NJB 2010, 1025
HR, 23-04-2010, nr. 09/01267
HR 23-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL5450
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 april 2010
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/01267
- Conclusie
A‑G Strikwerda
- LJN
BL5450
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL5450, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL5450, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑12‑2008
- Wetingang
Essentie
Ontvankelijkheid gefaillieerde. HR:
‘Doordat de curator in eerste aanleg de vordering van de gefaillieerde heeft overgenomen, is de gefaillieerde geen procespartij meer en kan hij geen cassatieberoep instellen.’
Partij(en)
A (de gefaillieerde werknemer), adv. mr. P. Garretsen,
tegen
B (de werkgever), adv. mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Uitspraak
Procesverloop
A vordert schadevergoeding en smartengeld wegens letselschade die hij stelt te hebben geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor B. Hangende de procedure bij de rechtbank is A in staat van faillissement verklaard. De curator heeft de procedure overgenomen. Na tussentijds appel van B heeft het hof de vordering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.