Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 820
HR, 05-09-2008, nr. C07/143HR
HR 05-09-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD4161
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 september 2008
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/143HR
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BD4161
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD4161, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD4161, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑09‑2008
Essentie
Erfrecht. Afwijzing verzoek erfgename tegen executeur-testamentair tot het verschaffen van inlichtingen en het afleggen van rekening en verantwoording. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[De dochter], te [woonplaats], eiseres tot cassatie, adv. mr. R.K. van der Brugge,
tegen
[De moeder] te [woonplaats], verweerster in cassatie, adv. mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
De dochter heeft op 5 april 2005 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank 's‑Gravenhage, sector kanton, en daarbij verzocht, kort gezegd, de moeder, die in het testament van haar overleden echtgenoot tot executeur is benoemd, te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.