NJ 1998, 437
Faillissement / onverschuldigde betaling na faillietverklaring aan gefailleeerde ten gevolge onmiskenbare vergissing
HR 05-09-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2419, m.nt. P. van Schilfgaarde (Ontvanger/Hamm)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 september 1997
- Magistraten
Mrs. Roelvink, Mijnssen, Heemskerk, Herrmann, Jansen
- Zaaknummer
16400
- Conclusie
A‑G Mok
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
ZC2419
- Roepnaam
Ontvanger/Hamm
- JCDI
JCDI:ADS156753:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2419, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑09‑1997
- Wetingang
BW art. 3:276; BW art. 3:277; BW art. 3:278; BW art. 3:279; BW art. 3:280; BW art. 3:281; BW art. 3:282; BW art. 6:2; BW art. 6:203; BW art. 6:212; Fw art. 20; Fw art. 24; Fw art. 182
Essentie
Faillissement. Onverschuldigde betaling na de faillietverklaring aan de gefailleerde ten gevolge van een onmiskenbare vergissing. Verplichting curator tot ongedaanmaking van die vergissing. Aard van deze verplichting. Redelijkheid en billijkheid; ongerechtvaardigde verrijking.
Samenvatting
Wanneer de curator wordt geconfronteerd met een vordering uit hoofde van een ná de faillietverklaring gedane onverschuldigde betaling, die slechts het gevolg is van een onmiskenbare vergissing, handelt hij in overeenstemming met hetgeen in het maatschappelijk verkeer als betamelijk wordt beschouwd indien hij meewerkt aan het ongedaan maken van die vergissing. Zijn bijzondere positie brengt immers mee dat erop moet kunnen worden vertrouwd dat hij derden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.