Ktg. Deventer, 30-06-2005, nr. 266106CV05-691
ECLI:NL:RBZLY:2005:AT8633
- Instantie
Kantongerecht Deventer
- Datum
30-06-2005
- Zaaknummer
266106CV05-691
- LJN
AT8633
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBZLY:2005:AT8633, Uitspraak, Rechtbank Zwolle-Lelystad, 30‑06‑2005; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Wetingang
art. 611 Burgerlijk Wetboek Boek 7
- Vindplaatsen
JIN 2005/301
Uitspraak 30‑06‑2005
Inhoudsindicatie
kantonzaak, arbeidsrecht. werkgever dient bij overeengekomen variabele beloning aan de werknemer objectieve en controleerbare gegevens te verschaffen, zodat getoetst kan worden of aan de voorwaarden voor de beloning is voldaan.
Partij(en)
R E C H T B A N K Z W O L L E – L E L Y S T A D
sector kanton – locatie Deventer
Zaaknr.: 266106 CV 05-691
datum : 30 juni 2005
Vonnis in de zaak van:
[EISENDE PARTIJ],
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
gemachtigde mr. J. Ramnath, werkzaam ten kantore van De Raadgevers Juridisch Adviseurs B.V. te 1077 DG Amsterdam, Parnassusweg 215 - 217,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MATRIX GROUP B.V.,
gevestigd te Deventer,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. R.H. van Muijen, advocaat te 5201 AJ ’s-Hertogenbosch, Postbus 396.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- -
de dagvaarding
- -
het antwoord van de gedaagde partij
- -
de nadere toelichting van de eisende partij, waarna de gedaagde partij niet meer heeft gereageerd.
Het geschil
Eiser vordert vergoeding van gemaakte onkosten en uitbetaling van een bij arbeidsovereenkomst overeengekomen variabele beloning vermeerderd met de wettelijke verhoging, vertragingsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde heeft de vordering gemotiveerd betwist, doch op de repliek van eiser niet meer gereageerd, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld.
De beoordeling
- 1.
Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist, mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden, het volgende vast:
- a.
Eiser is op [datum] bij gedaagde in dienst getreden voor de duur van een door gedaagde te verzorgen begeleiding van een landbouwkundig project in Samara, Rusland (hierna ook: het project).
- b.
De taak van eiser bestond uit het ondersteunen van drie landbouwbedrijven bij het telen van suikerbieten.
- c.
Naast zijn vaste salaris van € 115,- bruto per dag genoot eiser aanspraak op een vaste onkostenvergoeding ad € 40,- per dag en een recht op een van de suikerbietenopbrengst van de drie door hem begeleide bedrijven afhankelijke variabele beloning.
- d.
Het dienstverband is per [datum] in overleg tussen partijen beëindigd.
- 2.
Eiser vordert op de basis van voormelde arbeidsovereenkomst tussen partijen:
- a.
Vergoeding van door hem gemaakte onkosten tot een bedrag groot € 6.007,- netto;
- b.
vergoeding van een bedrag groot € 39.816,- netto terzake van de overeengekomen variabele beloning;
- c.
de wettelijke verhoging ad 50% over de gevorderde variabele beloning;
- d.
de wettelijke vertragingsrente over de onder a en b bedoelde bedragen vanaf de datum van het te wijzen vonnis tot aan de betaling;
- e.
een vergoeding groot € 1.835,99 netto terzake van buitengerechtelijke incassokosten.
- 3.
Gedaagde heeft de vordering betwist, stellende (kort samengevat):
- a.
De gevorderde onkosten moeten worden geacht te zijn betaald door de uitbetaalde dagvergoeding van € 40,-;
- b.
de gevorderde aanspraak op variabele beloning is niet ontstaan omdat de opbrengst van de suikerbietenoogst van de drie door eiser begeleide bedrijven daartoe onvoldoende is gebleken;
- c.
voor toewijzing van de gevorderde wettelijke verhoging bestaat – subsidiair – geen aanleiding, bestaat althans reden tot matiging, omdat gedaagde haar betalingsweigering heeft gebaseerd op cijfers die door anderen zijn samengesteld;
- d.
de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn – subsidiair – als onvoldoende onderbouwd niet toewijsbaar.
- 4.
Gedaagde heeft op de conclusie van repliek van eiser niet meer gereageerd, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld.
- 5.
De gevorderde onkostenvergoeding
- 5.1.
De arbeidsovereenkomst bepaalt in artikel 3, tweede lid:
“Werknemer heeft recht op een vaste reisregeling buitenlandvergoeding van netto Euro 40,- per gewerkte dag in het buitenland, overeenkomstig de dagenverantwoordingsstaat. De vergoeding dient ter dekking van kosten in het levensonderhoud (ontbijt, lunch, diner, overige verblijfskosten) op de projekt lokatie.”
- 5.2.
Uit de door eiser bij de dagvaarding als productie 4 overgelegde specificatie van de door hem gemaakte kosten blijkt dat het daarbij voornamelijk gaat om reis- en telefoonkosten, en in elk geval om andere kosten dan “kosten in het levensonderhoud (ontbijt, lunch, diner, overige verblijfskosten)”, als in de arbeidsovereenkomst terzake van de vaste vergoeding voorzien.
- 5.3.
Gedaagde heeft niet bestreden dat eiser de door hem opgevoerde kosten heeft gemaakt, en ook niet dat die kosten niet in verband met de uitoefening van zijn functie redelijkerwijze dienden te worden gemaakt. Zij heeft haar verweer beperkt tot de stelling dat de door haar daadwerkelijk uitbetaalde vaste onkostenvergoeding (ook) voor de bestrijding van de thans gevorderde kosten voldoende dekkend is geweest. Daarmee heeft zij de vordering van eiser op dit onderdeel onvoldoende gemotiveerd weersproken, zodat toewijzing volgt.
- 6.
De variabele beloning
- 6.1.
De arbeidsovereenkomst vermeldt omtrent de aanspraak van eiser op een variabele beloning het volgende:
“Daarnaast heeft de werknemer recht op een variabele beloning die afhankelijk wordt gesteld van het behaalde resultaat, de hoogte daarvan zoals omschreven in bijlage 1. De variabele beloning zal binnen een maand na de eindafrekening op 31 december 2003 worden uitbetaald.”
- 6.2.
In bijlage 1 bij de arbeidsovereenkomst is een tabel opgenomen die, afhankelijk van de opbrengst suikerbieten in tonnen per hectare, een vergoeding in euro’s aangeeft. Bij de toelichting is terzake van de definitie van de opbrengst het volgende beschreven:
“Sugarbeet Yield = (Total tons of Sugarbeets delivered according to signed Acceptance of Scales -/- 6% Storage and Transport -/- Tarra (soil & green beets) as determined by the Sugarprocessor) / hectares sown in spring.”
- 6.3.
Eiser heeft zijn vordering ad € 39.816,- becijferd door het ter plaatse van de uitvoering van zijn werkzaamheden verzamelen van gegevens in samenwerking met chauffeurs van rooimachines en met “de mensen van de weegbrug”, één en ander als nader toegelicht in de brief van zijn raadsman aan die van gedaagde van 21 juli 2004.
- 6.4.
Gedaagde heeft zich op het standpunt gesteld dat de becijfering van eiser niet klopt en zich beroepen op een niet nader gespecificeerd overzicht met vermoedelijk in het Russisch gestelde tekst, zoals gevoegd bij de brief van haar raadsman aan die van eiser van 22 juni 2004.
- 6.5.
Het behoort tot de verplichtingen van een goed werkgever om, in geval deze met een werknemer een variabele beloning is overeengekomen, bij de beantwoording van de vraag of aan de voorwaarden voor toekenning is voldaan, en zo ja, tot welk bedrag een aanspraak is ontstaan, dat standpunt tegenover de werknemer duidelijk te maken aan de hand van objectief deugdelijke gegevens, die, waar enigszins mogelijk, voor die werknemer of voor een door deze in te schakelen deskundige controleerbaar zijn. Aan die eis voldoet de toelichting van gedaagdes standpunt niet. Dit klemt temeer waar eiser zijn standpunt heeft gebaseerd op gegevens die door gedaagde niet anders dan in algemene termen zijn betwist, doch die, objectief bezien, zonder serieuze weerlegging, die ontbreekt, geenszins verdienen om dadelijk als onbruikbaar terzijde te worden gelegd. Waar gedaagde bovendien geacht moet worden over de voor het uitvoeren van de relevante berekening(en) noodzakelijke gegevens te beschikken of die te kunnen verzamelen, waarom eiser blijkens de overgelegde correspondentie overigens ook vergeefs heeft verzocht, brengt een redelijke verdeling van de bewijslast mee dat zij bewijst dat eiser onder de tussen partijen overeengekomen regeling inzake variabele beloning geen recht op enige uitbetaling kan doen gelden.
- 7.
Nu aan toewijzing van de gevorderde onkostenvergoeding niets meer in de weg staat, zal die toewijzing reeds thans volgen. Iedere andere beslissing wordt aangehouden totdat het resultaat van voormelde bewijslevering bekend is.
De beslissing
De kantonrechter:
- -
veroordeelt gedaagde tegen bewijs van kwijting aan eiser te betalen een bedrag van € 6.007,- netto, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf heden tot de dag van algehele voldoening;
- -
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- -
stelt gedaagde in de gelegenheid om te bewijzen dat aan eiser geen aanspraak toekomt onder de in de arbeidsovereenkomst tussen partijen neergelegde regeling terzake van variabele beloning;
- -
bepaalt voorts het navolgende:
Voor overlegging van schriftelijk bewijs wordt de zaak aangehouden tot de zitting van donderdag 28 juli 2005 te 10.15 uur.
Indien gedaagde bewijs door getuigen wil leveren, moet dat voor of uiterlijk op die zitting schriftelijk aan de sector kanton worden meegedeeld met opgave van het aantal getuigen dat zal worden voorgebracht.
Gedaagde wordt er uitdrukkelijk op gewezen dat uiterlijk zeven dagen voor het verhoor ook aan de tegenpartij de namen en woonplaatsen van de getuigen moeten worden opgegeven.
Als partijen wensen dat met hun verhinderdata rekening wordt gehouden, zullen zij die eveneens voor of uiterlijk op die zitting schriftelijk dienen op te geven. Vervolgens zal dan worden bepaald wanneer het getuigenverhoor zal plaatsvinden.
Het getuigenverhoor zal worden gehouden in het gerechtsgebouw te Deventer, Brink
12;
- -
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. A.H. Canté, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 30 juni 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.