Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 49
HR, 21-12-2007, nr. R06/143HR
HR 21-12-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB5084
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R06/143HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BB5084
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB5084, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB5084, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2006
- Wetingang
BW art. 1:209; BW (oud) art. 310; EVRM art. 8
Essentie
Betwisting van staat (afstamming); strekking art. 1:209 BW; maatstaf. Afwijzing in strijd met art. 8 EVRM?
De in art. 1:209 BW vermelde regel brengt mee dat iemands afstamming volgens zijn geboorteakte door een ander slechts kan worden betwist indien de betrokkene niet een staat overeenkomstig zijn geboorteakte heeft. Daarbij moet onder 'een staat (niet) overeenkomstig zijn geboorteakte' worden verstaan dat de wijze waarop iemand met een zekere duurzaamheid aan het maatschappelijk verkeer deelneemt naar zijn uiterlijke vorm (niet) strookt met de vermelding dienaangaande in de geboorteakte van de betrokkene. Daarvan is in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.