NJB 2007, 1969
HR, 28-09-2007, nr. R07/028HR
HR 28-09-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB3192
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 september 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R07/028HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BB3192
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB3192, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑09‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB3192, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑02‑2007
- Wetingang
Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 4; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 12 lid 2; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 13 lid 1 aanhef en onder b; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 20; EVRM art. 8
Essentie
Internationale kinderontvoering. Vervolg op HR 20 januari 2006, NJ 2006, 545, m.nt ThMdB. De enkele omstandigheid dat het kind na de ongeoorloofde overbrenging naar een ander land is geworteld in zijn nieuwe omgeving brengt niet mee: (a) dat de toepasselijkheid van het Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen (HKOV) eindigt; (b) dat het kind in een situatie dreigt te komen als bedoeld in art. 13 lid 1 aanhef en onder b HKOV; (c) dat de toepassing van art. 20 HKOV gerechtvaardigd is; of (d) dat de terugkeer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.