NJB 2007, 1537
HR, 29-06-2007, nr. C05/277HR: Amsing/Dijkstra
HR 29-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4850 (Amsing/Dijkstra)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 juni 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/277HR
- Conclusie
A-G J. Wuisman
- LJN
AZ4850
- Roepnaam
Amsing/Dijkstra
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ4850, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ4850, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2005
- Wetingang
BW art. 6:89; BW art. 6:248 lid 2; BW art. 6:265 lid 2; BW art. 7:23
Essentie
Reikwijdte voorschrift van reclame binnen bekwame tijd. Art. 7:23 lid 1 BW bestrijkt mede het geval dat de verkoper de zaak opnieuw aan de koper aflevert nadat hij daaraan herstelwerkzaamheden heeft verricht op verzoek, of na sommatie, van de koper. Buitengerechtelijke ontbinding en nieuw gebrek. Indien een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring is uitgebracht en ten tijde daarvan een bepaald gebrek van de afgeleverde zaak nog niet aan het licht was getreden, kan ook dit alsnog aan het licht gekomen gebrek — op zichzelf dan wel in samenhang met de in de ontbindingsverklaring genoemde gebreken — van belang zijn voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.