Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 97
HR, 11-01-2008, nr. C06/015HR
HR 11-01-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB5077
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 januari 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/015HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BB5077
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB5077, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑01‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB5077, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2005
- Wetingang
Essentie
Merkenrecht. Vervallenverklaring merkrecht wegens non-usus; 'geldige reden' als bedoeld in art. 5 lid 2 BMW, art. 2.26 lid 2 BVIE en art. 5 lid 3 (oud) BMW; richtlijnconforme uitleg voor tijdvak vanaf 1 januari 1993. Verwijzingsinstructie.
De term 'geldige reden', zoals die laatstelijk voorkwam in art. 5 lid 2 BMW (thans art. 2.26 lid 2 BVIE) moet worden uitgelegd overeenkomstig art. 10 lid 1 en 12 lid 1 van de Eerste Merkenrichtlijn (89/104/EEG), die sedert 1 januari 1996 in die bepalingen van de BMW, resp. het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.