geen vermenging van belangen of van tegenstrijdige belangen in Meromi voordeed of voordeden. De Ondernemingskamer overweegt als volgt.
3.14
Alle aandelen van Delta Onroerend Goed zijn in handen van Schram Belegging Maatschappij. Enig aandeelhouder van Schram Belegging Maatschappij is STAK. De erven Schram - onder wie Pim en Rob Schram - zijn certificaathouders. De erven zijn tevens voor 51% aandeelhouders in Jeemer. Pim Schram is bestuurder van onder andere de volgende vennootschappen:
- -
sinds 10 juli 2012 van Schram Belegging Maatschappij;
- -
sinds 21 januari 2013 van Jeemer;
- -
sinds 21 januari 2013 van Meromi;
- sinds 3 december 2012 van STAK Schram Belegging Maatschappij, tezamen met Rob en Lex Schram.
Pim Schram was verder bestuurder van Delta Onroerend Goed tot 1 maart 2013. Per 1 maart 2013 is Rob Schram daarvan bestuurder. Uit dit een en ander blijkt dat de erven Schram en in het bijzonder de broers Pim en Rob Schram in hun uiteenlopende hoedanigheden steeds belang hadden bij het besluit tot statutenwijziging en emissie. Dit besluit had tot gevolg dat de erven Schram indirect een vrijwel 100% aandelenbelang in Slotervaartziekenhuis hebben verworven en dat het indirecte aandelenbelang van verzoekers in die vennootschap tot vrijwel nul is gereduceerd. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer is niet gebleken, en had wel moeten blijken, dat Rob en Pim Schram maar in het bijzonder Pim Schram als “spin in het web” oog heeft/hebben gehad voor de belangentegenstellingen en de mogelijkheid van belangenvermenging en dat zij voldoende rekening hebben gehouden met de belangen van de minderheidsaandeelhouders in Meromi. Daarbij speelt mee dat zich inmiddels een machtsstrijd tussen Erbudak en haar kinderen enerzijds en de erven Schram althans Pim en Rob Schram anderzijds had ontwikkeld die samenhing met de gebeurtenissen in de onderneming van het Slotervaartziekenhuis (zie hierboven onder 2.8, de schorsing van Erbudak als bestuursvoorzitter, en onder 2.9, de dreiging van het opeisen van de aandeelhouderslening van Delta Onroerend Goed, zie de brief van 25 februari 2013 van ING). Deze ontwikkelingen brachten juist te meer mee dat Pim Schram als bestuurder van Meromi aandacht had moeten besteden aan de belangentegenstellingen en vermenging van belangen had dienen te voorkomen.
3.15
Naar het oordeel van de Ondernemingskamer kan de wijze waarop Meromi is omgegaan met de nakoming van de aanbiedingsverplichtingen ingevolge artikel 15 van haar statuten (zie hierboven onder 2.5) niet los worden gezien van het hiervoor geconstateerde gebrek aan aandacht voor de belangentegenstellingen en het risico van belangenvermenging. Datzelfde geldt voor de wijze waarop Jeemer met de aanbiedingsverplichtingen zoals deze voortvloeien uit artikel 15 van haar statuten is omgegaan. Hetgeen de Ondernemingskamer hiervoor heeft overwogen ten aanzien van het gebrek aan aandacht voor de belangentegenstellingen en het risico van belangenvermenging in Meromi geldt op overeenkomstige wijze voor Jeemer.
De Ondernemingskamer wijst weer in het bijzonder op de rol van Pim Schram. Hij heeft als bestuurder van Jeemer de aandelen van Jeemer in Meromi aangeboden aan de andere aandeelhouders van Meromi. Tevens dient hij als bestuurder van Meromi uitvoering te geven aan de statuten van Meromi met betrekking tot de aandelen in Meromi die door Delta Onroerend Goed en Jeemer aan de andere aandeelhouders van Meromi zijn aangeboden. De Ondernemingskamer stelt vast dat de nakoming van de aanbiedingsverplichtingen op grond van de artikelen 15 van de statuten van Meromi en van Jeemer, die mogelijk zouden kunnen leiden tot verkrijging van een meerderheidsbelang van respectievelijk Merdan in Meromi en van Rowena en Michael in Jeemer (en daarmee, althans ten tijde van het ontstaan van de aanbiedingsverplichtingen, van een meerderheidsbelang in Slotervaartziekenhuis), niet voldoende voortvarend is uitgevoerd. De aanbieders hebben weliswaar steeds gesteld ‘bereid te zijn’ hun aandelen aan te bieden doch hebben dat in feite gedurende bijna drie maanden niettemin niet gedaan ondanks dat verzoekers daar op aan drongen (zie hierboven onder 2.6, 2.7, 2.10 en 2.12 en 2.20). Zowel de aandelen in Jeemer, als de aandelen in Meromi zijn pas na de emissie van 13 maart 2013 aan de overige aandeelhouders aangeboden. De Ondernemingskamer acht voorshands aannemelijk dat er sprake is van verzuim nu die aanbiedingen niet binnen de in de statuten genoemde termijn (via het bestuur van de betreffende vennootschappen) zijn geschied. Volgens de statuten bracht dit mee dat de stemrechten die aan de desbetreffende aandelen verbonden zijn, in de genoemde periode waren opgeschort. Het is de Ondernemingskamer niet gebleken dat Meromi en Jeemer aan de minderheidsaandeelhouders (Erbudak als wettelijke vertegenwoordiger, respectievelijk Michael en Rowena) - ook niet desgevraagd - adequate informatie hebben verschaft, volgend op het overlijden van Jan Schram op 28 december 2012, over de uitvoering van artikel 15 van haar respectieve statuten of over de vraag of er in de periode van het (mogelijke) verzuim door de algemene vergadering van aandeelhouders van Meromi en Jeemer besluiten zouden moeten worden (of zijn) genomen waarbij de schorsing van stemrechten aan de orde was. Dit leidt tot de conclusie dat de betrokken aandeelhouders en ook het bestuur van respectievelijk Meromi en Jeemer hun statutaire verplichtingen niet zijn nagekomen, althans - ook hier - onvoldoende openheid hebben betracht over de uitvoering van die verplichtingen. De Ondernemingskamer kan zich niet aan de indruk onttrekken dat het bestuur van respectievelijk Meromi en Jeemer, derhalve Pim Schram, die openheid - mede - niet heeft willen geven, omdat hij niet wenste dat ter zake van de statutenwijziging en de emissie roet in het eten zou worden gegooid. Ook dit een en ander levert een gegronde reden op om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Jeemer en Meromi te twijfelen.
Daarbij valt tevens nog op te merken dat de machtsstrijd tussen de erven Schram en verzoekers heeft geleid tot een ernstig verstoorde onderlinge relatie binnen de vennootschappen.
3.16
De door verzoekers aangevoerde gronden, zoals hierboven weergegeven onder 3.3. en 3.4, treffen (grotendeels) doel. De conclusie, hierboven reeds verwoord, luidt dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Jeemer en Meromi te twijfelen. De Ondernemingskamer zal een onderzoek gelasten vanaf, zoals verzocht, 28 december 2012, de datum van overlijden van Jan Schram. Voorts zal de Ondernemingskamer bij wijze van onmiddellijke voorzieningen, vooralsnog voor de duur van het geding, Pim Schram schorsen als bestuurder van Jeemer en Meromi en in zijn plaats een hierna te noemen bestuurder benoemen. Daarnaast zal de Ondernemingskamer de aandelen die de erven Schram houden in Jeemer en de aandelen die Delta Onroerend Goed en Jeemer houden in Meromi, telkens minus één aandeel, overdragen ten titel van beheer aan een hierna te noemen beheerder.
3.17
Voor zover Erbudak als wettelijk vertegenwoordiger van Merdan bedoeld heeft eveneens een onderzoek in Jeemer te gelasten, heeft zij haar gerechtigdheid daartoe niet toegelicht. De Ondernemingskamer zal haar in zoverre niet ontvankelijk verklaren in haar verzoek.
3.18
Verzoekers zullen, in die zaken in het ongelijk gesteld, worden veroordeeld in de kosten van de procedure van Slotervaartziekenhuis, Dekker c.s. en Delta Onroerend Goed. Jeemer en Meromi, in het ongelijk gesteld, zullen worden veroordeeld in de kosten van verzoekers. Voor verdere kostenveroordelingen ziet de Ondernemingskamer geen aanleiding.
4. De beslissing
De Ondernemingskamer:
verklaart A. Erbudak, handelend in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van M.M.T. Koç, niet ontvankelijk in haar verzoek voor zover het het verzoek tot het houden van een enquête in Jeemer B.V. betreft;
verklaart Michael en Rowena niet ontvankelijk in hun verzoek voor zover het het verzoek tot het houden van een enquête in Meromi betreft;
beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Jeemer B.V., gevestigd te Velsen, en Meromi Holding B.V., gevestigd te Beverwijk, over de periode vanaf 28 december 2012;
benoemt een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon teneinde het onderzoek te verrichten;
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 50.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek hoofdelijk ten laste komen van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoege van de onderzoeker vóór de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dienen te stellen;
schorst bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding W.J.M. Schram, wonende te Amsterdam, als bestuurder van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V.;
benoemt bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot bestuurder van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V. en bepaalt dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V te vertegenwoordigen;
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze bestuurder ten laste komen van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V en bepaalt dat Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V voor de betaling daarvan ten genoege van de bestuurder zekerheid dienen te stellen vóór de aanvang van diens werkzaamheden;
bepaalt bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding dat alle aandelen die de erven Schram houden in het kapitaal van Jeemer B.V. en alle aandelen die Delta Onroerend Goed B.V. en Jeemer B.V. houden in het kapitaal van Meromi Holding B.V., telkens minus één aandeel, met ingang van heden ten titel van beheer zijn overgedragen aan een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken beheerder;
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze beheerder ten laste komen van Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V en bepaalt dat Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V. voor de betaling daarvan ten genoege van de beheerder zekerheid dienen te stellen vóór de aanvang van diens werkzaamheden;
veroordeelt verzoekers in de kosten van het geding tot op heden aan de zijde van:
- Slotervaartziekenhuis B.V. begroot op € 3.365;
- Dekker c.s. begroot op € 2.981;
- Delta Onroerend Goed B.V. begroot op € 3.365;
veroordeelt Jeemer B.V. en Meromi Holding B.V in de kosten van het geding tot op heden aan de zijde van verzoekers begroot op € 2.981;
wijst af het meer of anders verzochte;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. E.F. Faase en mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, raadsheren, en G.A. Cremers en drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 18 oktober 2013.
Uitspraak 25‑07‑2013
Mrs. P. Ingelse, E.F. Faase, A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, G.A. Cremers, drs. P.G. Boumeester
Partij(en)
beschikking van de Ondernemingskamer van 25 juli 2013
inzake
- 1.
[verzoeker 1],
wonende te [woonplaats],
- 2.
[verzoekster 2],
wonende te [woonplaats],
- 3.
[verzoekster 3],
handelend in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS,
advocaten: mr. A. Haan en mr. J. Groot, beiden kantoorhoudende te Utrecht,
tegen
- 1.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerster 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
- 2.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerster 2] HOLDING B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTERS,
advocaten: mr. H.F. van Druten, mr. S.J.H.M. Berendsen en mr. A.J. Kok, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
en tegen
- 1.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DELTA ONROEREND GOED B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
BELANGHEBBENDE,
advocaten: mr. M.W.E. Evers en mr. S.M.A.M. Timmermans, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
en tegen
- 2.
[belanghebbende 2],
wonende te [woonplaats],
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen.
1. Het verloop van het geding
1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 4 juli 2013 in deze zaak. Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer — voor zover thans van belang — [verzoekster 3] (verder [verzoekster 3]) als wettelijk vertegenwoordiger van [betrokkene] (verder [betrokkene]) in de gelegenheid gesteld om een machtiging als bedoeld in artikel 1:349 BW over te leggen onder gelijktijdige toezending daarvan aan verweerster sub 2 (verder [verweerster 2]), [verweerster 2] in de gelegenheid gesteld om binnen één week nadien daarop te reageren, en iedere verdere beslissing aangehouden.
1.2
Bij brief van 11 juli 2013 hebben mrs. Haan en Groot een op 10 juli 2013 door de kantonrechter van Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, verleende machtiging overgelegd.
1.3
Bij door mr. Kok overgelegde ‘akte inzake de overgelegde procesmachtiging [betrokkene]’, ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen op 18 juli 2013, hebben verweersters (verder [verweerster 1] c.s.) verzocht verzoeker sub 3 niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken jegens [verweerster 2] dan wel diens enquêteverzoek en diens verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen af te wijzen.
1.4
Bij brief van 19 juli 2013 hebben mrs. Haan en Groot namens verzoekers verzocht voormelde akte buiten beschouwing te laten, althans in de gelegenheid te worden gesteld bij nadere akte te reageren. Daarop heeft vervolgens mr. Kok bij brief van 19 juli 2013 gereageerd.
2. De gronden van de beslissing
2.1
Mr. Haan heeft namens [verzoekster 3] de kantonrechter te Haarlem verzocht haar te machtigen ‘om [betrokkene] — zowel in zijn hoedanigheid van verzoeker als verweerder — in (deze) procedure te vertegenwoordigen.’ De kantonrechter heeft de machtiging verleend. Vervolgens hebben mrs. Haan en Groot de machtiging in het geding gebracht.
2.2
[verweerster 1] c.s. stellen dat [betrokkene] in zijn verzoek jegens [verweerster 2] niet ontvankelijk verklaard dient te worden, nu hij minderjarig is en derhalve onbekwaam is om in rechte op te treden.
Volgens [verweerster 1] c.s. is niet [verzoekster 3] maar [betrokkene] als formele procespartij opgetreden.
2.3
Naar het oordeel van de Ondernemingskamer is het de kennelijke strekking van het verzoekschrift, van hetgeen ter terechtzitting naar voren is gebracht en van het verzoek tot verlening van de machtiging dat het telkens [verzoekster 3] is die als wettelijk vertegenwoordigster namens [betrokkene] als verzoekster optreedt en dat zij wel degelijk als formele procespartij moet worden aangemerkt. Voor zover nodig leest de Ondernemingskamer de desbetreffende uitlatingen ook aldus. Dat betekent, dat het verweer tot niet ontvankelijk verklaring wordt verworpen.
2.4
Wel moet aan [verweerster 1] c.s. worden toegegeven dat het de voorkeur verdient de aanduiding van de procespartij anders in de processtukken te formuleren. De Ondernemingskamer heeft dat tot uitdrukking gebracht in de ‘kop’ van deze beschikking.
2.5
Zoals aangekondigd in 3.16 van haar beschikking van 4 juli 2013 zal de Ondernemingskamer thans zo spoedig mogelijk haar verdere beoordeling ten principale geven.
2.6
Het voorgaande leidt tot de hiernavolgende beslissing.
3. De beslissing
De Ondernemingskamer:
verwerpt het hier behandelde verweer;
houdt iedere verdere beslissing aan;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. E.F. Faase en mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, raadsheren, en G.A. Cremers en drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 25 juli 2013.
Uitspraak 04‑07‑2013
Inhoudsindicatie
De Ondernemingskamer heeft: - verzoekers niet ontvankelijk verklaard voor zover het het verzoek tot het houden van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Slotervaartziekenhuis B.V. en Parkrand B.V. betreft; - M.D.I. van Waveren en R.S.A. van Waveren niet ontvankelijk verklaard voor zover het het verzoek tot het houden van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van A2 Antwoord Service B.V. en Meromi Holding B.V. betreft; - de wettelijk vertegenwoordiger van M.M.T. Koç in de gelegenheid gesteld om een machtiging als bedoeld in artikel 1:349 BW over te leggen onder gelijktijdige toezending aan Meromi Holding B.V.; - Meromi Holding B.V. in de gelegenheid gesteld om binnen één week nadien daarop te reageren; - iedere verdere beslissing aangehouden; en - haar beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Partij(en)
beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.128.640/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 4 juli 2013
inzake
1. Michael David Ilhan VAN WAVEREN,
wonende te Rotterdam,
2. Rowena Sharonna Alexia VAN WAVEREN,
wonende te Amsterdam,
3. Merdan Michael Tristan KOÇ,
wonende te Beverwijk, wettelijk vertegenwoordigd door Aysel ERBUDAK,
VERZOEKERS,
advocaten: mr. A. Haan en mr. J. Groot, beiden kantoorhoudende te Utrecht,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SLOTERVAARTZIEKENHUIS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat: mr. O.L.M. Heuts, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JEEMER B.V.,
gevestigd te Velsen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEROMI HOLDING B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARKRAND B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A2 ANTWOORDSERVICE B.V.,
gevestigd te Velsen,
VERWEERSTERS,
advocaten: mr. H.F. van Druten, mr. S.J.H.M. Berendsen en mr. A.J. Kok, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DELTA ONROEREND GOED B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
BELANGHEBBENDE,
advocaten: mr. M.W.E. Evers en mr. S.M.A.M. Timmermans, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. W.J.M. SCHRAM,
wonende te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHRAM BELEGGING MAATSCHAPPIJ B.V.,
gevestigd te Velsen-Noord,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VELSEN TERMINAL B.V.,
gevestigd te Velsen-Noord,
BELANGHEBBENDEN,
niet verschenen,
e n t e g e n
5. Theodorus Johannes Hendrik DEKKER,
wonende te Amsterdam,
6. Johan Jan Willem MEURS,
wonende te Ursem,
7. Andries Augustus KAMPFRAATH,
wonende te Breukelen,
8. Cornelis Wilhelmus Maria ZWANENBURG,
wonende te Willemstad, Curaçao,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten: mr. L.C.J.M. Spigt en mr. F. Eikelboom, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
1. Het verloop van het geding
1.1
Partijen en andere personen en rechtspersonen zullen in het navolgende (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoeker 1 met Michael;
- verzoekster 2 met Rowena;
- verzoeker 3 met Merdan;
- verweerster 1 met Slotervaartziekenhuis;
- verweerster 2 met Jeemer;
- verweerster 3 met Meromi;
- verweerster 4 met Parkrand;
- verweerster 5 met A2 Antwoordservice;
- Jeemer, Meromi, Parkrand en A2 Antwoordservice tezamen met Jeemer c.s.;
- belanghebbende 1 met Delta Onroerend Goed;
- belanghebbende 3 met Schram Belegging Maatschappij;
- belanghebbende 4 met Velsen Terminal;
- belanghebbende 5 tot en met 8 met onderscheidenlijk Dekker, Meurs, Kampfraath en Zwanenburg, en tezamen met Dekker c.s.;
- belanghebbende 2 met Pim Schram;
- A.J.P. Schram met Lex Schram;
- J.R.M. Schram als Jan Schram;
- R.A.M. Schram met Rob Schram;
- A. Erbudak met Erbudak.
1.2
Verzoekers hebben bij verzoekschrift, op 12 juni 2013 per e-mail (zonder producties) en op 18 juni 2013 per koerier (met producties) ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen, de Ondernemingskamer verzocht – zakelijk weergegeven –
- 1.
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Jeemer, Meromi, Parkrand en A2 Antwoordservice over de periode vanaf 28 december 2012 en een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Slotervaartziekenhuis vanaf 19 februari 2013;
- 2.
bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding ten aanzien van Jeemer:
a. primair de door Jan Schram tot 28 december 2012 in Jeemer gehouden aandelen ten titel van beheer over te dragen aan een door de Ondernemingskamer aan te wijzen persoon;
subsidiair alle wils- en zeggenschapsrechten op voornoemde aandelen, daaronder begrepen het stemrecht, te schorsen; en
meer subsidiair te bepalen dat besluiten van de algemene vergadering van Jeemer alleen kunnen worden genomen na voorafgaande schriftelijke instemming van een door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder (als hierna verzocht onder b);
b. Pim Schram te schorsen als bestuurder van Jeemer en een derde te benoemen tot bestuurder van Jeemer;
3. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding ten aanzien van Meromi:
a. primair de door Delta Onroerend Goed en door Jeemer gehouden aandelen in Meromi ten titel van beheer over te dragen aan een door de Ondernemingskamer aan te wijzen persoon;
subsidiair alle wils- en zeggenschapsrechten op voornoemde aandelen, daaronder begrepen het stemrecht, te schorsen; en
meer subsidiair te bepalen dat besluiten van de algemene vergadering van Meromi alleen kunnen worden genomen met voorafgaande schriftelijke instemming van een door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder (als hierna verzocht onder b);
b. Pim Schram te schorsen als bestuurder van Meromi en een derde te benoemen tot bestuurder van Meromi;
4. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding ten aanzien van Slotervaartziekenhuis:
a. alle wils- en zeggenschapsrechten op alle aandelen in Slotervaartziekenhuis die zijn uitgegeven bij de aandelenemissie op 14 maart 2013, daaronder begrepen het stemrecht, te schorsen, met als gevolg dat de oorspronkelijke stemverhouding in (de Ondernemingskamer verstaat:) Slotervaartziekenhuis van voor de emissie wordt hersteld;
b. een derde te benoemen tot bestuurder van Slotervaartziekenhuis en deze bestuurder te belasten met de dagelijkse leiding over de onderneming met doorslaggevende zeggenschap in het bestuur;
c. Dekker, Meurs, Kampfraath en Zwanenburg te schorsen als commissarissen van Slotervaartziekenhuis en nader aan te wijzen personen te benoemen tot commissarissen van Slotervaartziekenhuis, althans een derde te benoemen tot commissaris met doorslaggevende zeggenschap in de raad van commissarissen;
d. zonodig te bepalen dat, in alle gevallen waarin de wet of de statuten van Slotervaartziekenhuis enige bevoegdheid toekennen aan een of meerdere organen van de vennootschap met betrekking tot de in het verzoekschrift genoemde onderwerpen, bij uitsluiting de bevoegdheid toekomt aan de nieuwe commissaris of nieuwe raad van commissarissen om beslissingen te nemen over deze onderwerpen en om Slotervaartziekenhuis te vertegenwoordigen in ieder overleg en bij iedere rechtshandeling met betrekking tot deze onderwerpen;
5. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding ten aanzien van Parkrand:
a. Velsen Terminal te schorsen als bestuurder van Parkrand en een derde te benoemen tot bestuurder van Parkrand;
b. te bepalen dat geen (verdere) uitvoering zal worden gegeven aan of (verdere) medewerking zal worden verleend aan de beëindiging van de huurovereenkomst met Delta Onroerend Goed inzake het parkeerterrein aan het Gooiland te Beverwijk;
c. te bepalen dat besluiten van de algemene vergadering van Parkrand slechts kunnen worden genomen met voorafgaande schriftelijke instemming van de door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder;
6. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding ten aanzien van A2 Antwoordservice:
a. primair de door Schram Belegging Maatschappij en Delta Onroerend Goed gehouden aandelen in A2 Antwoordservice, met ingang van heden ten titel van beheer over te dragen aan een door de Ondernemingskamer aan te wijzen persoon,
subsidiair, alle wils- en zeggenschapsrechten op voornoemde aandelen, daaronder begrepen het stemrecht, te schorsen; en
meer subsidiair te bepalen dat besluiten van de algemene vergadering van A2 Antwoordservice slechts kunnen worden genomen met voorafgaande schriftelijke instemming van een door de Ondernemingskamer te benoemen bestuurder (als hierna verzocht onder b);
b. Pim Schram te schorsen als bestuurder van A2 Antwoordservice en een derde te benoemen tot bestuurder van A2 Antwoordservice;
7. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding ten aanzien van alle bovengenoemde vennootschappen de voorzieningen te treffen die de Ondernemingskamer geraden acht;
8. Jeemer, Meromi, Slotervaartziekenhuis, Parkrand en A2 Antwoordservice te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3
Slotervaartziekenhuis heeft bij op 28 juni 2013 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht – zakelijk weergegeven – primair, verzoekers niet ontvankelijk te verklaren in hun verzoeken, subsidiair, de verzoeken af te wijzen en, meer subsidiair, bij toewijzing van het enquêteverzoek te bepalen dat de kosten van het onderzoek of de door de Ondernemingskamer te benoemen functionarissen niet ten laste zullen komen van Slotervaartziekenhuis, met veroordeling van verzoekers in de kosten van het geding. Voorts hebben zij de Ondernemingskamer voorwaardelijk, indien en voor zover het enquêteverzoek zou worden toegewezen, verzocht om een onderzoek te gelasten naar de gedragingen van Erbudak als bestuurder in de periode vanaf 1 januari 2012, althans een door de Ondernemingskamer te bepalen datum, met bepaling van de onderzoekskosten op een bedrag rekening houdend met de zeer beperkte financiële draagkracht van Slotervaartziekenhuis, met veroordeling van verzoekers in alle kosten van het geding.
1.4
Jeemer c.s. hebben bij op 28 juni 2013 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht – zakelijk weergegeven – verzoekers niet ontvankelijk te verklaren in hun verzoeken, althans het verzochte enquêteverzoek en de verzochte onmiddellijke voorzieningen af te wijzen.
1.5
Delta Onroerend Goed heeft bij op 28 juni 2013 per fax ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift de Ondernemingskamer verzocht – zakelijk weergegeven – bij beschikking zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, verzoekers niet ontvankelijk te verklaren in hun verzoeken ten aanzien van Slotervaartziekenhuis, Meromi en A2 Antwoordservice, althans deze verzoeken af te wijzen, met veroordeling van verzoekers in de kosten van het geding.
1.6
Dekker c.s. hebben bij op 1 juli 2013 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht – zakelijk weergegeven – verzoekers niet ontvankelijk te verklaren in hun verzoeken aangaande Slotervaartziekenhuis, althans hun verzoeken af te wijzen, met veroordeling van hen in de kosten van het geding, althans Slotervaartziekenhuis niet te veroordelen in de kosten van dit geding.
1.7
De verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 4 juli 2013. De volgende advocaten hebben aldaar de standpunten van de door hen gerepresenteerde partijen toegelicht, allen aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitaantekeningen:
- mr. Haan en mr. Groot voornoemd namens verzoekers;
- mr. Van Druten en mr. Kok voornoemd namens Jeemer c.s.;
- mr. Heuts voornoemd en mr. E. Meeùs, advocaat te Amsterdam, namens Slotervaartziekenhuis;
- mr. Spigt en mr. Eikelboom voornoemd namens Dekker c.s.;
- mr. Evers voornoemd namens Delta Onroerend Goed;
Voorts hebben partijen en hun advocaten geantwoord op vragen van de Ondernemingskamer.
1.8
De Ondernemingskamer heeft ter terechtzitting van 4 juli 2013 als volgt, in verkorte vorm, mondeling uitspraak gedaan.
2. De feiten
De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten:
2.1
In 2006 stevende Slotervaartziekenhuis, destijds een stichting, af op een faillissement. Jan Schram heeft toen, via Delta Onroerend Goed, bijna € 26 miljoen (tegen een rente van 6%) in Slotervaartziekenhuis geïnvesteerd. Vervolgens is op 23 oktober 2006 een nieuwe raad van bestuur aangetreden. Voorzitter van de raad van bestuur werd Erbudak, zakelijk partner van Jan Schram en tevens de moeder van verzoekers. Verder maakten deel uit van het bestuur D.P.M. Brandjes, arts (verder: Brandjes), en J.H. Beijnen, apotheker (verder: Beijnen). In juni 2007 werd Slotervaartziekenhuis omgezet in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Het bestuur van de vennootschap bestond na de omzetting uit dezelfde personen als hiervoor vermeld.
2.2
Slotervaartziekenhuis heeft een raad van commissarissen. Tot en met de indiening van het verzoekschrift bestond de raad van commissarissen uit Dekker c.s.. Dekker is voorzitter van de raad van commissarissen.
2.3
Op 28 december 2012 is Jan Schram overleden. Executeur-testamentair in de nalatenschap van Jan Schram is diens broer Lex Schram. Pim Schram en Rob Schram, zonen van Lex Schram, zijn erfgenaam van de nalatenschap van Jan Schram. Er zijn ook andere erfgenamen. De erfgenamen tezamen worden hierna ook aangeduid met: de erven Schram.
2.4
Op het moment van overlijden van Jan Schram bestonden de navolgende aandeelhoudersverhoudingen.
- -
Meromi was enig aandeelhouder van Slotervaartziekenhuis, Parkrand, Talk4you B.V. (verder: Talk4you) en Bij geen gehoor B.V. (verder: Bij geen gehoor).
- -
Delta Onroerend Goed, Merdan en Jeemer hielden respectievelijk 16,66%, 16,66% en 66,66% van de aandelen in Meromi.
- -
Jeemer hield naast haar aandelen in Meromi ook alle aandelen in Intertel B.V. (verder: Intertel) en 70% van de aandelen in Afterzone.com B.V. (verder: Afterzone.com).
- -
Rowena, Michael en Jan Schram hielden respectievelijk 24,5%, 24,5% en 51% van de aandelen in Jeemer.
- -
Jan Schram en Schram Belegging Maatschappij hielden respectievelijk 0,02% en 99,98% van de aandelen in Delta Onroerend Goed.
- -
Stichting Administratiekantoor Schram Belegging Maatschappij (verder: Stak) hield alle aandelen in Schram Belegging Maatschappij. Deze aandelen waren gecertificeerd.
- -
Erbudak, Schram Belegging Maatschappij, Delta Onroerend Goed, Rowena en Michael hielden de aandelen in A2 Antwoordservice. De aandeelverhoudingen in deze vennootschap zijn omstreden.
2.5
Op het moment van overlijden waren de bestuursposities voor zover hier van belang als volgt.
- -
Bestuurders van Slotervaartziekenhuis waren Erbudak (bestuursvoorzitter), Brandjes en Beijnen.
- -
Bestuurder van Parkrand was Velsen Terminal.
- -
Meromi was bestuurder van Talk4you en Bij geen gehoor.
- -
Jan Schram was bestuurder van Jeemer en Meromi.
- -
Pim Schram was bestuurder van Intertel, A2 Antwoordservice, Delta Onroerend Goed en Schram Belegging Maatschappij.
- -
Delta Onroerend Goed was bestuurder van Afterzone.com.
2.6
Als gevolg van het overlijden van Jan Schram zijn de erven Schram de aandelen gaan houden die volgens voormelde opsomming tot op dat moment door Jan Schram werden gehouden.
2.7
Sinds 21 januari 2013 is Pim Schram bestuurder van Meromi en Jeemer.
2.8
Bij besluit van 19 februari 2013 van de raad van commissarissen van Slotervaartziekenhuis is Erbudak als bestuurder van Slotervaartziekenhuis geschorst. Zij hebben aan dit besluit mede ten grondslag gelegd dat ten gevolge van haar – volgens de raad eigenzinnige – wijze van onderhandelen met zorgverzekeraar Achmea, Slotervaartziekenhuis geen contract heeft kunnen sluiten met Achmea voor 2013.
2.9
ING Bank N.V. (verder: ING) is de huisbankier van Slotervaartziekenhuis. Zij heeft de vennootschap een krediet in rekening-courant met een limiet van € 51 miljoen alsmede een investeringsfaciliteit van € 11 miljoen verstrekt. Bij brief van 25 februari 2013 heeft ING het volgende aan Slotervaartziekenhuis geschreven. Op dat moment had het ziekenhuis onder de kredietlijn circa € 23 miljoen opgenomen en had Delta Onroerend Goed – nog steeds, zie 2.1 – een vordering van bijna € 26 miljoen op Slotervaartziekenhuis: de in het citaat bedoelde aandeelhouderslening.
“De afgelopen weken hebben diverse (telefonische) gesprekken plaatsgehad tussen het Slotervaartziekenhuis en ING. Onder andere heeft ING gesproken met mevrouw Erbudak, de heer Brandjes, de heer Dekker, alsmede met de heer Pim Schram als vertegenwoordiger van de aandeelhouder.
(…)
Wij hebben tijdens voornoemde gesprekken onze zorgen geuit over de recente ontwikkelingen bij het Slotervaartziekenhuis. In eerste instantie ging de discussie over de situatie die is ontstaan nadat publiek bekend werd dat Slotervaartziekenhuis geen contract heeft kunnen sluiten met Achmea en de effecten die dit kunnen hebben op de financiële positie van het ziekenhuis. Wij begrijpen dat er sindsdien intensief contact is met Achmea waarbij de verwachting is dat beide partijen op korte termijn akkoord kunnen sluiten over een contract.
Voorts hebben wij signalen opgevangen dat er wordt gesproken over het (gedeeltelijk) terugbetalen van de aandeelhouderslening. (…)
Het op non-actief stellen van de voorzitter van de Raad van Bestuur heeft bij ING vragen doen rijzen. Naar wij hebben begrepen lag het bestuurlijke zwaartepunt van de Raad van Bestuur bij de voorzitter. Door de recente op non-actiefstelling is naar de mening van ING een bestuurlijke issue ontstaan die in het belang van het ziekenhuis adequaat en op zeer korte termijn zal moeten worden opgelost, waarbij de belangen van alle stakeholders belangrijk zijn.
De bank had verwacht dat het ziekenhuis met alle belanghebbenden om de tafel zou gaan zitten zodat deze issue intern zou kunnen worden opgelost. Zodoende was de bank zeer verrast en verontrust naar aanleiding van het publiek maken van deze schorsing afgelopen vrijdagmiddag. Het is de mening van de bank dat als gevolg hiervan een machtsstrijd is ontstaan tussen de (indirecte) aandeelhouders van het ziekenhuis die een serieuze negatieve impact kan hebben op het ziekenhuis en, in het verlengde daarvan, de door ING verstrekte financiering. Ook dit vormt een grond voor vervroegde opeisbaarheid van de kredietfaciliteit. Het is de mening van de bank dat deze issue zo snel als mogelijk moet worden opgelost.
Als gevolg hiervan heeft ING besloten om alle banklijnen tot nader order te bevriezen. De bank is bereid om dit ongedaan te maken als aan de volgende condities is voldaan:
Slotervaartziekenhuis zorgt ervoor dat uiterlijk voor dinsdag 26 februari 2013 om 17:00 uur de relevante partijen in deze machtsstrijd (…) rond de tafel zijn gaan zitten met het doel een oplossing te zoeken waardoor deze machtsstrijd zo spoedig mogelijk kan worden opgelost.
Schriftelijke bevestiging van het Slotervaartziekenhuis en de aandeelhouder dat de aandeelhouderslening van c. EUR26m niet wordt afgelost en dat er binnen 2 weken na dagtekening van deze brief een achterstellingsakte in plaats is voor deze lening die conveniërend is voor ING.
(…)
(…).”
2.10
Sinds 1 maart 2013 is Rob Schram enig bestuurder van Delta Onroerend Goed.
2.11
Op 13 maart 2013 heeft Pim Schram in zijn hoedanigheid van bestuurder van Meromi en als zodanig als enig aandeelhouder van Slotervaartziekenhuis besloten om de statuten van Slotervaartziekenhuis te wijzigen en om voor een bedrag van € 5 miljoen 6%-cumulatief preferente aandelen met een nominale waarde van € 1 elk uit te geven. Bij notariële akte van 14 maart 2013 zijn de statuten dienovereenkomstig gewijzigd en zijn voormelde cumulatief preferente aandelen uitgegeven aan Delta Onroerend Goed. De aandelen zijn volgestort door verrekening met voormelde vordering van Delta Onroerend Goed op Slotervaartziekenhuis voor een bedrag van € 5 miljoen. Als gevolg daarvan houdt Delta Onroerend Goed sedertdien 99,64% en Meromi 0,36% van de aandelen in Slotervaartziekenhuis. Delta Onroerend Goed heeft Slotervaartziekenhuis en ING voorts bericht dat zij bereid is om haar vordering gedurende een periode van vijf jaar niet te zullen opeisen onder nader overeen te komen voorwaarden.
2.12
Bij besluit van 27 maart 2013 van de vergadering van aandeelhouders van Slotervaartziekenhuis (Delta Onroerend Goed en Meromi) is Erbudak als bestuurder van Slotervaartziekenhuis ontslagen.
2.13
Bij brief van 27 maart 2013 heeft ING de limiet van het rekening-courantkrediet van Slotervaartziekenhuis verlaagd tot € 28 miljoen. Volgens ING is “[c]onform de door het Slotervaartziekenhuis verstrekte liquiditeitsprognose [die] kredietruimte (…) voldoende om het jaar 2013 op een goede manier af te ronden.” Zij schrijft voorts:
“Vanwege het thans verhoogde (krediet)risico als gevolg van het uitblijven van deze [Ondernemingskamer: de in de brief van 25 februari 2013 bedoelde] achterstellingsakte, zullen wij de kredietlimiet van EUR 28 mln met ingang van 30 juni 2013 met EUR 1 mln per kwartaal verlagen.”
2.14
Ten tijde van de terechtzitting waren ING, Delta Onroerend Goed en Slotervaartziekenhuis nog met elkaar in gesprek over de in punt 2.11 bedoelde nader overeen te komen voorwaarden en over de (wijze van) voortzetting van de kredieten.
3. De gronden van de beslissing
De bevoegdheid een enquête te verzoeken
3.1
Verzoekers zijn geen aandeelhouder in Slotervaartziekenhuis en Parkrand. Michael en Rowena zijn geen aandeelhouder in Meromi. Verzoekers respectievelijk Michael en Rowena stellen echter dat zij economisch gerechtigde zijn in de onderscheiden vennootschappen en voorts dat Meromi en - voor zover het Michael en Rowena betreft: - ook Jeemer tezamen met die vennootschappen een zodanige eenheid vormen dat zij gerechtigd zijn een concernenquête te vragen. Op die twee gronden zijn zij in hun ogen gerechtigd een enquête in Slotervaartziekenhuis, Parkrand en Meromi te verzoeken.
3.2
Verweerders en belanghebbenden hebben dat bestreden. De Ondernemingskamer overweegt als volgt.
3.3
Het enkele feit dat verzoekers indirect aandeelhouders in Slotervaartziekenhuis en Rowena en Michael indirect aandeelhouders in Meromi zijn, is – anders dan verzoekers kennelijk menen (pleitnota 106) – onvoldoende om de juistheid van een van beide stellingen aan te nemen.
3.4
De Ondernemingskamer stelt voorts het volgende vast:
- -
Naast Merdan zijn ook Jeemer en Delta Onroerend Goed aandeelhouder van Meromi. Meromi is houder van de aandelen in ook andere vennootschappen dan Slotervaartziekenhuis en Parkrand.
- -
Naast Michael en Rowena zijn ook de erven Schram aandeelhouder van Jeemer. Jeemer houdt ook de aandelen in andere vennootschappen dan alleen Meromi.
In het licht hiervan hebben verzoekers hun standpunt noch ten aanzien van de economische gerechtigdheid noch ten aanzien van de concernenquête voldoende toegelicht. Dit betekent dat hun verzoeken in zoverre niet ontvankelijk zijn. Dat er tussen de besturen van een aantal van voormelde vennootschappen eenheid van bestuur bestaat, leidt – op zichzelf – niet tot een ander oordeel.
3.5
Het voorgaande laat onverlet dat het denkbaar is dat het beleid van Jeemer als aandeelhouder van Meromi en het beleid van Meromi als aandeelhouder in Slotervaartziekenhuis en Parkrand bij een mogelijk te bevelen enquête in Jeemer respectievelijk Meromi zal worden onderzocht.
3.6
Michael en Rowena stellen dat zij meer dan 10% van de aandelen in A2 Antwoordservice houden. Daartegenover stelt A2 Antwoordservice dat Michael en Rowena na een aandelenemissie in 2004 elk nog slechts 0,69% van de aandelen houden. Michael en Rowena bestrijden de emissie en het resultaat daarvan als zodanig niet. Zij hebben echter ter terechtzitting het volgende aangevoerd (pleitnota 116).
“Nu 1.) de emissie aanleiding geeft om een onderzoek te gelasten naar het beleid en de gang van zaken van A2 Antwoordservice en 2.) Verzoekers sub 1 en 2 als gevolg van de hiervoor beschreven emissie niet langer beschikken over ten minste 10% van de aandelen in A2 Antwoordservice, brengen doel en strekking van het enquêterecht met zich dat aan Verzoekers sub 1 en 2 de bevoegdheid tot het doen van een enquêteverzoek niet behoort worden ontzegd, op de grond dat zij niet langer over ten minste 10% van de aandelen in A2 Antwoordservice beschikken. Bovendien vormt A2 Antwoordservice tezamen met onder meer Meromi, ten aanzien van welke vennootschap verzoekers in ieder geval ontvankelijk zijn, een economische en organisatorische eenheid onder gemeenschappelijke leiding.”
3.7
De Ondernemingskamer overweegt als volgt.
3.8
Voor zover het A2 Antwoordservice betreft strekt het verzoek tot het bevelen van een enquête, naar namens Michael en Rowena ter terechtzitting desgevraagd uitdrukkelijk is bevestigd, over de periode vanaf 28 december 2012. Dat betekent, dat het verzoek zich niet richt op onderzoek naar de voormelde in 2004 uitgevoerde emissie. Reeds daarom is er geen aanleiding om de bevoegdheid op de wijze als door Michael en Rowena beoogd te beoordelen naar de toestand van vóór de emissie.
3.9
Michael en Rowena hebben ter terechtzitting – in aanvulling op het in de pleitnota vermelde – nog aangevoerd dat zij eerst in deze procedure omtrent de emissie hebben vernomen en dat ook daarom bij de beoordeling van de bevoegdheid een enquête te vragen aan die emissie voorbij moet worden gegaan.
De Ondernemingskamer stelt als door A2 Antwoordservice aangevoerd en niet bestreden vast dat de aandelenverhoudingen elk jaar zijn opgenomen in de jaarrekeningen. In dat licht is niet aannemelijk dat deze niet aan (de wettelijk vertegenwoordiger van) Michael en Rowena bekend waren. Reeds op die grond kan ook deze stelling niet worden aanvaard. De Ondernemingskamer laat dan nog daar dat Erbudak als de toenmalig bestuurder van A2 Antwoordservice, destijds voor de wijziging van het aandeelhoudersregister heeft getekend. Dat mogelijk het voornemen bestond de emissie weer ongedaan te maken, doet aan het voorgaande niet af. Tegenover de betwisting door A2 Antwoordservice is niet aannemelijk dat aan dat voornemen uitvoering is gegeven.
3.10
Dat A2 Antwoordservice en Meromi een economische en organisatorische eenheid vormen en daarom – zo begrijpt de Ondernemingskamer – een concernenquête geïndiceerd zou zijn, hebben Michael en Rowena met geen woord toegelicht.
3.11
Een en ander leidt tot de conclusie, dat Michael en Rowena niet bevoegd zijn een enquête in A2 Antwoordservice te verzoeken.
Verdere beslissingen
3.12
Gelet op de thans voor zover het Slotervaartziekenhuis betreft te nemen beslissing komt het voorwaardelijk tegenverzoek van Slotervaartziekenhuis niet aan de orde.
3.13
De advocaat van Meromi heeft erop gewezen dat een op de voet van artikel 1:349 BW door de kantonrechter gegeven machtiging voor het indienen van het enquêteverzoek namens Merdan ontbreekt. Merdan heeft tegengeworpen dat dit verweer, voor het eerst ter zitting aangevoerd, tardief is.
3.14
De Ondernemingskamer overweegt als volgt.
3.15
De Ondernemingskamer dient ambtshalve te toetsen of aan het vereiste van machtiging is voldaan. Het vereiste geldt ook in een verzoekschriftprocedure als hier aan de orde. De Ondernemingskamer zal Erbudak als wettelijk vertegenwoordiger van Koç in de gelegenheid stellen een zodanig machtiging te verzoeken en over te leggen.
3.16
De Ondernemingskamer zal de verdere beoordeling van het verzoek jegens Meromi tot nadien opschorten. Zij ziet aanleiding de verdere beoordeling van het verzoek jegens Jeemer eveneens op te schorten. Na ontvangst van de beschikking van de kantonrechter en de reactie daarop van Meromi zal de Ondernemingskamer haar verdere beoordeling geven. Een nadere mondelinge behandeling is daarvoor niet noodzakelijk.
4. De beslissing
De Ondernemingskamer:
verklaart verzoekers niet ontvankelijk voor zover het het verzoek tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Slotervaartziekenhuis B.V. en Parkrand B.V. betreft;
verklaart M.D.I. van Waveren en R.S.A. van Waveren niet ontvankelijk voor zover het het verzoek tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van A2 Antwoordservice B.V. en Meromi Holding B.V. betreft;
stelt A. Erbudak als wettelijk vertegenwoordiger van M.M.T. Koç in de gelegenheid om een machtiging als bedoeld in artikel 1:349 BW over te leggen onder gelijktijdige toezending daarvan aan Meromi Holding B.V.;
stelt Meromi Holding B.V. in de gelegenheid om binnen één week nadien daarop te reageren;
houdt iedere verdere beslissing aan;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. E.F. Faase en mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, raadsheren, en G.A. Cremers en drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen en M.C.G. Massart, griffiers, uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 4 juli 2013 en verzonden aan partijen op 9 juli 2013.