NJ 2022/148
Medezeggenschapsrecht. Ondernemingsraad bij de overheid; primaat van de politiek (art. 46d WOR); verhouding tussen art. 46d WOR en art. 32 WOR. Verlening door ondernemer van ‘informeel adviesrecht’ over politieke besluiten?
HR 22-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:397, m.nt. B. Barentsen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 maart 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00346
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Noot
B. Barentsen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS645129:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:397, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1412, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑01‑2018
- Wetingang
Samenvatting
Op grond van art. 46d, aanhef en onder d, WOR zijn voor de toepassing van art. 23 lid 2 WOR (de verplichting van de ondernemer tot overleg met de ondernemingsraad) onder de aangelegenheden, de onderneming betreffende, niet begrepen de publiekrechtelijke vaststelling van taken van publiekrechtelijke lichamen en onderdelen daarvan, noch het beleid ten aanzien van en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.