Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
3.2.5 Uitgangspunten beoordeling gronden van vervolging in de zin van artikel 1A Vluchtelingenverdrag
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, Stcrt. 2024, 19165 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/12)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, Stcrt. 2024, 19165 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/12)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND beoordeelt een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd met inachtneming van artikel 3.37 VV. Artikel 3.37 VV noemt de volgende gronden:
- •
ras;
- •
godsdienst;
- •
nationaliteit;
- •
sociale groep;
- •
politieke overtuiging.
De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a Vw, als sprake is van daden van vervolging als bedoeld in artikel 3.36 VV.
Onbenoemd 3.2.5.1 Godsdienst
Onbenoemd 3.2.5.2 Sociale groep
Onbenoemd 3.2.5.3 Politieke overtuiging