NJ 2007, 419
HR, 08-06-2007, nr. C05/329HR: Van der Werff/BLG
HR 08-06-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ4569, m.nt. P. van Schilfgaarde (Van der Werff/BLG)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/329HR
- Conclusie
A-G Keus
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
AZ4569
- Roepnaam
Van der Werff/BLG
- JCDI
JCDI:ADS154717:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ4569, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ4569, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑11‑2005
- Wetingang
BW art. 6:203; Fw art. 20
Essentie
Faillissement. Onverschuldigde betaling na faillietverklaring t.g.v. onmiskenbare vergissing; verplichting curator tot dadelijke ongedaanmaking; verduidelijking HR 5 september 1997, NJ 1998, 437 (Ontvanger/Hamm q.q.).
De Hoge Raad ziet geen aanleiding terug te komen van hetgeen is beslist in HR 5 september 1997, NJ 1998, 437 (Ontvanger/Hamm q.q.) m.nt. PvS. Nader gepreciseerd, bestaat de in deze uitspraak bedoelde terugbetalingsverplichting van de curator slechts wanneer geen rechtsverhouding bestaat of heeft bestaan die de betaler, de gefailleerde of de curator aanleiding kon geven te veronderstellen dat er (mogelijk) wel een rechtsgrond was voor de betaling in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.