Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.16.14 Afwijzingsgronden
Geldend
Geldend van 15-06-2017 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
01-06-2017, Stcrt. 2017, 30743 (uitgifte: 06-06-2017, regelingnummer: WJZ/16102768)
- Inwerkingtreding
15-06-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-06-2017, Stcrt. 2017, 30743 (uitgifte: 06-06-2017, regelingnummer: WJZ/16102768)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
De minister beslist afwijzend op een aanvraag:
- a.
indien aannemelijk is dat de academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter of TO2-innovatieve starter de financiering waarvoor de aanvraag is ingediend zelf heeft of kan verkrijgen bij anderen;
- b.
voor zover de voorziene kosten van het vroegefasetraject hoger zijn dan € 250.000 of lager dan zijn € 50.000;
- c.
indien onvoldoende vertrouwen bestaat dat de academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter of TO2-innovatieve starter het vroegefasetraject in uitvoeringstechnische zin zo zal kunnen voltooien dat hij financiering voor de fase na het vroegefasetraject zal kunnen verkrijgen;
- d.
indien onvoldoende vertrouwen bestaat dat de academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter of TO2-innovatieve starter de geldlening, bedoeld in artikel 3.16.12, eerste lid, kan terugbetalen.