RCR 2008, 43
Subrogatie. Is voor subrogatie krachtens overeenkomst vereist dat de overeenkomst er tevens toe strekt dat de vordering bij wege van subrogatie op de derde overgaat?
HR 29-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2199 (Café Bar Caribbean/Licores Maduro)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/098HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BC2199
- Roepnaam
Café Bar Caribbean/Licores Maduro
- JCDI
JCDI:ADS871004:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2199, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 29‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2199, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑08‑2006
- Wetingang
BW art. 2:146; BW art. 6:150; Rv art. 25; WvKNA (oud) art. 124
Essentie
Voor subrogatie in de zin van art. 6:150 onder d BW is vereist dat de overeenkomst tussen de derde die de vordering voldoet en de schuldenaar tevens ertoe strekt dat de vordering bij wege van subrogatie overgaat op de derde. Voor de toepassing van art. 124 WvKNA (oud) — dat vrijwel gelijk is aan art. 2:146 BW — is niet vereist dat de betrokken rechtshandeling daadwerkelijk tot benadeling van de vennootschap zal leiden. Geen aanvulling van feiten door de rechter.
Samenvatting
Licores Maduro heeft door Café Bar Caribbean (CBC) verschuldigde bedragen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.