NJB 2010, 386
HR, 05-02-2010, nr. 08/00512: Rodewijk/Bouwman
HR 05-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6588 (Rodewijk/Bouwman)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 februari 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en F.B. Bakels
- Zaaknummer
08/00512
- Conclusie
P‑G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BK6588
- Roepnaam
Rodewijk/Bouwman
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK6588, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK6588, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2008
- Wetingang
Overgangswet NBW art. 95; BW art. 3:23; BW art. 3:99; BW art. 3:118 lid 2
Essentie
B koopt een woning en bedingt een erfdienstbaarheid. Door een fout van de notaris wordt de erfdienstbaarheid niet ingeschreven in de registers. In geschil is de vraag of B niettemin bezitter te goeder trouw van de erfdienstbaarheid is geworden en deze derhalve door verjaring heeft verkregen. HR:
1
1 Bezit te goeder trouw.
a
a Overgangsrecht. De beoordeling van de overige eisen die — naast bezit — moeten worden gesteld voor rechtverkrijgende verjaring, meer in het bijzonder de eis van goede trouw, dient plaats te vinden naar het moment waarop daadwerkelijk een zodanige machtspositie ontstond van degene die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.